Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, Sector kanton, 29 de Septiembre de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 29 de Septiembre de 2011 |
Uitgevende instantie: | Sector kanton |
uitspraak
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Wageningen
zaakgegevens 754550 \ BR VERZ 11-19101 \ AG\322\mtr
cjib-nr / registratienr 143108278 / H77079
zitting van 29 september 2011
mondelinge uitspraak
in de zaak van
[appellant]
wonende te [woonplaats]
appellant
procederend in persoon
tegen
de beslissing van de officier van justitie te Arnhem
De zaak is behandeld op de openbare zitting door de kantonrechter mr. A.M.F. Geerling, bijgestaan door M.G.W. Wijnveen-te Rietstap als griffier.
De procedure
Verwezen wordt naar het proces-verbaal van de zitting van 15 september 2011.
De kantonrechter doet heden uitspraak.
De gronden
De voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen, zodat appellant kan worden ontvangen in zijn beroep.
Aan appellant is een administratieve sanctie ad € 60 opgelegd wegens: “als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeergelegenheid (borden E4 tot en met E13) buiten de aangegeven parkeervakken”.
De gedraging zou zijn verricht op 17 juni 2010 om 11:05 uur op de Droevendaalsestraat te Wageningen met een personenauto voorzien van het kenteken [kenteken].
Het betreft hier een constatering op kenteken.
Ten aanzien van de niet-ontvankelijkheid
Vooropgesteld dient te worden dat appellant in zijn beroep bij de officier van justitie – naast grieven ten aanzien van de administratiekosten – ook grieven ten aanzien van de aan hem opgelegde administratieve sanctie heeft aangevoerd. Reeds hierom had de officier van justitie het beroep ontvankelijk moeten verklaren.
Daarnaast stelt appellant terecht dat het opleggen van administratiekosten moet worden gezien als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht zodat daartegen bezwaar en beroep openstaat.
De beslissing op bezwaar van de officier van justitie om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren is om de hiervoor genoemde reden dan ook onjuist en dient te worden vernietigd. Het beroep is in zoverre gegrond.
Ten aanzien van de administratieve sanctie
Appellant heeft ter zitting zijn grieven tegen de opgelegde administratieve sanctie laten varen zodat het beroep zich nog uitsluitend richt tegen de opgelegde administratiekosten.
Ten aanzien van de administratiekosten
Appellant heeft zijn grieven tegen de administratiekosten in zijn ter zitting voorgedragen pleitnota als volgt geformuleerd:
“(…).
-
De administratiekosten kunnen niet worden gerechtvaardigd door een verleende dienst. Zie ook
HR 09-09-11 LJN BQ4105.
-
Een betalingsverplichting ter zake van een...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT