Eerste aanleg - enkelvoudig van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 20 de Octubre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Octubre de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Vijfde Enkelvoudige Belastingkamer

UITSPRAAK

op de beroepen van X te Z, belanghebbende,

tegen

uitspraken van de Inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Hilversum, de inspecteur.

  1. Loop van het geding

    1.1. Voor de loop van het geding verwijst het Hof allereerst naar de (tussen)uitspraak van de Twaalfde Enkelvoudige Belastingkamer van 27 januari 2011 met kenmerknummer P04/02856 en 05/00645 (verder de Uitspraak). Bij de Uitspraak heeft het Hof de inspecteur opgedragen de vermogens voor de vermogensbelasting (VB) te berekenen met inachtneming van rechtsoverweging 5.6.2 van die uitspraak en de aanslag IB/PV voor het jaar 2001 opnieuw te berekenen met inachtneming van rechtsoverweging 5.6.3. Het Hof heeft iedere verdere beslissing inzake het beroep betreffende de op de navorderingsaanslagen VB en de aanslag IB/PV voor het jaar 2001 betrekking hebbende beschikkingen aangehouden.

    1.2. Ter voldoening aan de onder 1.1 vermelde opdracht heeft de inspecteur het Hof bij schrijven van 24 maart 2011 (met bijlagen) de herberekende vermogenscorrecties doen toekomen, alsmede de herrekende rendementsgrondslag ten behoeve van het inkomen uit sparen en beleggen voor het jaar 2001. De gemachtigde heeft op de inhoud van dit schrijven gereageerd bij brief van 14 april 2011, voorzien van bijlagen. Van deze brief is een afschrift naar de inspecteur gezonden.

    1.3. Bij brief van 22 april 2011 heeft de griffier partijen ervan op de hoogte gesteld dat in het arrest van de Hoge Raad van 15 april 2011, LJN BN6324 aanleiding is gevonden het beroep te splitsen in enerzijds een beroep inzake de navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting en de beschikkingen heffingsrente en anderzijds een beroep inzake de verhogingen, de daarbij genomen kwijtscheldingsbesluiten en boetebeschikkingen ter zake van de navorderingsaanslagen VB. De griffier heeft daarbij meegedeeld dat het laatste beroep wordt aangehouden totdat de in de Uitspraak aan de orde zijnde navorderingsaanslagen, kwijtscheldingsbesluiten en boetebeschikkingen onherroepelijk vaststaan.

    1.4. Het lid van de Twaalfde Enkelvoudige Belastingkamer heeft de behandeling van het beroep verwezen naar de Vijfde Enkelvoudige Belastingkamer.

    1.5. Van het verhandelde ter zitting van 23 september 2011 is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

  2. Tussen partijen vaststaande feiten

    2.1. Voor de vaststelling van de feiten verwijst het Hof allereerst naar de Uitspraak. Het voegt daar het volgende aan toe.

    2.2. De inspecteur heeft als bijlage bij de brief van 24 maart 2011 een spreadsheet overgelegd met daarop een tot de volgende vermogens leidende herberekening (in guldens):

    jaar 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000

    nieuwe vermogens 420.000 433.000 446.000 464.000 510.000 509.000 639.000 640.000 690.000

    Onder verwijzing naar onderdeel 3.3.4 van de Uitspraak heeft de inspecteur de rendementsgrondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen over het jaar 2001 in verband met de KB-Luxrekeningen berekend op ƒ 275.500. In het bij het verweerschrift gevoegde ‘overzicht afhandeling proces’ is een aangegeven inkomen uit sparen en beleggen vermeld van 4% van € 25.811 = € 1.032.

    2.3. De door de gemachtigde bij zijn brief van 14 april 2011 gevoegde bijlagen betreffen onder meer afschriften van de KB-Luxbankrekening met nummer 106605 over de periode 1 januari 1997 tot en met 27 september 2001. Blijkens de op deze afschriften...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT