Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 28 de Junio de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Junio de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

VIERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

ARREST

in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[ A ] BEHEER B.V.,

gevestigd te [ plaatsnaam ],

APPELLANTE IN PRINCIPAAL BEROEP,

GEÏNTIMEERDE IN VOORWAARDELIJKE INCIDENTEEL BEROEP,

advocaat: mr. J.A. Endtz te Amsterdam,

t e g e n

de naamloze vennootschap BOEKEL DE NERÉE N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

GEÏNTIMEERDE IN PRINCIPAAL BEROEP,

APPELLANTE IN VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL BEROEP,

advocaat: mr. W.H. van Baren te Amsterdam.

De partijen worden hierna VMB en BDN genoemd.

  1. Het geding in hoger beroep

    1.1 Bij dagvaarding van 5 november 2010 is VMB in hoger beroep gekomen van het kortgedingvonnis van 19 oktober 2010 met het nummer 469103 / KG ZA 10-1643, dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam in deze zaak heeft gewezen tussen VMB als eiseres en BDN als gedaagde. De appeldagvaarding bevat de grieven.

    1.2 VMB heeft zeven grieven (waarvan grief 1 uit twee onderdelen bestaat) geformuleerd en toegelicht, met conclusie, kort gezegd, dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, alsnog, BDN zal veroordelen tot betaling van € 180.000,-- met rente en kosten.

    1.3 Daarop heeft BDN geantwoord, van haar zijde voorwaardelijk incidenteel beroep ingesteld, twee grieven geformuleerd en toegelicht, één productie overgelegd, en geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof het principaal beroep zal verwerpen, en in het geval het hof één of meer van de principale grieven gegrond zal bevinden zal beslissen als aan het einde van de memorie van BDN omschreven, een en ander kosten rechtens.

    1.4 VMB heeft geantwoord in het voorwaardelijk incidenteel beroep, nog één productie overgelegd en geconcludeerd dat het hof dat beroep zal verwerpen met veroordeling van BDN in de kosten daarvan.

    1.5 De partijen hebben de zaak op 27 april 2011 doen bepleiten, VMB door mr. J.A. Endtz, advocaat te Amsterdam, BDN door mr. R.G.J. de Haan en mr. D.W.O. Jalink, beiden eveneens advocaat te Amsterdam. De advocaten hebben hun pleitnotities aan het hof overgelegd. Bij die gelegenheid zijn door BDN nog twee producties in het geding ¬ge¬bracht.

    1.5 Ten slotte is arrest gevraagd.

  2. Beoordeling

    2.1 De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.9 een aantal feiten tot uitgangspunt genomen. Met grief 1B betwist VMB de overwegingen in het vonnis die niet in overeenstemming zijn met de door haar gestelde feiten en omstandigheden. Deze grief voldoet niet aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT