Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 28 de Febrero de 2012

Datum uitspraak28 de Febrero de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/6097 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellante], wonende te [woonplaats] (appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 28 september 2009, 09/1651 (aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad (college)

Datum uitspraak: 28 februari 2012

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellante heeft mr. A.G.B. Bergenhenegouwen hoger beroep ingesteld.

    Het college heeft een verweerschrift ingediend.

    Appellante heeft nadere stukken ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft, met het onderzoek in de gevoegde zaak met reg.nr. 10/2942 WWB, plaatsgevonden op 17 januari 2012, waar appellante is verschenen en het college zich heeft laten vertegenwoordigen door Ph.H. Arnold. Na sluiting van het onderzoek ter zitting zijn de gevoegde zaken weer gesplitst. In deze zaak doet de Raad heden afzonderlijk uitspraak.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.2. Appellante ontving sinds 13 juli 2004 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande. Haar vader is overleden [in] 2006. Het aandeel van appellante in de nalatenschap bedroeg € 43.062,36. Dit bedrag is op 16 juli 2007 op haar bankrekening bijgeschreven.

      1.3. Het college heeft de bijstand van appellante bij besluit van 29 oktober 2008 met ingang van 27 september 2006 herzien (lees: ingetrokken) en de kosten van de gemaakte bijstand over de periode van 27 september 2006 tot en met 31 augustus 2008 tot een bedrag van € 14.715,50 bruto van appellante teruggevorderd.

      1.4. Bij besluit van 11 februari 2009 (het bestreden besluit) heeft het college - onder wijziging van de motivering - het bezwaar ongegrond verklaard. Het college heeft de kosten van bijstand over de periode van 27 september 2006 tot 16 juli 2007 teruggevorderd. Over de periode vanaf 16 juli 2007 heeft het college de bijstand ingetrokken en de kosten van de ten onrechte verleende bijstand over de periode van 16 juli 2007 tot en met 31 augustus 2008 teruggevorderd.

    2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

    3. In hoger beroep heeft appellante zich op de hierna te bespreken gronden tegen deze uitspraak gekeerd.

    4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

      4.1. Artikel 54, derde lid, van de WWB bepaalt - voor zover hier van belang - dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT