Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Roermond, 28 de Marzo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Marzo de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Roermond

vonnis

RECHTBANK ROERMOND

Sector civielrecht

zaaknummer / rolnummer: 99877 / HA ZA 10-230

Vonnis van 28 maart 2012

in de zaak van

de naamloze vennootschap

NV WATERLEIDING MAATSCHAPPIJ LIMBURG,

gevestigd te Maastricht,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. D.E.A.F. Aertssen,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MUTUALIS BELEGGINGEN B.V.,

gevestigd te Baexem,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. J.P. Zanders.

Partijen zullen hierna WML en Mutualis genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  2. de dagvaarding van 1 maart 2010

  3. de conclusie van antwoord en van eis in reconventie

  4. de conclusie van antwoord in reconventie

  5. het vonnis van 22 september 2010

  6. de reactie op het vonnis van Mutualis van 18 januari 2011

  7. een brief van WML van 17 januari 2011 met producties

  8. een brief van WML van 24 januari 2011 met producties

  9. het proces-verbaal van comparitie van 28 januari 2011 met als bijlagen de brieven van partijen naar aanleiding daarvan

  10. de tijdens de comparitie ingediende akte vermeerdering van eis in conventie

  11. de akte houdende vermeerdering van eis in reconventie van 16 februari 2011

  12. de antwoordakte vermeerdering van eis in reconventie

  13. de rolbeslissing van 3 maart 2011

  14. de conclusie van repliek tevens akte vermeerdering van eis

  15. de antwoordakte vermeerdering van eis

  16. de rolbeslissing van 30 maart 2011

  17. de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie

  18. de conclusie van dupliek in reconventie

  19. de akte van Mutualis van 15 november 2011

  20. de pleitnotities van beide partijen van het op verzoek van Mutualis op 15 november 2011 gehouden pleidooi, na afloop waarvan de zaak voor vonnis is gesteld.

    1.2. Verwijzing naar bijlagen vindt plaats door vermelding van het nummer van het processtuk gevolgd door het nummer van de bijlage. Indien het een bijlage van een bijlage betreft, volgt het nummer van deze subbijlage na het nummer van de bijlage (bijlage 1,5,7 betreft dus bijlage 7 bij de bij processtuk 1 (de dagvaarding) gevoegde bijlage 5 (het rapport Hoffmann)).

  21. De geschillen

    In conventie

    2.1. WML heeft bij koopovereenkomst van 24 december 2007 (bijlage 1,1) 21 percelen onroerend goed voor 115.003 euro verkocht aan het latere Mutualis (zie rechtsoverweging 3.14). Levering vond plaats bij akte van 25 februari 2008 (bijlage 1,2). Namens WML is deze transactie gesloten door de heer [A] (hierna: [A]), die als manager registergoederen en rentmeester bij WML werkzaam was. De onroerende zaken betroffen eigendommen van WML die in het kader van de waterwinning waren aangeschaft en in verband met de sluiting ervan voor verkoop bestemd waren.

    2.2. [A] was bevoegd om namens WML transacties af te sluiten tot 250.000 euro, mits er voorafgaand intern door parafering goedkeuring werd verleend door de sectormanager van WML. Voor onderhavige transactie is deze interne goedkeuring niet gevraagd en verleend. De toepassing van deze validatieprocedure werd binnen WML niet consequent toegepast.

    2.3. WML had het vermoeden dat de verkochte percelen veel meer waard waren dan waarvoor ze verkocht waren. Zij baseerde dat in eerste instantie op een interne taxatie van de heer [B] (verder: [B]), die uitkomt op een verkoopwaarde van 1.286.000 euro (bijlage 1,3). [B] is bij WML in dienst als adviseur zekerstelling grondstof en winning (bijlage 1,4). WML heeft in later stadium tevens de heren [C] en [D] van Ruijters Makelaars en Financieel Adviseurs (verder: Ruijters) de verkochte onroerende zaken laten taxeren. Deze komen in hun rapportage van 1 december 2008 uit op een waarde van 1.850.000 euro (bijlage 1,14).

    2.4. Naar aanleiding van het vermoeden van belangenverstrengeling tussen [A] en Mutualis heeft WML opdracht gegeven aan Hoffmann Bedrijfsrecherche (verder: Hoffmann) om daarnaar onderzoek te doen (het rapport van 8 oktober 2008 is als bijlage 1,5 in het geding gebracht). WML heeft tevens in de woning van [A] en op diens privé computer bewijsbeslag gelegd op documenten. Deloitte heeft naar die documenten een forensisch accountantsonderzoek gedaan en daarvan een rapport opgemaakt, dat niet in het geding kon worden gebracht omdat Deloitte daarvoor geen toestemming verleende.

    2.5. WML stelt met verwijzing naar met name bovenomschreven onderzoeken dat genoemde koopovereenkomst tussen WML en Mutualis nietig is door een gebrek aan vertegenwoordigingsbevoegdheid, althans onder invloed van bedrog of dwaling tot stand is gekomen c.q. strijdig is met de openbare orde dan wel dat Mutualis onrechtmatig jegens WML gehandeld heeft, althans onrechtmatig geprofiteerd heeft van door [A] jegens WML gepleegde wanprestatie. De stellingen van WML komen er kort gezegd op neer dat [A] en de heer [E] (directeur van Mutualis, verder: [E]) samengespannen hebben om de betreffende onroerende zaken (te) goedkoop aan Mutualis over te dragen met het oogmerk om daarvan vervolgens samen voordeel te hebben. WML heeft bij brief van 11 februari 2010 jegens Mutualis de nietigheid van de koopovereenkomst ingeroepen. WML vordert een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst en daaropvolgende leveringsakte nietig zijn, althans vernietigd zijn althans bij vonnis worden vernietigd. Voorts wordt uit hoofde van nietigheid, vernietiging of schadevergoeding gevorderd om ingevolge art. 3:299 BW gemachtigd te worden over te gaan tot teruglevering van de nog in bezit van Mutualis zijnde (gekochte) percelen dan wel Mutualis onder verbeurte van dwangsommen te bevelen aan die teruglevering mee te werken.

    2.6. Mutualis heeft in de periode van 27 mei 2008 tot en met 15 augustus 2008 vijf (van de eenentwintig) onroerende zaken verkocht voor een totaalprijs van 239.500 euro (zie voor een overzicht rapport Hoffmann, blz. 55-57). WML vordert dit bedrag minus de door haar ontvangen prijs voor alle percelen (115.003 euro) terug, hetgeen neerkomt op 124.497 euro. Over dit laatste bedrag vordert WML de wettelijke rente vanaf 25 februari 2008: de datum dat (de laatste van) de vijf percelen waren verkocht, althans vanaf de dag van de instelling van de vordering (1 maart 2010). Voorts worden buitengerechtelijke, beslag- en proceskosten gevorderd.

    2.7. Mutualis bestrijdt de vorderingen. Zij stelt dat de transactie volstrekt zakelijk en eerlijk is verlopen en er van fraude, benadeling of enige andere onregelmatigheid geen sprake was. Besprekingen tussen [A] en [E] over betrokkenheid van [A] bij Mutualis waren uitsluitend gericht op een tijdbesteding van [A] na zijn pensionering. Die beoogde deelname heeft geen invloed gehad op de inhoud van de transactie of de prijs.

    2.8. Ter onderbouwing dat er tussen partijen een marktconforme prijs is overeengekomen, heeft in opdracht van Mutualis de heer [F] van Bonnema Makelaars (verder: Bonnema) op 14 mei 2009 een taxatierapport uitgebracht (bijlage 2,4), waarin de waarde van de verkochte zaken wordt getaxeerd op 699.000 euro, waarbij met name geen rekening is gehouden met een sloopverplichting ten aanzien van een onroerende zaak in Helden aan de Kesselseweg 42-44, die door Mutualis wordt gesteld op 500.000 euro. In opdracht van Mutualis heeft tevens ing. [G] van Jack Frenken Makelaars en Hypotheekadviseurs (verder: Frenken) op 26 mei 2009 een taxatierapport uitgebracht (bijlage 2,5), waarin de waarde van de verkochte zaken wordt getaxeerd op 135.200 euro.

    In reconventie

    2.9. Mutualis stelt dat het taxatierapport van Ruijters apert ondeugdelijk is doordat daarin ten onrechte de negatieve aspecten van de onroerende zaken geheel buiten beschouwing zijn gebleven. Op veel percelen staan watertorens of andere bouwwerken, waaraan nu of in de toekomst verplichtingen tot onderhoud of afbraak kleven. Mutualis stelt dat WML moest beseffen dat Ruijters die aspecten onvoldoende had belicht en dat zijn taxatie dus niet klopte. Door toch op dat rapport af te gaan en op basis van de resultaten Mutualis te beschuldigen en de publiciteit te zoeken (krantenartikelen: bijlage 2,7), heeft WML volgens Mutualis onrechtmatig jegens haar gehandeld. Zij vordert de door haar ter beperking van schade gemaakte kosten voor de taxaties van Bonnema en Frenken ad 12.692 euro exclusief omzetbelasting alsmede overige schade op te maken bij staat. Voorts vordert zij opheffing van het door WML gelegde beslag en plaatsing van een annonce in Dagblad de Limburger en de NRC met de tekst zoals in de vordering is opgenomen.

    2.10. WML betwist dat het taxatierapport van Ruijters onjuist is. Zij wijst er voorts op dat zij haar beschuldigingen primair baseert op door Hoffmann en Deloitte geconstateerde feiten en omstandigheden en dat de taxatie van Ruijters vooral bevestigde wat in die onderzoeken naar voren kwam. WML stelt dat Mutualis niet aangeeft op welke wijze zij aan de publicatie van de in geding gebrachte artikelen zou hebben bijgedragen. WML stelt zelf de publiciteit niet te hebben gezocht en terughoudend te zijn gebleven met het ingaan op verzoeken tot informatie van journalisten.

  22. De beoordeling

    in conventie

    Maakt het rapport Hoffmann onderdeel uit van de processtukken?

    3.1. Mutualis stelt zich op het standpunt dat de rechtbank geen gebruik mag maken van het rapport Hoffmann. Als reden voert zij aan dat het een stuk van “enige honderden niet duidelijk gekopieerde en genummerde bladzijden” betreft. De betekenis ervan wordt niet toegelicht evenmin als dat opheldering wordt gegeven ter toelichting of staving van welke stelling het rapport bedoeld is.

    3.2. WML merkt op dat het niet aan partijen, maar aan de rechter is om in geval van onduidelijkheid om opheldering te vragen. WML geeft als reden dat het rapport in het geding is gebracht de door Hoffmann naar boven gehaalde gegevens. Om de conclusies van het rapport te kunnen volgen, is het gehele rapport overgelegd. De conclusies van het rapport acht WML relevant voor de beoordeling van de positie van [A] ten opzichte van Mutualis ten tijde van de onderhandelingen, de totstandkoming van de schriftelijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT