Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 29 de Febrero de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Febrero de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 379480 / HA ZA 11-1269

Vonnis in verzet van 29 februari 2012

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

gedaagde in het verzet,

advocaat mr. R.J. Michielsen,

tegen

[gedaagde],

verblijvende te [plaatsnaam],

gedaagde,

eiser in het verzet,

advocaat mr. D. Dronkers.

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 13 juli 2011 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;

- de brieven van mr. Dronkers d.d. 16 september 2011 en 1 december 2011, met bijlagen;

- de op 28 oktober 2011 door mr. Michielsen overgelegde stukken;

- het proces-verbaal van comparitie van 14 december 2011.

Ten slotte is vonnis bepaald.

De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het navolgende vast.

Op 16 juli 2004 heeft [gedaagde] met een pistool op [eiser] geschoten, waardoor [eiser] gewond is geraakt. Ter zake van dit incident is [gedaagde] bij vonnis van 2 november 2004 strafrechtelijk veroordeeld voor poging tot doodslag.

[eiser] heeft in de strafzaak als benadeelde partij een vordering tot vergoeding van schade ingesteld. De strafrechter heeft geoordeeld dat [eiser] niet in zijn vordering kan worden ontvangen omdat deze niet van voldoende eenvoudige aard is.

De vordering

[eiser] heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

  1. zal verklaren voor recht dat [gedaagde] volledig aansprakelijk is voor de gevolgen van het door [gedaagde] op 16 juli 2004 jegens [eiser] gepleegde geweldsmisdrijf;

  2. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 20.000,- ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 juli 2004 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot betaling van een bedrag van

€ 1.937,07 ter zake van de materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.

[eiser] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden materiële en immateriële schade. Ter feitelijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT