Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 27 de Enero de 2012

Datum uitspraak27 de Enero de 2012
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

27 januari 2012

Eerste Kamer

10/04687

EE/AK

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[De man],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. P. Garretsen,

t e g e n

[De vrouw],

wonende te [woonplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

  1. Het geding in feitelijke instanties

    Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

    1. de beschikkingen in de zaak 398522/FA RK 08-3862 van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2008 en 22 juli 2009;

    2. de beschikking in de zaak 200.046.270/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 27 juli 2010.

    De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

  2. Het geding in cassatie

    Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

  3. Beoordeling van de middelen

    De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

  4. Beslissing

    De Hoge Raad verwerpt het beroep.

    Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 27 januari 2012.

    10/04687

    Mr. F.F. Langemeijer

    2 december 2011

    Conclusie inzake:

    [De man]

    tegen

    [De vrouw]

  5. Deze alimentatiezaak, over een niet-wijzigingsbeding in een echtscheidingsconvenant, leent zich voor een verkorte conclusie.

  6. In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten zoals vastgesteld in de bestreden beschikking onder 2.1 - 2.5. Kort samengevat is het huwelijk van partijen op 31 augustus 2007 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking d.d. 22 augustus 2007. Partijen hebben de gevolgen van hun echtscheiding geregeld in een op 24 mei 2007 door hen ondertekend convenant, waarvan de inhoud in de beschikking van 22 augustus 2007 is opgenomen. Hierin is bepaald dat de man, naast zijn bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, met ingang van 1 september 2007 een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw zal betalen van € 7.000,- per maand. In het convenant is onder 2.2 vermeld dat de man als advocaat bij een bepaald kantoor werkzaam is en een inkomen heeft van € 400.000,- bruto per jaar, waarop de overeengekomen alimentatie is gebaseerd. Onder 2.5 bevat het convenant een niet-wijzigingsbeding dat (voor zover in cassatie van belang) inhoudt dat de overeengekomen alimentatie gedurende een periode van vier jaren niet op verzoek van de man kan worden gewijzigd op grond van een verandering in zijn inkomenssituatie.

  7. De man is tot 31 december 2007 bij het desbetreffende advocatenkantoor werkzaam geweest. Volgens zijn aangifte IB 2008 bedroegen zijn bruto inkomsten in dat jaar € 69.834,-. In het jaar 2009 ontving de man als directeur/grootaandeelhouder van een besloten vennootschap een (fiscaal) loon van € 47.400,-. Met ingang van 1 januari 2010...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT