Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 10 de Noviembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Noviembre de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

registratienummer: AWB 10/1507

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 10 november 2011

inzake

[X], eiser,

gemachtigde: mr. [gemachtigde],

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Buitenland, Heerlen, verweerder.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2003 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000].H.37) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van

    € 1.090.000, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 40.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 115.000, alsmede bij beschikking een boete van € 554.841. Tevens is bij beschikking € 127.718 aan heffingsrente in rekening gebracht.

    Verweerder (toen nog de Belastingdienst/Rivierenland, kantoor Nijmegen) heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 maart 2010 het bezwaar van eiser gedeeltelijk toegewezen.

    Eiser heeft daartegen bij brief van 22 april 2010, ontvangen door de rechtbank op dezelfde dag, beroep ingesteld.

    Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. Verweerder heeft op 30 november 2010 een aanvulling op het verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 september 2011 te Arnhem.

    Eiser en zijn gemachtigde zijn daar, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Namens verweerder is verschenen mr. [gemachtigde].

    Verweerder heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en afschriften daarvan overgelegd aan de rechtbank.

    Deze zaak is ter zitting gelijktijdig behandeld met de zaak van [Y] (registratienummer: AWB 10/1509).

  2. Feiten

    Aan eiser is met dagtekening 16 maart 2005 ambtshalve een aanslag IB/PVV 2003 opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 90.000. Hiertegen is geen bezwaar aangetekend.

    Eiser is bij vonnis van het Landgericht Duisburg van 26 januari 2006 (hierna: het Duitse vonnis) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar wegens onwettige handel in verdovende middelen in niet-geringe hoeveelheden in bendevorm, in eendaadse samenloop met roof, wegens onwettige handel in verdovende middelen in niet-geringe hoeveelheden in bendevorm in 20 gevallen, en wegens onwettige handel in verdovende middelen in niet-geringe hoeveelheden in bendevorm in 5 gevallen. De broer van eiser, [Y], is bij vonnis van 19 januari 2006 voor dezelfde feiten eveneens veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar.

    Naar aanleiding hiervan heeft verweerder de in het geding zijnde navorderingsaanslag opgelegd en daarbij onder meer het belastbaar inkomen uit werk en woning verhoogd met € 1.000.000 aan resultaat uit overige werkzaamheden. Verweerder verwijst ter onderbouwing daarvan naar de volgende in het Duitse vonnis opgenomen en bewezen verklaarde feiten (in het Nederlands vertaald):

    ‘ (…)

  3. (…)

    Op een niet meer nader te bepalen tijdstip, ten laatste in januari 2003, namen de acht Marokkanen uit [Q] opnieuw via “[Y] & Co.” contact op met de beklaagde en diens broer. Tegelijkertijd nam een persoon genaamd “[B]” via [C] en [D] contact op met de beklaagde en diens broer. De beklaagde en diens broer kregen toen telkens de opdracht om hasjtransporten in een grootteorde van telkens 3,5 tot 4 ton hasj (…) van Marokko naar Nederland te organiseren. De beklaagde en diens broer aanvaardden deze opdrachten en in januari 2003 gaven zij [E] de opdracht om het transport uit te voeren. (…) Op het bedrijfsterrein van de firma “[F]” te [R] werden (…) de in opdracht van “[B]” getransporteerde 3,7 ton hasj, (…) gelost (…). De 3,7 ton hasj, die voor “[B]” was bestemd, werd aan hem overhandigd. (…)

    Zijn deelname aan het drugstransport leverde de verdachte een opbrengst op van minstens 162.500 €, zijn broer ontving eveneens minstens 162.500 €. (…)

  4. (…)

    In de maand maart van het jaar 2003 spiegelden de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT