Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 31 de Enero de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak31 de Enero de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 31 januari 2012

Zaaknummer 200.068.650/01

(zaaknr. rechtbank: 86777 / HA ZA 08-14)

HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN

Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

[B.V. A],

gevestigd te [plaats],

appellante,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna te noemen: [appellant],

advocaat: mr. I.J.A.J. Hanssen, kantoorhoudende te Boxmeer,

die ook heeft gepleit,

tegen

[B.V. B],

gevestigd te [plaats],

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna te noemen: [geïntimeerde],

advocaat: mr. J.M. Wolfs, kantoorhoudende te Maastricht,

die ook heeft gepleit.

Het geding in eerste instantie

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 11 maart 2009 en 17 maart 2010 door de rechtbank Leeuwarden, sector civiel recht (hierna: de rechtbank).

Het geding in hoger beroep

Bij exploot van 10 juni 2010 is door [appellant] hoger beroep ingesteld van het eindvonnis van 17 maart 2010 met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 22 juni 2010.

De grieven zijn vermeld in de dagvaarding in hoger beroep. De conclusie van deze dagvaarding (met producties) luidt:

(…) bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

1. het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 17 maart 2010 (…) te vernietigen;

2. opnieuw rechtdoende, alsnog geïntimeerde niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans deze af te wijzen;

3. geïntimeerde te veroordelen om € 107.567,64 aan appellante terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2010 tot de dag van terugbetaling;

4. met volledige veroordeling van geïntimeerde in de proceskosten in beide instanties.

[appellant] heeft van eis geconcludeerd.

Bij memorie van antwoord (zonder producties) heeft [geïntimeerde] verweer gevoerd met als conclusie:

bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, appellante niet ontvankelijk te verklaren in haar vordering althans haar vordering af te wijzen en het vonnis van de rechtbank te Leeuwarden van 17 maart 2010 (…) te bekrachtigen, onder veroordeling van appellante in de kosten van deze procedure.

Partijen hebben hun zaak doen bepleiten onder overlegging van pleitnotities door hun advocaten. Ten slotte hebben partijen gevraagd arrest te wijzen op het pleitdossier.

De grieven

[appellant] heeft dertien grieven ontwikkeld.

De beoordeling

de feiten

1.1 Tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank zijn geen grieven opgeworpen, zodat het hof van deze feiten zal uitgaan. Deze feiten komen, samen met hetgeen overigens over de feiten is komen vast te staan, in het kort op het volgende neer.

1.2 Met ingang van 1 januari 2004 is de heer [G] in de functie van hoofd administratie in dienst getreden van [RKF] (hierna te noemen: RKF) voor vier dagen per week, tegen een salaris van bruto € 4.500,- per maand, te vermeerderen met emolumenten.

1.3 Vervolgens is tussen de vennootschap van de heer [G], [B.V. B], en RKF per 1 juli 2005 een overeenkomst van opdracht gesloten, welke overeenkomst -voor zover hier relevant - luidt als volgt:

in aanmerking nemende dat:

* [geïntimeerde] enerzijds en [RKF] anderzijds een overeenkomst van opdracht voor het verrichten van werkzaamheden van financiële aard zijn aangegaan;

* dat thans [geïntimeerde] en [RKF] de overeengekomen voorwaarden wensen vast te leggen.

verklaren te zijn overeengekomen als volgt:

Werkzaamheden

1. De door [geïntimeerde] te verrichten werkzaamheden zullen bestaan uit:

a. het verwerken van de kas-, bank-, inkoop-, en verkoopstukken in geautomatiseerd systeem;

b. voeren van de loonadministratie;

c. algemeen bespreken en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT