Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, Sector kanton, 4 de Noviembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Noviembre de 2011
Uitgevende instantie:Sector kanton

vonnis

RECHTBANK ARNHEM

burgerlijk recht, sector kanton

Locatie Nijmegen

zaakgegevens 700895 \ CV EXPL 10-6218 \ BE\ 167\ PN

uitspraak van 4 november 2011

vonnis

in de zaak van

[eisende partij]

wonende te [woonplaats]

eisende partij

gemachtigde mr. J.H. van der Velden

tegen

de naamloze vennootschap

VGZ Zorgverzekeraar N.V.

gevestigd te Arnhem

gedaagde partij

gemachtigde mr. J. van Rhijn

Partijen worden hierna [eisende partij] en VGZ genoemd.

  1. De procedure

    Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 11 februari 2011

    - de door de gemachtigde van [eisende partij] op 29 april 2011 toegezonden producties ten behoeve van de comparitie van partijen

    - het proces-verbaal van de comparitie van 9 mei 2011.

  2. De feiten

    2.1 [eisende partij] heeft als huisarts met diverse verzekeraars, waaronder VGZ, op

    20 december 2007 een overeenkomst ‘Vrijgevestigde Huisarts-UVIT 2008’ gesloten. In deze overeenkomst zijn de vergoedingen van de huisartsgeneeskundige zorg en de wijze van declareren voor 2008 vastgelegd. Op deze overeenkomst zijn de Algemene Bepalingen bij overeenkomst Univé- Vrijgevestigd Huisarts 2008 (hierna: de algemene bepalingen) van toepassing. UVIT is een samenwerkingsverband tussen zorgverzekeraars waarbij VGZ is aangesloten. In augustus 2009 heeft [eisende partij] met – onder andere – VGZ de Zorgovereenkomst Huisartsgeneeskundige 2009 gesloten, waarbij de algemene bepalingen van toepassing zijn verklaard, met inachtneming van een aantal wijzigingen. Deze zijn van kracht per 1 januari 2009.

    2.2 Artikel 7.4 van deze algemene bepalingen luidt, per 1 januari 2009, voor zover hier van belang, als volgt:

    “(…)

    1. De huisarts declareert maandelijks bij de zorgverzekeraar waar de patiënt is verzekerd de consulttarieven voor zorg aan patiënten en de passanten (…)

    c. De zorgverzekeraar overlegt correcties op de nota binnen 30 dagen na ontvangst aan de huisarts. Wanneer er binnen deze termijn geen correcties zijn ingediend is het volledige bedrag van de nota verschuldigd.

    d. De zorgverzekeraar betaalt iedere gecorrigeerde declaratie binnen 30 dagen. Indien het verschuldigde bedrag niet binnen de genoemde termijn door de huisarts is ontvangen, is de zorgverzekeraar zonder daartoe te hoeven worden aangemaand in verzuim.

    e. De zorgverzekeraar in verzuim vergoedt na 30 dagen 100 % van het door de huisarts gedeclareerde bedrag. Verrekening hiervan vindt niet eerder plaats dan na schriftelijke correctie van bedoelde declaratie door de zorgverzekeraar.

    f. De declaraties van de huisarts, van de door de huisarts verrichte werkzaamheden of door de huisarts verstrekte geneesmiddelen, zijn direct opeisbaar.

    (…)”

    2.3 Voor het digitaal indienen van de declaraties moet [eisende partij] gebruik maken van het door UVIT aangewezen Vecozo systeem.

  3. De vordering en het verweer

    3.1 [eisende partij] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,

  4. voor recht verklaart dat de termijn van dertig dagen genoemd in artikel 7.4 onder c, d en e van de algemene bepalingen behorende bij de tussen partijen gesloten overeenkomst ‘Zorgovereenkomst Huisartsgeneeskundige 2009’ ingaat vanaf het moment van ontvangst van de nota via het Vecozo systeem door VGZ en dat bij gebreke van geheel of gedeeltelijke betaling van een declaratie, voor zover deze niet binnen de termijn van 30 dagen op goede gronden door de zorgverzekering is gecorrigeerd, VGZ in verzuim is en vanaf dat moment over de op basis van deze declaraties verschuldigde bedragen de wettelijke handelsrente dient te voldoen tot het moment van algehele voldoening;

  5. VGZ veroordeelt aan hem te betalen een bedrag van € 784,43, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 589,59 vanaf 1 november 2009 en over een bedrag van € 194,84 vanaf 21 juli 2010 tot de dag van volledige betaling;

  6. met hoofdelijke veroordeling van VGZ in de proceskosten.

    3.2 [eisende partij] baseert zijn vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, kort samengevat, op de volgende stellingen.

    Op de site van het Vecozo-systeem ziet hij, na het indienen van de declaraties, een bevestiging dat de betreffende zorgverzekeraar de declaratie ook op die dag heeft ontvangen. De datum van ontvangst van de declaratie is dan ook gelijk aan de datum van het indienen van de declaratie via het Vecozo systeem. Dit betekent dat de betalingstermijn ingaat vanaf het moment van indienen van de declaratie, zodat VGZ een verkeerde aanvangsdatum hanteert.

    Daarnaast hanteert VGZ ook een te lange betalingstermijn. Artikel 7.4 van de algemene bepalingen moet namelijk zo worden uitgelegd dat de termijn voor het corrigeren van de declaratie en de termijn voor het betalen van de declaratie gelijk is. Deze termijn van 30 dagen vangt aan vanaf de ontvangstdatum van de declaraties. Wanneer betaling niet binnen de termijn van 30 dagen heeft plaatsgevonden en de declaratie niet binnen de termijn van 30 dagen op goede gronden door de verzekeraar is gecorrigeerd, is de verzekeraar in verzuim. Nu het corrigeren en betalen zelfstandige handelingen zijn die los van elkaar tijdig of niet tijdig kunnen geschieden, staat dit er niet aan in de weg dat de termijn gelijk is. Een andere uitleg van de bepaling zou betekenen dat er een tweede termijn zou gelden die tot een onredelijke lange betalingstermijn van 60 dagen zou leiden. Indien geoordeeld zou worden dat VGZ gerechtigd is tot een verlenging van de betalingstermijn met een tweede termijn van 30 dagen, geldt dit alleen voor terecht gecorrigeerde nota’s. Onterecht gecorrigeerde declaraties en niet gecorrigeerde declaraties moeten dus binnen een termijn van 30 dagen betaald worden. Blijft betaling uit, dan is de verzekeraar dus na 30 dagen in verzuim. Mocht de kantonrechter tot het oordeel komen dat geen aansluiting gevonden kan worden bij de termijn van artikel 7.4 onder c, dan moet de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen na aanvang van de dag volgende waarop de zorgverzekeraar de declaratie heeft ontvangen ex artikel 6:119a BW gelden.

    De overeenkomst tussen partijen moet als een handelsovereenkomst worden aangemerkt, zodat bij verzuim de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119 a BW verschuldigd is.

    [eisende partij] heeft ten slotte vorderingen ingesteld ter zake een viertal declaraties. De declaratie met nummer 2009038 is volgens [eisende partij] – ten onrechte – niet volledig betaald. VGZ is nog € 589,59 verschuldigd. Tevens is wettelijke handelsrente verschuldigd wegens te late betaling van deze declaratie. In totaal vordert [eisende partij] primair een bedrag van € 721,54 en subsidiair een bedrag van € 109,77. Dit betreft wettelijke handelsrente. De declaratie met nummer 2009040 is volgens [eisende partij] ten onrechte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT