Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 7 de Diciembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Diciembre de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

RECHTBANK UTRECHT

Sector strafrecht

parketnummer: 16/601001-11 [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 7 december 2011

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren op [1985] te [geboorteplaats],

wonende te [woonplaats] (Roemenie),

thans gedetineerd in P.I.V. Huis van Bewaring Nieuwersluis te Nieuwersluis.

Raadsman mr. P.D. Popescu, advocaat te Amsterdam.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 23 november 2011, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander op 12 oktober 2011 een winkeldiefstal heeft gepleegd en vervolgens geweld heeft gebruikt tegen [benadeelde].

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 12 oktober 2011 een winkeldiefstal heeft gepleegd, gevolgd van geweld tegen [benadeelde] om zich de vlucht mogelijk te maken.

4.2 Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de omstandigheid dat het toegepaste geweld gepleegd is met het oogmerk om zich bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken. Verdachte verkeerde in de veronderstelling dat aangeefster haar geweld aan wilde doen; om zich daartegen te verweren, heeft verdachte aangeefster vervolgens gebeten. Voor het overige kan het aan verdachte ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen worden, alles aldus de raadsman.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan haar ten laste gelegde feit heeft begaan. Aangezien verdachte dit ten laste gelegde feit heeft bekend, voor zover de rechtbank dit bewezen acht, zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen dienaangaande.

- De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 23 november 2011.

- De aangifte van [naam], namens Super de Boer te Amersfoort, d.d. 12 oktober 2011, inclusief bon weggenomen goederen.

- Het geschrift, te weten aan Aangifte Formulier Winkeldiefstal d.d. 12 oktober 2011.

- De aangifte van [benadeelde] d.d. 12 oktober 2011.

4.3.1 Aanvullende bewijsoverweging

Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte niet het oogmerk heeft gehad geweld te gebruiken om aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken. De rechtbank is, anders dan de raadsman, van oordeel dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT