Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 7 de Noviembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Noviembre de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Gerechtshof Arnhem

nevenzittingsplaats Leeuwarden

parketnummer: 24-001293-10

parketnummer eerste aanleg: 07-620476-08

Tussenarrest van 7 november 2011 van het gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 6 mei 2010 in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren op [1966] te [geboorteplaats],

thans verblijvende in de penitentiaire inrichting Noord Holland Noord, Amerswiel te Heerhugowaard,

verschenen in persoon, bijgestaan door haar raadsman, mr. M.A. Hupkes, advocaat te Amsterdam.

Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht

De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het hierboven genoemde vonnis vrijgesproken ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en heeft haar ter zake van de onder 3 en 4 bewezen verklaarde misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals in dat vonnis is omschreven.

Gebruik van het rechtsmiddel

De officier van justitie en de verdachte zijn op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep

Dit tussenarrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 oktober 2011, welk onderzoek is aangewend voor het houden van een nadere regiezitting.

Preliminair verweer van de verdediging

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting van het hof van 24 oktober 2011 een preliminair verweer gevoerd, strekkende tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte. Hiertoe is gesteld dat door de aanwezigheid ter terechtzitting in hoger beroep van de officier van justitie in eerste aanleg, mr. M. Kamper, als plaatsvervangend advocaat-generaal, naast de advocaat-generaal Simmelink, het recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) is geschonden.

Subsidiair heeft de raadsman het hof verzocht om in het kader van een door het hof te nemen maatregel ter handhaving van de orde ter zitting, meer in het bijzonder ter bewaking van een eerlijk proces, te gelasten dat mr. Kamper ter terechtzitting in hoger beroep niet zal optreden als plaatsvervangend advocaat-generaal.

Standpunt van de advocaat-generaal ten aanzien van het verweer van de verdediging

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verweer van de verdediging geen steun vindt in het recht en dat de huidige samenstelling van het openbaar ministerie ter terechtzitting in hoger beroep in deze strafzaak niet raakt aan het recht op een eerlijk proces van de verdachte. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verweer zal verwerpen.

Beoordeling

Het hof is van oordeel dat het verweer, strekkende tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, dient te worden verworpen, op de door de advocaat-generaal aangevoerde gronden. Het hof overweegt hiertoe het volgende.

De positie van de plaatsvervangend advocaat-generaal is geregeld in artikel 138 van de Wet op de Rechterlijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT