Kort geding van Council of State (Netherlands), Voorzitter, 17 de Noviembre de 2011

Datum uitspraak17 de Noviembre de 2011
Uitgevende instantie:Voorzitter

201110551/2/H4.

Datum uitspraak: 17 november 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [appellant] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats], en [appellanten], wonend te [woonplaats],

appellanten,

en

het college van gedeputeerde staten van Gelderland,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 september 2011, hebben [appellant] B.V., [appellanten] beroep ingesteld tegen een besluit van het college van 18 augustus 2011.

2. Overwegingen

2.1. Ambtshalve overweegt de Afdeling als volgt.

2.2. Bij besluit van 1 december 2004 heeft het college een vergunning krachtens de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor onder meer het opslaan en bewerken van autowrakken aan [adres] te [woonplaats]. Bij besluit van 24 april 2009 zijn onder meer de voorschriften A1 en B1 van deze vergunning gewijzigd. Bij besluiten van 7 december 2009 heeft het college aan ieder van [appellant B.V.]., [appellanten] lasten onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van de voorschriften A1 en B1. Tegen de besluiten van 7 december 2009 zijn geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen aangewend.

Bij besluiten van 18 maart 2011 heeft het college, nadat het had geconstateerd dat [appellant B.V.]., [appellanten] niet aan de lasten hadden voldaan, ten aanzien van ieder van hen besloten tot invordering van € 7.650,00 aan verbeurde dwangsommen. Bij het in beroep bestreden besluit van 18 augustus 2011 heeft het college de bezwaren van [appellant B.V.]., [appellanten] tegen de besluiten van 18 maart 2011 ongegrond verklaard en deze besluiten gehandhaafd.

2.3. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) in werking getreden.

Ingevolge artikel 1.2, eerste lid, van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Invoeringswet), voor zover hier van belang, wordt een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.1, eerste lid, van de Wabo van kracht en onherroepelijk is, voor zover voor de betrokken activiteit een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1 van die wet is vereist, gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de betrokken activiteit.

Ingevolge artikel 1.6, eerste lid, van de Invoeringswet blijft, indien voor het tijdstip...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT