Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Alkmaar, 25 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK ALKMAAR

Sector Bestuursrecht

Zaaknummer: 10/2206AW

Uitspraak van de meervoudige kamer

in de zaak van:

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

gemachtigde mr. J.L.A. Helmer,

tegen

de Minister van Financiën,

verweerder.

Ontstaan en loop van de zaak

Bij besluit van 29 december 2009 heeft verweerder eiseres medegedeeld dat het basisverlof voor 2009 wegens geheel of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid met 99 uur is verminderd.

Bij brief van 8 februari 2010 heeft eiseres tegen het besluit van verweerder van 29 december 2009 bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 1 juni 2010 heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het besluit van verweerder van 1 juni 2010 (verder: bestreden besluit) beroep ingesteld.

De enkelvoudige kamer van de rechtbank heeft het beroep behandeld ter zitting van 13 januari 2011. Met toepassing van artikel 8:68 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank op 24 januari 2011 het onderzoek heropend en de zaak verwezen naar de meervoudige kamer.

De meervoudige kamer van de rechtbank heeft de zaak, tegelijk met de zaak AWB 11/397, behandeld ter zitting van 7 juni 2011, waar eiseres, daartoe ambtshalve opgeroepen, is verschenen, bijgestaan door een kantoorgenoot van haar gemachtigde, mr. J. van der Choufeur - van der Wel. Verweerder, daartoe eveneens ambtshalve opgeroepen, is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde L.P. de Jonge.

Met toepassing van het bepaalde in artikel 8:66, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Motivering

  1. De rechtbank dient in dit geding te beoordelen of het bestreden besluit in rechte stand kan houden.

  2. De rechtbank gaat uit van het volgende feiten en omstandigheden.

    Eiseres is werkzaam bij de Belastingdienst, [eenheid], kantoor [plaats]. Eiseres was in 2009 aangesteld voor een arbeidsduur van 36 uur per week. Op 19 december 2007 is eiseres wegens ziekte uitgevallen. Op 18 juni 2008 was eiseres 26 weken geheel dan wel gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Als gevolg daarvan is eiseres gekort op haar vakantieaanspraken. Uit het primaire besluit van 29 december 2009 blijkt dat de vakantieaanspraken van eiseres over 2009 met 99 uren zijn verminderd, waardoor eiseres over 2009 een verlofaanspraak had van 74 uur (173 uren vakantie minus 99 uren korting).

    Eiseres heeft gedurende de weken 29, 30, 31, 38, 39 en 53 van het jaar 2009 vakantie genoten. Eiseres was in de weken 29, 30 en 31 van het jaar 2009 15 uur per week arbeidsgeschikt en in de weken 38, 39 en 53 van het jaar 2009 was eiseres 20 uur per week arbeidsgeschikt.

  3. Eiseres heeft zich in dit geding op het standpunt gesteld dat verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 7 van de Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd en het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 20 januari 2009, C-350/06, genoemd het arrest Schulz-Hoff. Eiseres heeft betoogd dat op grond van artikel 7 van de Richtlijn 2003/88/EG werkgevers binnen de lidstaten van de Europese Unie verplicht zijn hun werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken toe te kennen. In het arrest van het Hof van 20 januari 2009 is onder meer bepaald dat de in de richtlijn neergelegde minimumperiode van vier weken ook ten tijde van ziekte blijft gelden. De richtlijn maakt geen onderscheid tussen werknemers die wegens ziekteverlof van korte of lange duur in de referentieperiode hun arbeid verzuimen en werknemers die in de referentieperiode wel hebben gewerkt. Afwijking van de richtlijn is niet toegestaan, aldus eiseres. Naar eiseres voorts heeft gesteld blijkt uit het arrest Schulz-Hoff dat de werknemer, werkzaam in een voltijds dienstverband, recht heeft op ten minste vier weken vakantie per jaar met doorbetaling van loon. De werknemer moet in de gelegenheid worden gesteld...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT