Eerste aanleg - meervoudig van Centrale Raad van Beroep, 4 de Agosto de 2011

Datum uitspraak 4 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/387 WUBO

09/3960 WUBO

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

in de gedingen tussen:

[Appellante], wonende te [woonplaats], Canada (hierna: appellante),

en

de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, thans de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna verweerder)

Datum uitspraak: 4 augustus 2011

  1. PROCESVERLOOP

    De gedingen, die aanvankelijk zijn gevoerd door de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR), zijn in verband met een wijziging van taken, zoals neergelegd in de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen (Wet van 15 april 2010, Stb. 2010, 182), voortgezet door de Pensioen- en Uitkeringsraad als bedoeld in die wet. Waar in deze uitspraak wordt gesproken van verweerder wordt daaronder in voorkomend geval (mede) verstaan de - voormalige - Raadskamer WUBO van de PUR.

    Appellante heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 30 november 2007, kenmerk BZ 7979, JZ/E60/2007 (hierna: bestreden besluit I). Appellante heeft tevens beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 25 mei 2009, kenmerk BA/2009 (hierna bestreden besluit II). Deze besluiten betreffen de toepassing van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo).

    Verweerder heeft in beide gedingen een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 maart 2011. Appellante is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel, werkzaam bij de Sociale Verzekeringsbank.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellante, geboren in 1935, heeft in februari 2007 bij verweerder een aanvraag ingediend om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer in de zin van de Wubo en om als zodanig in aanmerking te worden gebracht voor toekenning van uitkeringen, een toeslag en voorzieningen. Appellante heeft daartoe aangevoerd dat zij als gevolg van haar oorlogservaringen in het voormalige Nederlands-Indië psychische klachten heeft gekregen.

    1.2. Appellante is in Canada woonachtig en heeft de Nederlandse nationaliteit. Zij is bij besluit van 24 juli 2007, zoals gehandhaafd bij bestreden besluit I, erkend als getroffene door oorlogsgeweld in de zin van de Wubo. De aanvraag om een uitkering, een toeslag ter verbetering van de levensomstandigheden zoals bedoeld in artikel 19 van de Wubo en voorzieningen is afgewezen omdat appellante ten tijde van de aanvraag niet in Nederland woonachtig was en er geen sprake was van zodanige bijzondere omstandigheden dat het niet van toepassing verklaren van de Wubo tot klaarblijkelijke hardheid zou leiden.

    1.3. Bij bestreden besluit II heeft verweerder aan appellante met ingang van 1 mei 2008 alsnog op grond van de Wubo een toeslag ter verbetering van haar levensomstandigheden, een vergoeding voor huishoudelijke hulp en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT