Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 20 de Septiembre de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 20 de Septiembre de 2011 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
EERSTE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [woonplaats],
APPELLANT,
advocaat: mr. M.A.M. Lem te Breda,
t e g e n
de stichting STICHTING PENSIOENFONDS ATRADIUS NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. A.G. van Marwijk Kooy te Amsterdam.
-
Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna respectievelijk [appellant] en het Fonds genoemd.
[appellant] is bij dagvaarding van 6 augustus 2010 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam, hierna de kantonrechter, van 10 mei 2010, onder kenmerk CV 09-35819 uitgesproken tussen hem als eiser en het Fonds als gedaagde.
[appellant] heeft bij memorie, met producties, tegen genoemd vonnis acht grieven aangevoerd, zijn eis vermeerderd, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, voor recht zal verklaren dat het tijdelijk ouderdomspensioen en het ouderdomspensioen ook vanaf 1 januari 2009 zal moeten worden geïndexeerd conform artikel 11 van het pensioenreglement Atradius van vóór 1 januari 2001, alsmede dat [appellant] vanaf 1 september 2009 jaarlijks recht heeft op uitbetaling van de vakantietoeslag ex artikel 12 van het pensioenreglement van Atradius van vóór 1 januari 2001 en voorts het Fonds zal veroordelen tot indexatie van het tijdelijk ouderdomspensioen en het ouderdomspensioen van [appellant] ook vanaf 1 januari 2009 conform artikel 11 van het pensioenreglement Atradius van vóór 1 januari 2001 onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor elke dag dat het Fonds daarmee in gebreke blijft, met veroordeling van het Fonds in de kosten van beide instanties.
Bij memorie van antwoord tevens antwoordakte houdende vermeerdering van eis heeft het Fonds de grieven bestreden, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof de vorderingen van [appellant] zal afwijzen met veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep.
Partijen hebben de zaak op 16 juni 2011 laten bepleiten, [appellant] door zijn advocaat en het Fonds door mr. J.W. de Bruin, advocaat te Amsterdam, beiden aan de hand van pleitaantekeningen die aan het hof zijn overgelegd.
Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd op de stukken van beide instanties.
-
De feiten
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder “Feiten” 1 (1.1 tot en met 1.8) een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daaromtrent bestaat geen geschil zodat ook het hof die feiten tot uitgangspunt neemt.
-
De beoordeling
3.1 Het gaat in deze zaak om het volgende.
-
[appellant] is tot 1 maart 2006 in dienst geweest van Atradius Credit Insurance N.V., hierna: Atradius, en nam in die tijd deel aan een pensioenregeling die werd uitgevoerd door het Fonds.
-
Per 1 maart 2006 is [appellant] met tijdelijk ouderdomspensioen en aansluitend per 1 september 2009 met pensioen gegaan.
-
Tussen [appellant] enerzijds en Atradius en het Fonds anderzijds zijn geschillen gerezen. Ter beslechting daarvan hebben zij op 15 januari 2008 een vaststellingsovereenkomst gesloten, hierna: de vaststellingsovereenkomst. Daarbij is in de artikelen 1 en 2 een...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT