Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 21 de Marzo de 2012

Datum uitspraak21 de Marzo de 2012
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201107653/1/V4.

Datum uitspraak: 21 maart 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

de minister voor Immigratie en Asiel,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Maastricht, van 6 juli 2011 in zaak nr. 11/20717 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de minister.

1. Procesverloop

Bij besluit van 22 juni 2011 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 6 juli 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van die dag bevolen en de vreemdeling schadevergoeding toegekend. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de minister (thans: de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel) bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 13 juli 2011, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

2. Overwegingen

2.1. In de enige grief klaagt de minister, samengevat weergegeven, dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het proces-verbaal noch het locatieoverzicht Mobiel Toezicht Veiligheid (hierna: MTV) van juni 2011 inzichtelijk maakt dat is voldaan aan de bij artikelen 20 en 21 van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (hierna: de Schengengrenscode) en aan de in artikel 4.17a van het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: het Vb 2000) gestelde eisen.

Daartoe betoogt de minister dat het tweede lid van artikel 4.17a geen absoluut geformuleerde norm kent ter zake van de aanleiding voor de controle van een voertuig. Dat in het proces-verbaal niet is gerelateerd of de controle informatiegestuurd heeft plaatsgevonden en, zo dit het geval mocht zijn, op basis van welke informatie deze plaatsvond, dan wel of de controle met het oog op het verkrijgen van informatie over illegaal verblijf plaatsvond, kan daarom niet tot de conclusie leiden dat de controle in strijd is met artikel 4.17a en dat het proces-verbaal op dit punt tekortschiet. Dat geldt evenzeer voor het ontbreken van inzicht in de vraag of, indien de controle is gebaseerd op algemene politie-informatie en ervaring, deze met name bedoeld was ter bestrijding van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT