Wraking van Centrale Raad van Beroep, 6 de Diciembre de 2011

Datum uitspraak 6 de Diciembre de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/372 WWB-W2

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

PROCES-VERBAAL

VAN DE MONDELINGE BESLISSING

op het verzoek op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gedaan door

[Verzoeker], zonder vaste woon- of verblijfplaats (hierna: verzoeker)

Datum beslissing: 6 december 2011

Zitting hebben: mr. J.F. Bandringa, als voorzitter, en mr. J.N.A. Bootsma en mr. Y.J. Klik, als leden van de meervoudige kamer griffier: B. Bekkers

Ter zitting zijn verschenen:

Verzoeker

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom (hierna: College), vertegenwoordigd door mr. R.M. Mol, werkzaam bij de gemeente Bergen op Zoom.

N.J. van Vulpen-Grootjans, O.L.H.W.I. Korte en W.F. Claessens (hierna: de behandelende rechters) hebben laten weten niet in de wraking te berusten en dat zij geen gebruik zullen maken van de gelegenheid te worden gehoord.

Verzoeker heeft zijn standpunt toegelicht. Na schorsing is het onderzoek gesloten. De volgende mondelinge uitspraak is gedaan.

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Neemt het verzoek om wraking niet in behandeling;

Bepaalt dat een volgend verzoek om wraking van de behandelende rechters in deze hoger beroepszaak van verzoeker niet in behandeling wordt genomen.

Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:

  1. Artikel 8:15 van de Awb bepaalt dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

  2. Ingevolge artikel 8:16, vierde lid, van de Awb wordt een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.

  3. Artikel 8:18, vierde lid, van de Awb bepaalt dat in geval van misbruik de rechtbank kan bepalen dat een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen.

  4. Verzoeker heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 9 december 2009, 09/973, in het geding tussen verzoeker en het College.

  5. Tijdens het onderzoek ter zitting op 27 september 2011 heeft verzoeker verzocht om wraking van de behandelende rechters. Bij beslissing van 24 oktober 2011, 10/372 WWB-W, heeft de wrakingskamer van de Raad het wrakingsverzoek afgewezen. Daartoe is overwogen dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die specifiek...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT