Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 28 de Marzo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Marzo de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11/21197

uitspraak van de enkelvoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[eiser], V-nummer [nummer]

(gemachtigde: mr. D. Schaap),

en

de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, voorheen de minister voor Immigratie en Asiel, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Soylemez).

Procesverloop

Eiser heeft gesteld te zijn geboren op [datum] 1980 en de Turkse nationaliteit te hebben. Hij verblijft als vreemdeling in Nederland.

Bij besluit van 23 juni 2006 is eiser in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'verblijf als au pair', geldig van 20 maart 2006 tot

8 maart 2007. Bij besluit van 13 februari 2009 is eiser in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning onder de beperking verblijf bij partner, geldig van 31 oktober 2007 tot 31 oktober 2009. Deze vergunning is laatstelijk verlengd tot 5 december 2011.

Bij brief van 14 januari 2011 heeft eiser een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Deze aanvraag is tevens ambtshalve aangemerkt als een aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning 'verblijf bij partner'. Op deze aanvragen is door verweerder op 22 maart 2011 afwijzend beslist. Eiser heeft tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend. Op 27 mei 2011, verzonden 30 mei 2011, heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Bij brief van 27 juni 2011 heeft eiser tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.

De openbare behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 11 januari 2012. Zowel eiser als verweerder hebben zich doen vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1 Eiser stelt dat verweerder in het bestreden besluit ten onrechte zijn standpunt dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd heeft gehandhaafd. Daartoe heeft hij onder meer aangevoerd dat verweerder in het bestreden besluit heeft miskend dat de twee van de aan eiser gestelde voorwaarden voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in strijd zijn met artikel 13 van het Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije (Besluit 1/80). In dat artikel is immers bepaald dat na 1980 geen nieuwe beperkingen ingevoerd mogen worden met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT