Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Breda, 6 de Julio de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Julio de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 09/1465

Uitspraakdatum: 6 juli 2011

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende], wonende te [woonplaats] (Duitsland), belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst Limburg/kantoor Buitenland, gevestigd te Heerlen, de inspecteur.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1.De inspecteur heeft met dagtekening 24 december 2008 aan belanghebbende over het jaar 2005 een aanslag inkomstenbelasting/premieheffing opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 608.623 en een inkomen uit sparen en beleggen van € 25. De inspecteur heeft daarbij aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend van

    € 129.879. Bij de uitspraak op bezwaar is de aanslag gehandhaafd.

    1.2.Belanghebbende heeft bij brief van 6 april 2009, ontvangen bij de rechtbank op

    7 april 2007, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 41. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.3.Belanghebbende heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna de inspecteur schriftelijk heeft gedupliceerd.

    1.4.Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 april 2011 te Breda. Aldaar zijn verschenen de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde] ([belastingadviesbureau] te Amsterdam) en, namens de inspecteur, [gemachtigde].

    1.5.Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de inspecteur. De rechtbank rekent de pleitnota tot de stukken van het geding. Van het verder ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt dat bij deze uitspraak is gevoegd.

    1.6.De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.

  2. Feiten

    2.1.Belanghebbende heeft de Duitse nationaliteit. Hij heeft van 1 december 2001 tot

    31 maart 2005 gewerkt als Hoofd afdeling [afdeling] bij het Academisch Ziekenhuis [X] (AZ[X]). Belanghebbende bezat tot [datum] 2005 een eigen woning gelegen te [woonplaats]. De woning is op [datum] 2005 verkocht en geleverd. Belanghebbende is na beëindiging van zijn werk in Nederland verhuisd naar de Verenigde Staten van Amerika (VS) en daar gaan werken.

    2.2.De inkomsten die belanghebbende genoot voor zijn werkzaamheden in het AZ[X] waren op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland ter belastingheffing toegewezen aan Nederland. Belanghebbende verdiende zijn inkomen in de periode van

    1 januari 2003 tot en met 31 maart 2005 nagenoeg geheel in Nederland. Belanghebbende heeft de in jaren 2003 tot en met 2005 geopteerd voor binnenlandse belastingplicht als bedoeld in artikel 2.5 Wet inkomstenbelasting 2001 (de Wet). Hij heeft in die jaren de volgende inkomsten uit werk en woning genoten:

    2003 2004 2005

    Binnenlands inkomen werk en woning € 173.599 € 187.436 € 261.642

    Buitenlands inkomen

    Werk in VS vanaf 1 april 2005 375.793

    Werk in Duitsland in 2003 -5.137

    Hypotheekrente eigen woning -41.485 -41.485 -28.812

    Overige aftrekposten

    Premies voor inkomensvoorzieningen -2.719 -1.575

    Persoonsgebonden aftrek -2.527 -6.719 _________

    Belastbaar inkomen uit werk en woning € 121.731 € 137.657 € 608.623

    2.3.De inspecteur heeft de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting over het jaar 2005 berekend op 264.011/608.623 maal de over het totale inkomen uit werk en woning verschuldigde belasting. Die breuk is als volgt berekend:

    Amerikaans inkomen € 375.793

    Inhaalregeling negatieve

    inkomsten alle jaren:

    aftrekpost eigen woning Duitsland 2003 -41.485

    2004 -41.485

    2005 -28.812

    Teller € 264.011

    Noemer (wereldinkomen) € 608.623

  3. Geschil

    3.1.In geschil is het antwoord op de volgende vragen:

  4. Is het Amerikaanse inkomen terecht meegeteld als wereldinkomen in 2005? Belanghebbende bepleit dat het Amerikaanse inkomen niet meetelt omdat de keuze voor toepassing van de regels voor binnenlands belastingplichtigen eindigt op het moment van verkoop van de woning in [woonplaats] of op het moment dat belanghebbende geen Nederlandse inkomsten meer geniet. Volgens de inspecteur geldt de keuze voor toepassing van de regels voor binnenlands belastingplichtigen altijd voor een heel kalenderjaar.

  5. Indien de keuze voor toepassing van de regels voor binnenlands belastingplichtigen geldt voor het gehele jaar: is bij de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting terecht de inhaalregeling toegepast, nu het positieve buitenlandse inkomen uit Amerika komt en het in te halen negatieve inkomen uit Duitsland? Belanghebbende bepleit dat hierbij de “per country”methode moet worden toegepast, net zoals geldt voor binnenlands belastingplichtigen. De inspecteur acht toepassing van de “overall”methode gerechtvaardigd.

  6. Indien belanghebbende alsnog afziet van de keuze voor toepassing van de regels voor binnenlands belastingplichtigen in 2005, heeft hij dan recht op aftrek van de negatieve inkomsten uit de eigen woning in Duitsland? Belanghebbende meent van wel. De inspecteur stelt dat alleen door de keuze voor toepassing van de regels voor binnenlands belastingplichtigen recht ontstaat op aftrek voor negatieve inkomsten uit een eigen woning buiten Nederland.

    3.2.De volgende punten zijn tussen partijen niet meer in geschil:

    -omdat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT