Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 1 de Marzo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Marzo de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

beschikking

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

zaaknummer / rekestnummer: 407010 / HA RK 11-690

Beschikking van 1 maart 2012

in de zaak van

  1. [verzoekster sub 1],

  2. [verzoeker sub 2],

    in de hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van hun minderjarige dochter:

    [kind van verzoekers],

    allen wonende te [woonplaats],

    verzoekers,

    gemachtigde mr. D.F. Smulders te Rijswijk,

    tegen

    de naamloze vennootschap ING BANK N.V.,

    gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam,

    verweerster,

    advocaat mr. A.L. de Vogel te Amsterdam.

    Verzoekers en verweerster worden hierna respectievelijk aangeduid als '[verzoekers c.s.]' en 'ING'.

  3. De procedure

    1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het op 11 november 2011 ingekomen verzoekschrift;

    - het verweerschrift van ING;

    - de pleitnota van ING;

    - de beschikking van de kantonrechter van deze rechtbank van 1 februari 2012, waarbij verzoekers zijn gemachtigd hun minderjarige dochter [kind van verzoekers] (hierna: [kind van verzoekers]) in deze procedure te vertegenwoordigen.

    1.2.De zaak is behandeld ter zitting van 2 februari 2012. Aldaar zijn verzoeker sub 2 en [kind van verzoekers] verschenen, vergezeld van mr. D.F. Smulders. Namens ING zijn de heren [A] en [B] verschenen, vergezeld van mr. A.L. de Vogel.

  4. De feiten

    2.1. [kind van verzoekers], die is geboren op [geboortedatum] 1994, heeft bij ING een betaalrekening voor jongeren gehad onder nummer [nummer]. Aan deze rekening was een betaalpas met pincode gekoppeld.

    2.2. Op 14 februari 2011 is geprobeerd van de betaalrekening van [kind van verzoekers] in Den Haag een bedrag van € 10,-- op te nemen. Deze transactie is afgebroken wegens saldotekort. Op dat moment had [kind van verzoekers] haar betaalrekening sinds 14 september 2010 niet meer gebruikt.

    2.3.Op 18 februari 2011 is op de rekening van [kind van verzoekers] een bedrag van € 2.500,-- bijgeschreven vanaf ING rekeningnummer [nummer] op naam van [C] Schilder Glaswerken. Deze betaling is verricht door middel van internetbankieren. Voor de overboeking was door de rekeninghouder geen toestemming gegeven. Het gestorte bedrag is rond middernacht op 18 en 19 februari 2011 via vier opnames bij geldautomaten in Amsterdam van de rekening van [kind van verzoekers] afgeschreven. Deze transacties staan vermeld op een rekeningafschrift dat op 17 maart 2011 aan [kind van verzoekers] is verzonden.

    2.4.Door frauduleuze overboekingen is in totaal € 10.000,-- van de rekening van [C] weggesluisd. Nadat ING de fraude had ontdekt, heeft zij op 21 februari 2011 contact opgenomen met [C]. Naar aanleiding hiervan heeft [C] de dag daarna aangifte gedaan bij de politie.

    2.5.Bij brief van 13 mei 2011 heeft ING aan [kind van verzoekers] bericht dat voormelde storting ertoe heeft geleid dat het voor bankieren benodigde vertrouwen ernstig is geschaad en dat dit voor ING aanleiding is om de relatie met [kind van verzoekers] te beëindigen en haar persoonsgegevens op te nemen in het incidentenregister. ING stelt in die brief een vordering te hebben op [kind van verzoekers] die zij heeft overgedragen aan een incassobureau.

    2.6.Bij brief van 8 juni 2011 van haar gemachtigde heeft [kind van verzoekers] de tegen haar geuite beschuldiging van frauduleus handelen betwist. In die brief wordt ING gesommeerd binnen 21 dagen de gegevens van [kind van verzoekers] uit de toepasselijke registers te verwijderen.

    2.7.ING heeft bij brief van 5 augustus 2011 medegedeeld dat er voor haar geen aanleiding is om haar eerder ingenomen standpunt te wijzigen en dat [kind van verzoekers] (mede) verantwoordelijk wordt gehouden voor de fraudezaak en de schade die hier het gevolg van is. Wel is, gezien de leeftijd van [kind van verzoekers], de duur van de plaatsing in het interne en externe verwijzingsregister beperkt tot vier jaar. Tevens is in de brief vermeld dat [kind van verzoekers], voor het geval zij zich in het standpunt van ING niet zou kunnen vinden, daartegen binnen zes weken bezwaar zou kunnen aantekenen bij de directie van ING.

    2.8.Bij brief van 13 september 2011 heeft de gemachtigde van [kind van verzoekers] aan de directie van ING bericht dat zij zich niet met het standpunt van ING kan verenigen. In de brief wordt ING verzocht [kind van verzoekers] binnen veertien dagen uit de registers te verwijderen.

    2.9.Bij brief van 30 september 2011 heeft de directie van ING doen weten dat zij niet aan het namens [kind van verzoekers] gedane...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT