Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 20 de Julio de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 20 de Julio de 2011 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank 's-Gravenhage |
beschikking
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 387855 / HA RK 11-102
Beschikking van 20 juli 2011
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekster,
advocaat: mr. E.W. Bosch te Honselersdijk (gemeente Westland),
tegen
-
de openbare rechtspersoon
GEMEENTE LEIDSCHENDAM-VOORBURG,
zetelende te Voorburg,
-
de naamloze vennootschap
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
h.o.d.n. Centraal Beheer | Achmea,
gevestigd te Apeldoorn,
verweerders,
advocaat: mr. A.W. Manso Cabreros-Hendriks te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna [verzoekster], de gemeente en Achmea worden genoemd.
-
De procedure
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 21 februari 2011, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 juni 2011 en de daarin genoemde stukken;
- het faxbericht van 21 juni 2011 van de zijde van [verzoekster], waarin wordt aangegeven dat partijen niet tot een schikking zijn gekomen en [verzoekster] om een beschikking vraagt;
- de brief van 21 juni 2011 van de zijde van de gemeente en Achmea, waarin zij ook om een beschikking vragen.
1.2.Ten slotte is een datum voor beschikking bepaald.
-
De feiten
2.1.Op 12 juli 2009 is [verzoekster] ten val gekomen in het [A-straat te plaats A] (hierna: de val). [verzoekster] liet in het park haar hond uit en raakte op het verharde voetpad met iemand aan de praat. Tijdens dit gesprek deed [verzoekster] een stap achteruit, waarna zij in een direct aan het voetpad grenzende kuil in een grasveld terechtkwam.
2.2.Als gevolg van de val heeft [verzoekster] letsel opgelopen.
2.3.Achmea is de aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente.
-
Het geschil
3.1.[verzoekster] verzoekt de rechtbank op grond van artikel 1019w van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv):
- voor recht te verklaren dat de gemeente aansprakelijk is voor de door [verzoekster] geleden en nog te lijden schade als gevolg van de val;
- voor recht te verklaren dat Achmea is gehouden om de schadevergoeding aan [verzoekster] te betalen;
- de kosten van deze procedure te begroten (art. 1019aa Rv jº art. 6:96 BW) en de gemeente te veroordelen tot betaling van deze kosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2. [verzoekster] legt primair aan haar verzoeken ten grondslag dat het voetpad, nu er een kuil direct naast het pad was gelegen, niet de veiligheid bood die men daarvan in de gegeven omstandigheden mocht verwachten. Het pad was dus gebrekkig. Daardoor leverde het pad een gevaar op voor personen en dit gevaar heeft zich ook verwezenlijkt. De gemeente is aldus op grond van artikel 6:174 BW jegens [verzoekster] aansprakelijk, aldus [verzoekster]. Subsidiair baseert [verzoekster] haar verzoeken op artikel 6:162 BW. Volgens [verzoekster] heeft de gemeente haar zorgplicht geschonden door onvoldoende toezicht te houden op het park.
3.3.De gemeente en Achmea voeren gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
-
De beoordeling
Behandeling in een deelgeschilprocedure
4.1.De deelgeschilprocedure biedt volgens de memorie van toelichting bij de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade betrokkenen bij een geschil over letsel- en overlijdensschade de mogelijkheid in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase de rechter in te schakelen. Zij krijgen hiermee een extra instrument ter doorbreking van een impasse in de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT