Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 23 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Nevenzittingsplaats Arnhem

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.081.126

(zaaknummer rechtbank 666711)

arrest van de vijfde civiele kamer van 23 augustus 2011

inzake

[appellante],

wonende te [woonplaats] (Oekraïne),

appellante,

advocaat: mr. J. Brouwer,

tegen:

  1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Alres Products B.V.,

    gevestigd te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug,

  2. [geïntimeerde sub 2],

    wonende te [woonplaats],

    geïntimeerden,

    advocaat: mr. J.A. Bruins.

  3. Het geding in eerste aanleg

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 1 september 2010 dat de kantonrechter (rechtbank Utrecht, sector kanton, locatie Utrecht) tussen appellante (hierna ook te noemen: [appellante]) als eiseres en geïntimeerden (hierna ook te noemen: Alres en [geïntimeerde sub 2]) als gedaagden heeft gewezen. Van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.

  4. Het geding in hoger beroep

    2.1 [appellante] heeft bij exploot van 4 november 2010 Alres en [geïntimeerde sub 2] aangezegd van het vonnis van 1 september 2010 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van Alres en [geïntimeerde sub 2] voor dit hof. Zij heeft gevorderd dat het hof bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het genoemde vonnis zal vernietigen en, opnieuw recht doende, Alres en [geïntimeerde sub 2] hoofdelijk - waarbij betaling door de één de ander bevrijdt - zal veroordelen om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [appellante] te betalen een bedrag van € 75.000,-, althans een zodanig bedrag als het hof juist acht, een en ander met veroordeling van Alres en [geïntimeerde sub 2] in de kosten van beide instanties.

    2.2 Bij memorie van grieven heeft [appellante] drie grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht en bewijs aangeboden. Zij heeft geconcludeerd primair tot persistit en subsidiair tot verklaring voor recht dat de verjaringstermijn van artikel 7:683 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een aanvang heeft genomen daags na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, te weten op 16 november 2007, met veroordeling van Alres en [geïntimeerde sub 2] in de kosten van beide instanties.

    2.3 Bij memorie van antwoord hebben Alres en [geïntimeerde sub 2] de grieven bestreden en bewijs aangeboden. Zij hebben geconcludeerd dat het hof [appellante] in het door haar ingestelde appel niet-ontvankelijk zal verklaren, althans haar vorderingen als ongegrond zal afwijzen, met veroordeling...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT