Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Utrecht, 3 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector Civiel

Handelskamer

zaaknummer / rolnummer: 296922 / HA ZA 10-2485

Vonnis van 3 augustus 2011

in de zaak van

  1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [eiser 1] HOLDING B.V.,

    gevestigd te Eemnes,

  2. [eiser 2],

  3. [eiser 3],

    beiden wonende te [woonplaats],

    eiseressen in conventie,

    verweersters in reconventie,

    advocaat mr. A.H.J. Emmen,

    tegen

  4. [gedaagde 1],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagde in conventie,

    eiseres in reconventie,

    advocaat mr. B.J.H.L. Brouwer,

  5. [gedaagde 2],

  6. [gedaagde 3],

    beiden wonende te [woonplaats],

    gedaagden in conventie,

    eisers in reconventie,

    advocaat mr. O.P. van der Linden.

    Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagden] genoemd worden. Waar de eisers apart worden genoemd zal worden gesproken van [eiser 1] respectievelijk [eiser 2]; waar gedaagden apart worden genoemd zal worden gesproken van [gedaagde 1] respectievelijk [gedaagde 2].

  7. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 16 maart 2011;

    - de door [gedaagde 1] ten behoeve van de comparitie nagezonden producties;

    - de conclusie van antwoord in reconventie;

    - het proces-verbaal van comparitie van 26 mei 2011.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  8. De feiten

    2.1. [eiser 1] is eigenares van de bedrijfsruimte met magazijn en toebehoren[adres]es] te [woonplaats]; [eiser 2] zijn eigenaren van het woonhuis met garage en toebehoren aan de [adres] te [woonplaats]; [gedaagde 1] is eigenares van het woonhuis met toebehoren [adres]es] te [woonplaats] en [gedaagde 2] zijn eigenaren van het woonhuis met toebehoren aan de [adres] te [woonplaats].

    2.2. Het perceel van [gedaagde 2] ligt op de hoek van de [adres] en de [adres]. De huizen van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] zijn twee onder één kap gebouwd en liggen met hun achtertuinen tegen het perceel van [eiser 1]. Naast het perceel van [gedaagde 1] ligt een perceel grond met kadastraal nummer [nummer] en achter het perceel van [eiser 1] ligt een perceel grond met kadastraal nummer [nummer]. Hier was in het verleden een kwekerij gevestigd. Thans wordt op het terrein van de voormalige kwekerij nieuwbouw gerealiseerd, met een ontsluiting aan de zijde van de [adres].

    2.3. Over een strook grond aan de achterzijde van de percelen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en het pal daartegenaan gelegen deel van het perceel van [eiser 1] loopt een pad tot aan het perceel van de voormalige kwekerij (hierna: het pad). Dit pad is in totaal circa drie meter breed, waarvan circa één meter over de percelen van [gedaagden] loopt en circa twee meter over het perceel van [eiser 1].

    2.4. Ten behoeve van de percelen [nummer] en [nummer] was ten laste van de percelen van [gedaagden] een recht van overpad gevestigd. De eigenaren van genoemde percelen hebben ingestemd met het per 15 juni 2010 doen vervallen van deze erfdienstbaarheid. Ten behoeve van de percelen van [eisers] was of is geen recht van overpad gevestigd. Zij

    maken wel gebruik van het pad. [eiser 1] drijft indirect op haar perceel een installatiebedrijf.

    Zij gebruikt het pad om bij haar magazijn achter op het perceel te komen. Withaar gebruikt het pad om bij zijn garages achter genoemd magazijn te komen.

    2.5. [gedaagden] hebben [eisers] bericht dat, nu de erfdienstbaarheid is vervallen, zij voornemens zijn een erfafscheiding aan te brengen op de werkelijke grenzen van hun perceel. Daarmee wordt een strook van circa 1 meter breed van het pad bij hun achtertuinen gevoegd.

  9. Het geschil

    in conventie

    3.1. [eisers] vorderen, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

    primair zal verklaren voor recht dat de weg een buurweg is en gedaagden zal verbieden feitelijk een inbreuk op deze weg te maken,

    subsidiair de weg zal aanwijzen als een noodweg en gedaagden zal verbieden feitelijk een inbreuk op deze noodweg te maken,

    meer subsidiair gedaagden zal verbieden om de feitelijke situatie van de weg te wijzigen indien de weg daardoor niet meer voor autoverkeer gebruikt kan worden,

    telkens met hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot betaling van een dwangsom alsmede van de kosten van het geding.

    3.2. [gedaagden] voeren verweer.

    3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

    in reconventie

    3.4. [gedaagden] vorderen, samengevat, dat de rechtbank [eisers] zal gebieden te gehengen en gedogen dat [gedaagde 1] een erfafscheiding plaatst langs de perceelsgrens...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT