Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Haarlem, Sector kanton, 17 de Noviembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Noviembre de 2011
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK HAARLEM

Sector kanton

Locatie Haarlem

Zaak-/rolnummer: 519748 / CV EXPL 11-9411

datum uitspraak: 17 november 2011

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake

[A.]

te [woonplaats]

eisende partij in conventie en verwerende partij in reconventie

hierna te noemen [A.]

gemachtigde mr. C.W.M. Neefjes te Purmerend

tegen

[B.]

te [woonplaats]

gedaagde partij in conventie en eisende partij in reconventie

hierna te noemen [B.]

gemachtigde mr. D.J. Posthuma te Velsen-Zuid

Verloop van de procedure

Bij tussenvonnis van 22 september 2011 is een comparitie na antwoord bevolen die is gehouden op 18 oktober 2011.

De griffier heeft aantekening gehouden van wat ter zitting is behandeld en besproken.

De inhoud van die stukken kan als hier ingelast en herhaald worden beschouwd.

De vorderingen

Het gaat in conventie en reconventie om een huurovereenkomst met betrekking tot de woning [adres].

De vorderingen in conventie betreffen:

- primair een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst per 31 mei 2011 is geëindigd door expiratie van die huurovereenkomst, die naar haar aard van korte duur was, met een veroordeling tot ontruiming;

-subsidiair beëindiging van de huur op grond van dringend eigen gebruik door de eigenaar;

-en tenslotte, zowel voor het geval de huurovereenkomst wordt beëindigd als voor het geval zij nog voor onbepaalde tijd zou moeten voortduren, geheel of gedeeltelijke tenietdoening van een beslissing van de Huurcommissie waarin de huurprijs is vastgesteld op een lager bedrag dan de overeengekomen huursom.

In het geding gebracht is een tussen partijen gedane uitspraak van de Huurcommissie te Haarlem van 25 maart 2011, verzonden aan partijen op 13 mei 2011, waartegen [A.] in de onderhavige dagvaarding van 8 juli 2011 een voorziening heeft gevorderd, te weten vernietiging van die uitspraak en een verklaring voor recht dat de aanvangshuur van (volgens de dagvaarding) € 850,-- per maand redelijk is, dan wel een lager bedrag maar hoger dan het door de Huurcommissie genoemde bedrag, en een verklaring voor recht dat eventueel in het gehuurde geconstateerde onderhoudsgebreken geen ernstige gebreken zijn in de categorie C, althans geen gebreken die een (tijdelijke) huurverlaging kunnen rechtvaardigen.

De tegenvorderingen betreffen terugbetaling van door [B.] aan [A.] teveel betaalde huur, en voor het geval de huur mocht worden beëindigd, toekenning aan [B.] ten laste van [A.] van een verhuis- en wederinrichtingskostenvergoeding.

De verweren

De verweren over en weer liggen grotendeels in het verlengde van de vorderingen over en weer.

In conventie betwist [B.] dat er sprake is van een huurovereenkomst die naar haar aard van korte duur is. [B.] betwist ook dat de verhuurder het verhuurde dringend nodig zou hebben voor eigen gebruik, en als de kantonrechter al een andere mening zal zijn toegedaan, verlangt hij voor dat geval toekenning van een ruime vergoeding voor verhuis- en wederinrichtingskosten.

In reconventie stelt [A.] zich op het standpunt dat aan de uitspraak van de Huurcommissie zodanige gebreken kleven dat die niet in stand kan blijven.

Van terugbetaling van te veel betaalde huur kan dus geen sprake zijn.

Bij beëindiging van de huur wil [A.] in beginsel wel een vergoeding voor verhuis- en wederinrichtingskosten betalen maar het gevorderde bedrag is onder de gegeven omstandigheden buitensporig.

Beoordeling van het geschil

Feitelijke vaststellingen

Op grond van wat partijen over en weer aan de orde hebben gesteld en niet of onvoldoende hebben betwist kunnen tenminste de volgende feiten worden vastgesteld:

[A.] heeft, met ingang van 1 juni 2010 aan [B.] en zijn vriendin [X.] voor de periode van 1 jaar de woning aan het [adres] verhuurd.

[A.] deed dat als gemachtigde van zijn vader Y. [A.], die elders in Haarlem aan [adres] in een huurwoning woont.

[A.] Sr en echtgenote hebben de onderhavige woning in de 80-er jaren van de vorige eeuw gekocht en hebben er gewoond met een gezin met een tot vijf oplopend aantal inwonende kinderen.

In 1988 werd de woning hen te klein en zijn zij met hun gezin naar elders in Haarlem verhuisd.

De onderhavige woning is sedertdien steeds mondeling verhuurd en/of in gebruik gegeven aan familieleden en bekenden van de familie [A.] of op basis van een schriftelijke overeenkomsten verhuurd voor kortere of langere perioden.

De onderhavige huurovereenkomst is tot stand gekomen naar aanleiding...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT