Hoger beroep kort geding van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 24 de Enero de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Enero de 2012
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Nevenzittingsplaats Arnhem

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.062.144

(zaaknummer rechtbank 278573)

arrest in kort geding van de tweede civiele kamer van 24 januari 2012

inzake

  1. [A],

  2. [B],

    beiden wonende te [woonplaats],

    appellanten,

    advocaat: mr. B.E.J.M. Tomlow,

    tegen:

    [C]

    wonende te [woonplaats],

    geïntimeerde,

    voorheen mr. D.G. Schouwman,

    thans zonder procesvertegenwoordiger.

  3. Het geding in eerste aanleg

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis in kort geding van 5 februari 2010 dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Utrecht tussen appellanten (hierna ook te noemen: [appellanten]) als eisers en geïntimeerde (hierna ook te noemen: [C]) als gedaagde heeft gewezen; van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.

  4. Het geding in hoger beroep

    2.1 [appellanten] hebben bij exploot van 1 maart 2010 [C] aangezegd van dat vonnis in hoger beroep te komen, met dagvaarding van [C] voor dit hof.

    2.2 Bij memorie van grieven hebben [appellanten] twee grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht en nieuwe producties in het geding gebracht. Zij hebben gevorderd dat het hof het bestreden vonnis gedeeltelijk zal vernietigen en, opnieuw recht doende, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest [C] zal verbieden om executiemaatregelen te nemen om tot verhaal van het volgens [C] verbeurde bedrag van € 1.000,00 aan dwangsommen te komen, of van enig ander bedrag aan dwangsommen dat zou zijn verbeurd als gevolg van de vermeende overtredingen op 19 november 2009 van het (bij vonnis van 26 augustus 2009 van de rechtbank Utrecht uitgesproken, hof) gebod, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag en iedere gebeurtenis dat [C] na betekening van het in deze te wijzen (bedoeld zal zijn:) arrest alsnog executiemaatregelen hiertoe neemt en/of handhaaft, voorts [C] zal veroordelen tot betaling van € 1.236,92, en [C] zal veroordelen in de kosten van beide instanties.

    2.3 Bij memorie van antwoord heeft [C] verweer gevoerd, heeft hij bewijs aangeboden en een aantal producties in het geding gebracht. Hij heeft geconcludeerd dat het hof, bij zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest, het beroep van [appellanten] zal verwerpen althans ongegrond zal verklaren en het vonnis van de rechtbank zal bekrachtigen, desnoods met verbetering en/of aanvulling van gronden, met veroordeling van [appellanten] in de kosten van beide instanties, onder de bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen 14 dagen na betekening van het arrest zijn voldaan daarover vanaf de vijftiende dag wettelijke rente is verschuldigd.

    2.4 Ter zitting van 12 december 2011 hebben partijen de zaak doen bepleiten, [appellanten] door mr. B.E.J.M. Tomlow, advocaat te Utrecht en [C] in persoon, beiden hebben daarbij pleitnotities in het geding gebracht. Mr. Tomlow voornoemd heeft voorafgaand aan de zitting aan [C] en het hof op 24 november 2011, bij het hof ingekomen op 25 november 2011, de producties P1 tot en met P13 gezonden. [C] heeft op 7 december 2011, bij het hof ingekomen op 9 december 2011, de producties 36 tot en met 40 aan [appellanten] en het hof gezonden. Mr. Tomlow heeft tot slot bij telefax van 12 december 2011 aan [C] en het hof nog een aanvullende productie gezonden. Mr. Tomlow heeft bezwaar gemaakt tegen de door [C] overgelegde producties, op de grond dat producties niet in persoon kunnen worden ingediend. [C] heeft zijnerzijds bezwaar gemaakt tegen de door mr. Tomlow op 12 december 2011 overgelegde productie. Mr. Tomlow heeft daarop bezwaar gemaakt tegen het bezwaar van [C], op de grond dat dit bezwaar niet in persoon mogelijk is.

    2.5 Het hof heeft akte verleend van de door mr. Tomlow op 25 november 2011 in het geding gebrachte producties. De door [C] op 9 december 2011 overgelegde producties heeft het hof geweigerd, nu deze niet in het geding zijn gebracht door een advocaat en [C] in persoon geen proceshandelingen kan verrichten. Hoewel het door mr. Tomlow op 12 december 2011 overgelegde vonnis van de rechtbank Utrecht van 7 december 2011 te laat is ingediend, is deze productie eenvoudig te doorgronden en aan [C] bekend, nu dit vonnis tussen partijen is gewezen en hij in die procedure in persoon is verschenen. Het hof heeft daarop aan mr. Tomlow akte verleend van het in het geding brengen van deze productie.

    2.6 Vervolgens heeft het hof met instemming van partijen arrest bepaald op het door [appellanten] reeds overgelegde procesdossier.

  5. De vaststaande feiten

    3.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist, staan in hoger beroep de navolgende feiten vast:

    3.2 [appellanten] zijn eigenaar van de woning en het perceel aan de [adres] te [woonplaats]. [C] is eigenaar van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT