Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Amsterdam, 9 de Febrero de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Febrero de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rekestnummer: 494328 / HA RK 11-213

Beschikking van 9 februari 2012

in de zaak van

[verzoeker],

wonende te [plaats],

verzoeker,

advocaat mr. G.J.W. Pulles te Amsterdam,

tegen

de naamloze vennootschap

ING BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

verweerster,

advocaat mr. A.L. de Vogel te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [verzoeker] en ING worden genoemd.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 1 juli 2011,

    - de tussenbeschikking van 18 augustus 2011, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,

    - het verweerschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 1 november 2011,

    - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 8 november 2011.

    1.2. De beschikking is bepaald op heden. Partijen zijn van de gewijzigde beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.

  2. De feiten

    2.1. [verzoeker] had een betaalrekening (‘Jongerenrekening”) bij de ING bekend onder nummer [rekeningnummer 1]. Op deze rekening-courantovereenkomst waren de algemene voorwaarden van ING van toepassing, waaronder “Voorwaarden gebruik Betaalpassen”, die voor zover thans relevant luiden:

    “(…)

    Artikel 3 Zorgplicht cliënt

    (…)

    3.2 De pincode is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar. Cliënt is ten aanzien van de hem toegekende pincode verplicht geheimhouding te betrachten ten opzichte van een ieder (…). Niet-naleving van het in dit artikellid bepaalde leidt tot aansprakelijkheid van cliënt (…).

    3.3 Indien cliënt weet of vermoedt dat zijn pincode aan derden bekend is, is hij verplicht dit onverwijld aan de Bank mede te delen bij een door de Bank aangewezen meldpunt.

    (…)”

    Artikel 6 Aansprakelijkheid

    (…)

    6.2

    1. In geval van verlies, diefstal, misbruik of vervalsing van een Betaalpas dient client dit direct na ontdekking te melden bij het door de Bank aangegeven meldpunt (…). Behalve in geval van verlies dient tevens direct melding plaats te vinden bij de politie. (…)”

      2.2. Op 16 december 2009 is middels internetbankieren op de betaalrekening van [verzoeker] een bedrag van EUR 1.000,00 bijgeschreven vanaf ING rekeningnummer [rekeningnummer 2]. Deze rekening staat op naam van de heer [A] (hierna: de benadeelde). De benadeelde had voor deze transactie geen toestemming gegeven en was verder ook niet bekend met [verzoeker]. Op 16 en 17 december 2009 is het saldo van de betaalrekening van [verzoeker] veelvuldig gecontroleerd, zowel via de internetpagina MijnING.nl, waarbij gebruik is gemaakt van de gebruikersnaam en het wachtwoord van [verzoeker] die uitsluitend aan [verzoeker] zijn verstrekt, als met de betaalpas bij een bankautomaat van ING, waarbij de pincode behorende bij de betaalpas steeds foutloos is ingetoetst. Kort voor de betreffende bijboeking is de betaalrekening van [verzoeker] op nagenoeg nihil (EUR 1,22) gesteld. Vrijwel direct na de bijboeking is getracht het bedrag van EUR 1.000,00 via een pinopname van de betaalrekening van [verzoeker] op te nemen. Deze transactie is echter wegens het overschrijden van de opnamelimiet (van EUR 1.000,00 per dag bij de ‘eigen’ bank ) tegengehouden. De mislukte transactie is direct hierna opgevolgd door een opname van EUR 980,00, waarmee de opnamelimiet voor die dag bij de eigen bank in zijn geheel was bereikt.

      2.3. Op 17 december 2009 heeft de benadeelde de schade bemerkt omdat er een tekort aan saldo op zijn betaalrekening was ontstaan en heeft hij de schade bij ING gemeld. ING heeft hierop de betaalrekening van [verzoeker] geblokkeerd.

      2.4. Bij brief van 19 januari 2010 heeft ING, voor zover hier van belang, het volgende aan [verzoeker] en zijn wettelijk vertegenwoordiger bericht:

      “(…) Op d.d. 16 december 2009 zijn de gegevens van u naar voren gekomen in een onderzoek naar fraude. Er is door middel van Internetbankieren een bedrag van € 1000 op uw Betaalrekening bijgeschreven, afkomstig van een rekening waarvan de houder geen opdracht heeft gegeven.

      Het beleid van de ING is om na constatering van fraude het risico te minimaliseren. In artikel 30 van de Algemene Voorwaarden is onder meer gesteld: “De relatie tussen een cliënt en de bank kan zowel door de cliënt als door de bank worden opgezegd, zodra het vertrouwen ontbreekt.”

      Deze kwestie heeft ertoe geleid dat het voor het bankieren benodigde vertrouwen ernstig is geschaad. Dit is voor ING aanleiding om de relatie met u te beëindigen en uw persoonsgegevens op te nemen in het incidentenregister.

      Voor de volledigheid willen wij u vermelden dat de bank nog een vordering op u heeft.(…)”

      2.5. Het “Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen”, gedateerd 3 maart 2011, luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

      “(…)

      Preambule (…)

      (…)

      Aan het Incidentenregister is een Extern Verwijzingsregister gekoppeld. Dit Extern Verwijzingsregister bevat uitsluitend Verwijzingsgegevens (bijvoorbeeld een naam en geboortedatum of KvK-nummer) die onder strikte voorwaarden mogen worden opgenomen. (…) De banken die lid zijn van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), alsmede de financieringsinstellingen (…) hebben de mogelijkheid om via een Verwijzingsapplicatie te toetsen of een (rechts)persoon in het extern verwijzingsregister (EVR) van de banken voorkomt.

      (…)

      2 Begripsbepalingen

      In dit Protocol wordt verstaan onder:

      (…)

      Incident een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een Financiële Instelling, de Financiële Instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals (…) phishing (…)

      (…)

      3.1 Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister

      3.1.1 Iedere Deelnemer heeft een Incidentenregister, waarin door de betreffende Deelnemer gegevens van (rechts)personen worden vastgelegd ten behoeve van het in artikel 4.1.1 Protocol genoemde doel, naar aanleiding van of betrekking hebbend op een (mogelijk) Incident. (…)

      (…)

      4.1 Doel Incidentenregister

      4.1.1 Met het oog op het kunnen deelnemen aan het Waarschuwingssysteem is iedere Deelnemer gehouden de volgende doelstelling voor het vastleggen van gegevens in het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT