Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 10 de Febrero de 2012

Datum uitspraak10 de Febrero de 2012
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

10 februari 2012

Eerste Kamer

11/01107

EV/IF

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

  1. REDIVO V.O.F.,

    gevestigd te 's-Heerenhoek, gemeente Borsele,

  2. [Eiser 2],

    wonende te [woonplaats],

  3. [Eiser 3],

    wonende te [woonplaats],

    EISERS tot cassatie,

    advocaat: mr. P. Garretsen,

    t e g e n

    ASR SCHADEVERZEKERING N.V., voorheen genaamd Fortis ASR Schadeverzekering N.V.,

    gevestigd te Utrecht,

    VERWEERSTER in cassatie,

    advocaat: mr. N.T. Dempsey.

    Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Redivo en ASR.

  4. Het geding in feitelijke instanties

    Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

    1. de vonnissen in de zaak 21362/HA ZA 06-1037 van de rechtbank Utrecht van 12 juli 2006 en 13 december 2006;

    2. de arresten in de zaak 104.003.372 van het gerechtshof te Amsterdam van 1 september 2009 en 12 oktober 2010.

    De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

  5. Het geding in cassatie

    Tegen de arresten van het hof heeft Redivo beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    ASR heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.

    De advocaat van Redivo heeft bij brief van 16 december 2011 op die conclusie gereageerd.

  6. De ontvankelijkheid van het beroep

    3.1 Redivo heeft bij dagvaarding van 12 januari 2011 het onderhavige cassatieberoep ingesteld. De zaak is op 11 maart 2011 voor de eerste maal uitgeroepen ter terechtzitting. Ingevolge art. 3 lid 3 Wet griffierechten burgerlijke zaken diende Redivo te zorgen dat het door haar verschuldigde griffierecht binnen vier weken nadien zou zijn bijgeschreven op de rekening van de Hoge Raad dan wel ter griffie van de Hoge Raad zou zijn gestort. Die termijn liep af op 8 april 2011. Redivo heeft het griffierecht echter eerst op 8 augustus 2011 voldaan.

    Dat brengt mee dat zij op grond van het bepaalde in art. 409a lid 2 Rv. niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beroep met haar veroordeling in de kosten.

    3.2 De omstandigheden die de advocaat van Redivo in zijn brief van 26 oktober 2011 heeft aangevoerd nopen niet tot het geheel of gedeeltelijk buiten toepassing laten van laatstgenoemde bepaling op de in art. 127a lid 3 Rv. genoemde grond.

  7. Beslissing

    De Hoge Raad:

    verklaart Redivo niet-ontvankelijk in haar beroep;

    veroordeelt Redivo in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ASR begroot op € 5.939,-- aan verschotten en € 500,- aan salaris.

    Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT