Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 18 de Noviembre de 2011

Datum uitspraak18 de Noviembre de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/6934 WAJONG

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 20 november 2009, 08/1625 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 18 november 2011

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. I.H.M. Hest, advocaat te Eindhoven, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2011. Namens appellant is verschenen mr. Hest. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G. Vermeijden.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellant, die is geboren op 30 november 1975 in Marokko, ontvangt een uitkering ingevolge de Wet arbeidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Bij brief van 22 april 2006 heeft appellant aan het Uwv meegedeeld dat zijn ouders willen remigreren naar Marokko en gevraagd of hij zijn uitkering mag behouden als hij met zijn ouders meeverhuist. Bij besluit van 13 november 2007 heeft het Uwv dit verzoek afgewezen.

    1.2. Bij besluit van 14 april 2008 (hierna: bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van 13 november 2007 ongegrond verklaard. Daarbij heeft het Uwv – onder verwijzing naar de rapportage van de bezwaarverzekeringsarts dr. A.L. Mathoera van 7 april 2008 – aangegeven dat er geen duidelijke medische noodzaak voor zijn ouders is om naar Marokko te verhuizen. Ook anderszins is het Uwv niet gebleken dat de ouders van appellant een objectieve en dwingende reden hebben om naar Marokko te verhuizen.

    2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

    3. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd. Daarbij is aangegeven dat de zorg voor appellant voor zijn ouders, die inmiddels 76 jaar (moeder) en 81 jaar (vader) oud zijn, steeds zwaarder wordt. Ook lijden zij aan allerlei kwalen en ziektes waardoor zij ook nu al, maar zeker in de toekomst hulp nodig hebben bij de verzorging van appellant. In Marokko wonen drie zussen van appellant op wie de ouders een beroep kunnen doen om hen in de zorg voor appellant te ondersteunen en die ook later de zorg kunnen overnemen. Bovendien zal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT