Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 22 de Noviembre de 2011

Datum uitspraak22 de Noviembre de 2011
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

22 november 2011

Strafkamer

nr. 10/05507

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 juli 2010, nummer 22/001643-09, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Breda, voor Vrouwen" te Breda.

  1. Geding in cassatie

    1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. E.R. Weening, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde, tot vrijspraak van de verdachte ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en tot verwerping van het beroep voor het overige.

    1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

  2. Bewezenverklaring en bewijsvoering

    2.1. Ten laste van de verdachte heeft het Hof bewezenverklaard dat:

  3. zij op of omstreeks 6 juli 2007 te Ridderkerk tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en met voorbedachten rade, een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers is verdachte en/of haar mededader opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg op [slachtoffer] gaan zitten en heeft een om de nek van [slachtoffer] gewikkeld touw/koord met kracht aangetrokken en/of aangetrokken gehouden, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.

  4. zij tezamen en in vereniging met een ander op of omstreeks 06 juli 2007 te Ridderkerk, nadat er toen en daar het misdrijf was gepleegd van moord met het oogmerk om dat misdrijf te bedekken of de nasporing of vervolging daarvan te beletten of te bemoeilijken, sporen van dat misdrijf heeft weggemaakt en aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie onttrokken, immers hebben verdachte en haar mededader een blikje cola en een asbak meegenomen van de plaats van het delict en vervolgens dat blikje en die asbak in een container doen deponeren/gooien.

    2.2.1. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

    1. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:

      In de avond van 6 juli 2007 ging ik met mijn zus [betrokkene 1] mee naar de woning van [slachtoffer] in Ridderkerk. Ik wist dat er een conflict speelde tussen [betrokkene 1] en [slachtoffer]. Ik wist dat ze over [betrokkene 1]'s man [betrokkene 2] zouden gaan praten. Ik had verwacht dat de relatie tussen [betrokkene 2] en [slachtoffer] uit de wereld was, omdat [betrokkene 2] gedetineerd zat. Ik merkte dat [betrokkene 1] van streek raakte toen zij de spookbeeldjes in de woning van [slachtoffer] zag die zij zelf ook heeft. Ik zag aan de ogen van [betrokkene 1] dat ze boos werd toen [slachtoffer] vertelde dat ze die beeldjes had gekregen.

      Op enig moment kwam [slachtoffer] de kamer binnen met een glas, nam een slok en kokhalsde. Ik vroeg wat het was. Ze zei dat het bleekwater was. Op enig moment verliet [betrokkene 1] de woning en bleef ik achter in de woning bij [slachtoffer] op de bank liggen. Ik bleef omdat [betrokkene 1] me dat vroeg. [Betrokkene 1] kwam even later weer binnen. Na minder dan vijf minuten hoorde ik alarmerende geluiden. Toen zag ik [slachtoffer] op de grond liggen. [Betrokkene 1] zat gehurkt naast het lichaam van [slachtoffer]. Ik zag schuim op de mond van [slachtoffer].

    2. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten:

      "(V = verbalisant / A = verdachte [verdachte])

      V: Kun je ons vertellen wat er die avond van 6 juli 2007 is voorgevallen?

      A: Omstreeks 20.00 uur gingen [betrokkene 1] en ik naar het huis van [slachtoffer]. [Betrokkene 1] zei dat [slachtoffer] zich niet aan de afspraak had gehouden dat ze op 3 juli 2007 weg zou zijn uit Ridderkerk. We gingen in de woonkamer zitten met zijn drieën. Vervolgens ging [betrokkene 1] praten met [slachtoffer] over waarom ze nog niet weg was. Toen hoorde ik dat [betrokkene 1] zei dat ze even naar de auto ging en dat ik bij [slachtoffer] moest blijven. Dit duurde wel zeker tien minuten. Vervolgens kwam [betrokkene 1] terug en gingen [slachtoffer] en [betrokkene 1] naar de keuken. Ik zag dat ze even later terugkwamen en ik zag dat ze naar de waskamer gingen. Ik hoorde uit die kamer een soort getrappel en gebonk komen. Ik ging vervolgens in die kamer kijken en toen zag ik dat [slachtoffer] op de grond lag en dat [betrokkene 1] over haar heen gebogen zat. Toen ik zag dat [betrokkene 1] de woonkamer weer inkwam zei ze tegen mij dat ik mee moest komen.

      V: Heb je nog kleding gewisseld voordat je naar [slachtoffer] ging?

      A: Ja, ik moest van [betrokkene 1] een andere trui aantrekken. Ik droeg eerst een witte trui, maar [betrokkene 1] zei dat ik iets anders moest aantrekken. Ik trok vervolgens een zwarte trui aan.

      V: Wat voor kleding had [betrokkene 1] aan?

      A: Volgens mij was [betrokkene 1] helemaal in het zwart gekleed. Volgens mij droeg ze een zwarte trui, een donkere broek en zwarte schoenen.

      V: Waarom werd [betrokkene 1] zo boos op [slachtoffer]?

      A: Dat was vanwege het feit dat [betrokkene 2] en [slachtoffer] nog steeds contact met elkaar hadden. Ook werd [betrokkene 1] boos vanwege de drie spookjes die op de tafel stonden. Dit was een soort symbool van [betrokkene 2].

      V: Wat is er voor het moment gebeurd dat [betrokkene 1] en [slachtoffer] naar de waskamer gingen?

      A: [Betrokkene 1] en [slachtoffer] hadden een woordenwisseling gehad. [Betrokkene 1] liet [slachtoffer] kiezen tussen 'zelf doen' of dat [betrokkene 1] het zou doen. [Betrokkene 1] zei: "Doe je het zelf, of moet ik het doen?"

      V: En wat gebeurde er toen?

      A: [Slachtoffer] moest alle pillen pakken die ze had van [betrokkene 1]. Ik wist toen hoe laat het was. Ik wist dat [slachtoffer] dood moest.

      V: Hoe ging dat verder?

      A: Ik zag dat [slachtoffer] alle pillen inslikte en dat [slachtoffer] en [betrokkene 1] samen de keuken in gingen. Aan de geluiden uit de keuken maakte ik op dat er iets in een glas werd geschonken. Ik zag dat ze de keuken uit kwamen en dat [slachtoffer] een glas met vloeistof in haar hand had. Ik zag dat [slachtoffer] een slok uit het glas nam en dat ze moest kokhalzen. Ik vroeg wat er in het glas zat en [slachtoffer] vertelde mij dat hier bleekwater in zat.

      V: Wat is er in de waskamer gebeurd?

      A: Ik hoorde [betrokkene 1] met luide stem roepen: "Ga er op staan! Ga er op staan! Ga er nou op staan!" Dit zei ze steeds luider en dwingender. Toen hoorde ik [slachtoffer] roepen: "Ik wil nog niet dood!"

      V: Wat voor geluid hoorde je?

      A: Ik hoorde een soort getrappel, alsof er iemand viel, vervolgens hoorde ik stikgeluiden. Een soort gerochel. Daarom ging ik in de kamer kijken.

      V: Wat zag je?

      A: Ik zag [slachtoffer] op de grond liggen en dat mijn zus over haar heen gebogen zat. Het koord zag ik pas voor het eerst toen [betrokkene 1] uit de keuken kwam. Ze had het toen in haar hand.

      V: Kun je omschrijven wat je zag toen [slachtoffer] op de grond lag?

      A: Ik zag [slachtoffer] met allemaal plas om haar heen. Ik zag dat mijn zus over haar heen gebogen was. Toen [betrokkene 1] mij aankeek, zag ik dat [slachtoffer] allemaal schuim op haar mond had.

      V: Hoe ging het met het sms'je naar de moeder van [slachtoffer]?

      A: Ik zag dat [betrokkene 1] de mobiele telefoon van [slachtoffer] aan [slachtoffer] gaf en ik hoorde dat [betrokkene 1] zei dat [slachtoffer] naar haar moeder moest sms'en om te zeggen dat [slachtoffer] bij een vriendin zou gaan slapen.

      V: Hoe ging het met dat schrijven in het schrift van [slachtoffer]?

      A: [Slachtoffer] moest vervolgens een afscheidsbrief in een schriftje schrijven.

      V: Toen jullie het huis uit gingen, wat hadden jullie uit het huis van [slachtoffer] meegenomen?

      A: [Betrokkene 1] had mijn blikje cola meegenomen."

    3. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende:

      - als verklaring van de verdachte:

      Ik zou meegaan voor het geval [betrokkene 1] [slachtoffer] zou slaan. Ik zag alleen dat de handen van [betrokkene 1] bij de keel van [slachtoffer] waren.

      - als relaas van de verbalisanten:

      V: Wat had je zus met [betrokkene 3] afgesproken?

      A: Dat ze [slachtoffer] gingen slaan.

      V: Wat was de bedoeling van jullie komst?

      A: Dat [slachtoffer] [betrokkene 2] met rust zou laten. De afspraak was namelijk dat [slachtoffer] voor 3 juli 2007 weg moest zijn. [Slachtoffer] moest weg zijn en anders zou [betrokkene 1] haar wegbrengen en anders zou ze klappen krijgen van [betrokkene 1].

      V: Het was dan toch al de bedoeling dat [slachtoffer] klappen zou gaan krijgen, want ze was nog niet weg?

      A: Ja.

      V: Wat gebeurde er toen?

      A: [Slachtoffer] moest van mijn zus haar telefoon uitzetten.

      V: Wat zei [slachtoffer] toen zij wegging?

      A: Ik ga weg, blijf jij bij [slachtoffer]?

      V: Was dit een vraag of meer een opdracht?

      A: Het was een opdracht. De manier waarop [betrokkene 1] het zei was meer een bevel. Toen [betrokkene 1] terugkwam schrok ik nog van de sleutels in de voordeur. [Betrokkene 1] had namelijk de huissleutels van [slachtoffer] meegenomen. Ik zag toen dat mijn zus naar de woonkamer kwam en ze zei tegen mij dat we weggingen. [Betrokkene 1] zei tegen mij dat ik niet in de waskamer mocht kijken. Ik heb toch de waskamer ingekeken en zag [slachtoffer] liggen. Ik dacht dat [slachtoffer] dood was omdat ze niet meer bewoog. Bij de voordeur aangekomen is [betrokkene 1] teruggelopen om het plastic tasje van de bank te pakken. Dit was het plastic tasje dat [betrokkene 1] had opgehaald. Dit plastic tasje had al die tijd naast mij op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT