Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 23 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Nevenzittingsplaats Arnhem

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.059.889

(zaaknummer rechtbank 234140)

arrest van de vijfde civiele kamer van 23 augustus 2011

inzake

de kerkelijke rechtspersoon Hervormde Gemeente Rehoboth,

gevestigd te Sint Maartensdijk, gemeente Tholen,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,

advocaat: mr. J. Wouters,

tegen:

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellant in voorwaardelijk het incidenteel hoger beroep,

advocaat: mr. Th.H.P. van den Kieboom.

  1. Het verdere verloop van het geding

    Voor het eerdere verloop van het geding verwijst het hof naar zijn op 10 mei 2011 gewezen tussenarrest. De bij dat arrest bepaalde comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2011. Voorafgaand aan deze comparitie hebben beide partijen nadere stukken toegezonden aan de wederpartij en aan het hof en tijdens de comparitie heeft [geïntimeerde] nog enkele stukken overgelegd. Beide partijen hebben aangegeven er geen bezwaar tegen te hebben dat deze stukken deel uitmaken van het procesdossier. Het hof slaat dan ook bij de verdere beoordeling acht op deze stukken. Na afloop van de comparitie heeft het hof opnieuw arrest bepaald.

  2. De motivering van de beslissing in hoger beroep

    2.1 Het hof verwijst naar en volhardt in hetgeen het in het tussenarrest van 10 mei 2011 heeft overwogen en beslist.

    2.2 In de toelichting op haar grief voert Rehoboth aan dat de rechtbank heeft miskend dat volgens artikel 7:904 BW de uitspraak van het Generale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen (hierna: het Generale college) (deels) dient te worden vernietigd. In zijn grief in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep geeft ook [geïntimeerde] aan dat toetsing aan de hand van dat artikel dient plaats te vinden. Het hof maakt hieruit op dat beide partijen de mening zijn toegedaan (en ook reeds in eerste aanleg waren toegedaan) dat zij in beginsel zijn gebonden aan de uitspraak van het Generale college. Hieruit vloeit voort dat de rechtbank door te overwegen dat partijen niet gebonden zijn aan de uitspraak van (onder meer) het Generale college omdat niet gesteld of gebleken is dat er (andere) regelingen tussen partijen golden op grond waarvan zij gebonden zijn aan uitspraken over het geschilpunt van civielrechtelijke aard, buiten de rechtsstrijd van partijen is getreden. Het hof zal, gelet op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT