Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 23 de Enero de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Enero de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

beschikking

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

zaaknummer / rekestnummer: 403586 / HA RK 11-570

Beschikking van 23 januari 2012

in de zaak van

  1. [verzoeker 1],

    (verder te noemen '[verzoeker 1]'),

    wone[woonplaats],

  2. [verzoeker 2],

    (verder te noemen '[verzoeker 2]'),

    wonende te [woonplaats]

    verzoekers,

    advocaat mr. L.M. Lalji te Haarlem,

    tegen de belanghebbenden

  3. DE STAAT DER NEDERLANDEN

    (MINISTERIE VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE),

    (verder te noemen 'de Staat'),

    zetelende te Den Haag,

    advocaat mr. W. Heemskerk te Den Haag,

    2a. [vader ],

    2b. [moeder],

    ouders van Tristan [.....],

    (verder te noemen 'de ouders'),

    beiden wonende te Alphen aan den Rijn,

    advocaat mr. P. Meijer te Rotterdam,

  4. [directeur GGZ Rijnstreek],

    (verder te noemen '[directeur GGZ]'),

    directeur van GGZ Rijnstreek te Alphen aan den Rijn,

    advocaat mr. F. Westenberg te Hoorn,

  5. DE (MEDE)VERDACHTE,

    bij gebrek aan gegevens aangeschreven op het adres van mr. J.A.W. Knoester,

    (verder te noemen 'de medeverdachte'),

    advocaat mr. S. Marjanovic te Den Haag,

  6. [voorzitter DSV],

    (verder te noemen '[voorzitter DSV]'),

    voorzitter van Dagschuttersvereniging Nieuwkoop,

    gevestigd te Nieuwkoop,

    advocaat mr. W.F. Roelink te Hoofddorp,

  7. [korpschef],

    (verder te noemen '[korpschef]'),

    Korpschef van Politie Hollands-Midden,

    gevestigd te Leiderdorp,

    advocaat mr. A.T. Bolt te Arnhem.

  8. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het op 23 september 2011 ingediende verzoekschrift,

    - de brief van mr. Marjanovic van 11 oktober 2011,

    - het op 11 november 2011 ingekomen verweerschrift van [directeur GGZ],

    - de brief van mr. Roelink van 17 november 2011,

    - het op 1 december 2011 ingekomen verweerschrift van [korpschef],

    - het op 5 december 2011 ingekomen verweerschrift van de Staat,

    - het op 6 december 2011 ingekomen verweerschrift van de ouders.

    1.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 december 2011. Verschenen zijn:

    - [verzoeker 1], vergezeld van mr. Lalji,

    - mr. Heemskerk namens de Staat,

    - mr. Meijer namens de ouders,

    - mevr. [A], vergezeld van mr. P. Heijnen, advocaat te Hoorn, namens [directeur GGZ],

    - mr. Marjanovic namens de medeverdachte,

    - dhr. [B], vergezeld van mr. Bolt, namens [korpschef].

  9. De feiten

    2.1. Op 9 april 2011 heeft in en rond winkelcentrum Riddershof te Alphen aan den Rijn een schietincident plaatsgevonden. Daarbij zijn zeven dodelijke slachtoffers gevallen, onder wie de schutter, Tristan [.....] (verder te noemen 'Tristan'). Verzoekers bevonden zich ten tijde van het schietincident in genoemd winkelcentrum. [verzoeker 1] heeft daarbij een schotwond opgelopen. [verzoeker 2] is beschoten, maar heeft tijdig dekking kunnen vinden. Naar aanleiding van het schietincident hebben onderzoeken plaatsgevonden door:

    1. de politieregio's Hollands Midden en Haaglanden en de Nationale Recherche, Team Grootschalig Onderzoek (een strafrechtelijk onderzoek),

    2. de Rijksrecherche,

    3. de Onderzoeksraad voor Veiligheid,

    4. de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid,

    5. de Inspectie voor de Gezondheidszorg en

    6. het Nederlands Forensisch Instituut.

      2.2. De van deze onderzoeken opgestelde rapporten zullen hierna worden aangeduid met respectievelijk:

    7. TGO-rapport,

    8. Rijksrechercherapport,

    9. OVV-rapport,

    10. IOOV-rapport,

    11. IGZ-rapport en

    12. NFI-rapport.

      De onder a) en b) genoemde rapporten zijn uitgebracht vóór indiening van het verzoekschrift en de overige rapporten ná indiening van het verzoekschrift.

  10. Het verzoek

    3.1. Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor zal bevelen. Verzoekers voeren ter onderbouwing van hun verzoek aan dat zij voornemens zijn tegen belanghebbenden procedures te starten op grond van een jegens hen gepleegde onrechtmatige daad, waarbij zij vergoeding gaan vorderen van de door hen geleden en nog te lijden schade.

    3.2. Verzoekers verwijten de Staat aan Tristan op onjuiste gronden, althans in strijd met de Wet wapens en munitie en de daaraan gerelateerde regelgeving, ten onrechte een wapenvergunning te hebben verstrekt en verlengd, waardoor Tristan de wapens waarmee het incident is gepleegd heeft kunnen aanschaffen.

    3.3. Verzoekers verwijten de ouders, [directeur GGZ], de medeverdachte en [voorzitter DSV] dat zij hebben bevorderd dat Tristan de hiervoor bedoelde onrechtmatige daad heeft kunnen plegen. Zij hebben geen van allen Tristan belemmerd om de voorgenomen onrechtmatige daad te verrichten.

    3.4. Verzoekers voeren in hun verzoekschrift een aantal gronden aan op grond waarvan zij menen dat een voorlopig getuigenverhoor dient te worden gelast. De rechtbank zal die gronden hierna afzonderlijk beoordelen.

  11. De verweren

    Mr. Roelink heeft bij brief van 17 november 2011 namens [voorzitter DSV] te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen inwilliging van het verzoek...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT