Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 20 de Diciembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 20 december 2011

Zaaknummer 200.074.546/01

HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN

Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant in het principaal en geïntimeerde in het incidenteel appel,

in eerste aanleg: eiser,

hierna te noemen: [appellant],

advocaat: mr. L.H. Haarsma, kantoorhoudende te Tynaarlo,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde in het principaal en appellante in het incidenteel appel,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna te noemen: [geïntimeerde],

toevoeging aangevraagd,

advocaat: mr. J.G. Besling, kantoorhoudende te Assen.

De inhoud van het tussenarrest d.d. 30 augustus 2011 wordt hier overgenomen.

Het verdere procesverloop

[geïntimeerde] heeft een antwoordakte genomen, waarbij producties zijn overgelegd.

[appellant] heeft een antwoordakte na tussenarrest genomen.

Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.

De verdere beoordeling

Antwoordakte [geïntimeerde]

  1. [appellant] heeft betoogd dat onderdelen van de antwoordakte van [geïntimeerde] en de door [geïntimeerde] overgelegde producties buiten beschouwing moeten worden gelaten. Het hof volgt [appellant] niet in dit betoog. De desbetreffende onderdelen en producties ondersteunen, grotendeels, het betoog van [geïntimeerde] naar aanleiding van de door [appellant] overgelegde bankafschriften. Bovendien heeft [appellant] de gelegenheid gehad, en te baat genomen, om op alle onderdelen van de akte van [geïntimeerde] en op de overgelegde producties te reageren, zodat hij niet in zijn processuele belangen is geschaad.

    Vaststaande feiten

  2. Het hof ziet redenen om zelf de vaststaande feiten vast te stellen. Deze komen op het volgende neer.

    2.1. [geïntimeerde] huurt van [appellant] de woning aan [adres]. De huurovereenkomst tussen partijen is op 1 augustus 2006 aangegaan en is vastgelegd in een door partijen ondertekend schriftelijk huurcontract gedateerd 30 juli 2006. In dit huurcontract is onder meer het volgende vermeld:

    “Voorwaarden

    (…)

    2.2 Van deze overeenkomst maken deel uit de algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte, vastgesteld in mei 1998 en gedeponeerd op 26 mei 1998 bij de griffie van de rechtbank te ’s-Gravenhage en aldaar ingeschreven onder nummer 66/1998, hierna te noemen “de algemene bepalingen”.

    Deze algemene bepalingen zijn partijen bekend. Huurder heeft hiervan een exemplaar ontvangen. De algemene bepalingen zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk is afgeweken of toepassing ervan ten aanzien van het gehuurde niet mogelijk is.

    Duur, verlenging en opzegging

    3.1 Deze overeenkomst wordt aangegaan voor twee jaar met opzegging van 2 maanden ingaande op 1 augustus 2006 en lopende tot en met 1 augustus 2008. (…)

    3.2 Indien in 3.1 een bepaalde tijd is opgenomen en deze periode verstrijkt zonder opzegging, loopt de overeenkomst voor onbepaalde tijd door.”

    In het huurcontract is een huurprijs van € 446,15, te vermeerderen met € 55,00 servicekosten, in totaal € 501,15 per maand vermeld. Op grond van artikel 4.3 van het contract dient de huurprijs (vermeerderd met het voorschot servicekosten) steeds te worden betaald vóór op de eerste dag waarop de betaling betrekking heeft.

    2.2. Partijen hebben diverse procedures voor de huurcommissie gevoerd over de afrekening van de servicekosten door [appellant].

    2.3. [geïntimeerde] heeft [appellant] in de maanden maart 2007 tot en met mei 2008 meerdere malen schriftelijk laten weten dat zij de huur te laat betaalde. In een brief van 20 februari 2008 aan [appellant] schreef hij onder meer:

    “Volgens onze gegevens is de huur nog steeds niet betaald. Heeft u zoveel schulden dat op tijd betalen van de huur niet kan?

    (…)

    1 augustus 2008 is het getekende contract afgelopen, en dan is het beter dat u een andere woning gaat zoeken, want zo kan en willen wij niet verder. “

    2.4. In een brief van 17 april 2008 aan [appellant] heeft [geïntimeerde] onder meer geschreven:

    “In antwoord op uw brief laat ik u weten dat ik niet akkoord ga met uw opzegging van het perceel [adres] per 1-8-2008.

    (…)

    Tot slot wil ik u meedelen dat ik in ieder geval op zoek ben naar een ander huis omdat ik hier niet langer dan noodzakelijk wil wonen. Als ik geen huurcontract had gehad van 2 jaar was ik allang weggeweest naar een rustigere omgeving waar niet dag en nacht auto’s voorbijrazen, vrachtwagens met ronkende motoren ’s morgens vroeg en ’s avonds laat voor je huis staan laden en lossen. Ervaring leert echter dat u niet erg meewerkend bent om nieuwe huurders te accepteren dus heb ik het niet eens geprobeerd. De wachtlijsten zijn echter lang maar ik heb goede hoop.”

    2.5. In een brief van 11...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT