Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, 1 de Febrero de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Febrero de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

Vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 197518 / HA ZA 10-446

Vonnis van 19 januari 2011

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

advocaat mr. M.A.J. Jansen te Amsterdam,

tegen

[gedaagden]

gedaagde,

advocaat mr. M.L. LL.M. Blackstone te Leeuwarden.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde sub 1], respectievelijk [gedaagde sub 2] genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 2 juni 2010

    - het proces-verbaal van comparitie van 31 augustus 2010

    - de akte van eiswijziging c.q. - vermeerdering van [eiseres]

    - de antwoord akte van [gedaagde sub 1]

    - de antwoordakte van [gedaagde sub 2].

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. [gedaagde sub 1] heeft in januari 2009 op Marktplaats te koop aangeboden een paard met de naam [naam paard], ras KWPN, geboren op 1 juni 1998 (hierna te noemen het paard). De omschrijving op Marktplaats luidde als volgt:

    “Ik bied te koop aan mijn zeer brave en knappe ruin. Zeer geschikt voor de recreatie of om angstige ruiters weer vertrouwen te leren krijgen. Kan makkelijk alleen naar het bos of over de weg. Braaf bij de hoefsmid en alleen te laden. Hij is 1.74 hoog en donkerbruin. Echt een knuffelpaard! Hij heeft een lichte hartruis maar dit is geen enkele belemmering voor het rijden. Voor meer informatie en foto’s kunt u bellen.

    Vaste prijs 4500 euro”

    2.2. [eiseres] heeft naar aanleiding van de advertentie bij e-mail van 24 januari 2009 aan [gedaagde sub 1] onder meer gevraagd:

    “En kan het paard wel aan de teugel lopen om bijv een keer netjes een B of L proefje te doen? En een sprongetje op z (verder onleesbaar, rechtbank).

    Verder ben vooral echt een bosruiter…”

    2.3. [gedaagde sub 1] heeft hier op dezelfde dag onder meer op geantwoord per e-mail:

    “Ja dat kan, springen kan hij ook en op wedstrijd gaan ook alleen vind ie dat niet zo leuk. Het is echt een superpaard!!”

    2.4. [eiseres] heeft voorafgaand aan de aankoop onder begeleiding van [gedaagde sub 1] een aantal proefritten gemaakt. [gedaagde sub 1] heeft haar medegedeeld dat het paard een operatie aan een been heeft ondergaan, doch dat dit geen beletsel voor het rijden was.

    2.5. Voorafgaand aan de koop heeft op 10 februari 2009 in opdracht van [eiseres] bij [gedaagde sub 2] een aankoopkeuring plaatsgevonden. De keuring is verricht door een van de dierenartsen, B. [betrokkene 1] (hierna te noemen [betrokkene 1]). [eiseres] heeft voorafgaand aan de keuring een zogenaamd “Registratieformulier klinische e/o radiologische keuring paard” ingevuld en ondertekend. Boven haar handtekening staat onder meer in kleine letters voorgedrukt:

    “1. De keurende dierenarts en/of de dierenartsenpraktijk is niet aansprakelijk voor enige schade -vermogens- en gevolgschade daaronder uitdrukkelijk begrepen- veroorzaakt door het uitvoeren van de keuring dan wel door onjuistheden en onvolledigheden in het opstellen van dit onderzoeksrapport tenzij vaststaat dat deze schade te wijten is aan opzet of grove schuld van de keurende dierenarts.”

    2.6. [eiseres] heeft het paard van [gedaagde sub 1] gekocht. [eiseres] heeft de koopsom van € 4.500,- aan [gedaagde sub 1] voldaan en [gedaagde sub 1] heeft het paard aan [eiseres] geleverd.

    2.7. Per e-mail van 1 april 2009 aan [gedaagde sub 1] heeft [eiseres] onder meer bericht:

    “Moet nog erg wennen aan z’n gangen en krijg hem met geen mogelijkheid aan de teugel in de bak dus dat is soms wat frustrerend haha. Om hier meer hulp bij te kunnen krijgen en het sneller op te kunnen lossen staat hij sinds maandag avond bij mijn instructrice voor een paar weken.”

    Het paard heeft tot 1 juni 2009 bij de instructrice van [eiseres] op stal gestaan.

    2.8. [gedaagde sub 2] heeft aan [eiseres] een factuur d.d. 17 april 2009 voor de keuringswerkzaamheden gezonden ten bedrage van € 495,- incl. btw. [eiseres] heeft deze factuur voldaan.

    2.9. Bij e-mailbericht van 3 juli 2009 heeft [eiseres] aan [gedaagde sub 1] onder meer bericht dat het paard zijn linker voorbeen probeert te ontlasten. Zij vraagt voorts of dit iets met de spieren of schouder of rug zou kunnen zijn.

    2.10. Bij e-mail van 15 juli 2009 heeft [eiseres] aan [gedaagde sub 1] onder meer bericht:

    “Verder heb ik vandaag een afspraak heeft gemaakt voor [naam paard] in Emmeloord. Ben eigenlijk al aan het klungelen met hem sinds hij er is met rug, niet zuiver lopen en absoluut slecht nageeflijk te rijden. Ik begrijp dan ook al de hele tijd niet wat ik verkeerd doe en om mij daarbij te helpen heeft mijn instructrice ook best vaak op [naam paard] gereden tegen betaling. (…)

    Omdat ik mij zorgen maak om hem, heb ik vandaag een afspraak gemaakt (advies ook van instructrice en dierenarts). (…)

    Mocht jij toevallig ooit foto’s van de rug/nek hebben laten maken dan hoor ik dat graag! Wellicht zijn er dan al dingen uit te sluiten zodat dat scheelt in kosten volgende week.”

    2.11. [gedaagde sub 1] heeft per e-mail op diezelfde dag aan [eiseres] bericht dat er foto’s van nek en rug van het paard zijn gemaakt 1,5 jaar geleden bij [gedaagde sub 2].

    2.12. [eiseres] heeft de foto’s van de hals van het paard bij [gedaagde sub 2] opgevraagd en ontvangen.

    2.13. Op 24 juli 2009 heeft [eiseres] het paard laten onderzoeken door [betrokkene 2], specialist chirurgie van het paard, verbonden aan Dierenkliniek Emmeloord (hierna te noemen [betrokkene 2]). [betrokkene 2] heeft op 27 juli 2009 een verslag van dat onderzoek opgemaakt. Voor zover van belang staat daarin vermeld:

    “Bovenvermeld paard is in februari 2009 gekocht, naderhand is gebleken dat het paard het gevraagde werk/ de belasting niet kan verdragen.

    Palpatie van de rug: pijnlijk direct achter de schoft. Het paard is scheef in zijn kruis. De R bekkenhelft is kleiner/smaller dan de linker.

    Buigproeven van de benen geven geen versterking van pijnlijkheid te zien. Het paard is geopereerd aan de binnenzijde van de kootbeensleuning van het L achterbeen.

    Röntgenonderzoek:

    Spinaal uitsteeksels zadelplaats: geen drukkingen tegen elkaar.

    Cervicale C VI-VII: artrose. Dit moet de oorzaak van de klachten zijn.

    Beoordeling kootbeensleuning LA mediaal: rustig beeld.

    Gelet op de klachten en de röntgenologische bevindingen moet geconcludeerd worden dat de afwijkende overgang tussen de zesde en de zevende halswervel de basis van voornoemde klachten is.

    De prognose moet ongunstig gesteld worden. Dit gebaseerd op röntgenonderzoek van januari 2008, waarbij de nu waargenomen afwijkingen reeds herkenbaar zijn.

    Geadviseerd wordt in overleg te treden met de vorige eigenaar van het paard, daar het paard ongeschikt is voor het gebruik waartoe het bestemd is. Het paard kan geen belasting onder het zadel verdragen.”

    2.14. [eiseres] heeft [gedaagde sub 1] van de resultaten van het onderzoek door [betrokkene 2] op de hoogte gesteld.

    2.15. [gedaagde sub 1] heeft op 25 juli 2009 per e-mail aan [eiseres] onder meer bericht:

    “Wat betreft het nageeflijk zijn was dat nogal wisselend, ik dacht nooit eigenlijk aan iets lichamelijks, de reden dat ik dat destijds heb gedaan is omdat hij Z dressuur liep en ik dacht dat dat misschien te hoog gegrepen was, en ik zeker wilde weten dat het niet iets lichamelijks was.(…) Vandaar ook de operatie aan zijn been omdat zij dachten dat het zakken van de hals daar mee te maken zou kunnen hebben, en dat na de operatie heel erg zou...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT