Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 25 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE

Sector Bestuursrecht

Zittinghoudende te Amsterdam

zaaknummer: AWB 10/14155

V-nr: 911.035.3260

uitspraak van de meervoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen:

[eiser],

geboren op [1965], van Dominicaanse nationaliteit, eiser en verzoeker (hierna: eiser),

gemachtigde: mr. S. Mahabier, advocaat te Amsterdam

en

de minister voor Immigratie en Asiel, rechtsopvolger van de minister van Justitie,

verweerder,

gemachtigde: mr. A.J. Hakvoort, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Procesverloop

Bij besluit van 24 augustus 2009 heeft verweerder de aanvraag van eiser van 15 juni 2009 tot afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000, waaruit het rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Het daartegen gemaakte bezwaar is bij besluit van 25 maart 2010 ongegrond verklaard.

Op 15 april 2010 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiser ontvangen. Bij brief van dezelfde datum is verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt de uitzetting te verbieden totdat op het beroep is beslist.

Het onderzoek ter zitting is geopend en gesloten op 11 november 2010. Bij uitspraken van

15 november 2010 heeft de rechtbank het onderzoek in de bodemzaak heropend - waarbij is bepaald dat de behandeling van het beroep zal worden voortgezet door de meervoudige kamer - en het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen.

Het onderzoek ter zitting is hervat op 30 juni 2011. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn voornoemde gemachtigde. Ook was ter zitting aanwezig R.C. Pronk, tolk in de Spaanse taal.

De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

  1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Eiser is op 29 april 2005 in de Dominicaanse republiek gehuwd met [referente] (hierna: referente), van Nederlandse nationaliteit. Eiser en referente hebben samen een dochter, [dochter], geboren op [2004]. Referente heeft een zoon uit een eerder huwelijk, [zoon], geboren op [1996]. De kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit. Eiser heeft in Spanje gewoond en is in Spanje in het bezit gesteld van een verblijfsdocument als familielid van een burger van de Unie.

  2. Eiser beoogt verblijf bij referente in Nederland. Verweerder heeft de aanvraag van eiser afgewezen omdat - samengevat weergegeven - niet is gebleken dat referente zodanig gebruik heeft gemaakt van het gemeenschapsrecht, dat eiser rechten kan ontlenen aan het gemeenschapsrecht. Weliswaar heeft referente een inschrijving als ingezetene van de Europese Unie uit Spanje overgelegd en zijn stukken overgelegd betreffende verblijf in Spanje, maar hieruit blijkt niet dat referente zich daadwerkelijk in Spanje heeft gevestigd en dat zij een bestendig verblijf in Spanje op het oog had. Zowel in het bezwaarschrift als bij de hoorzitting in bezwaar is aangegeven dat referente alleen tijdens de vakanties met eiser in Spanje samenwoonde. Verder werkt referente sinds 2002 dertig uur per week in Nederland in de kinderopvang.

    Ten aanzien van het beroep op Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (hierna: de Richtlijn)

    3.1 Eiser heeft aangevoerd dat referente wel kan worden aangemerkt als gemeenschaps-onderdaan. Referente heeft gebruik gemaakt van het vrij verkeer van personen en had op grond daarvan verblijfsrecht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT