Kort geding van Rechtbank 's-Gravenhage, 12 de Abril de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: 415492 / KG ZA 12-299

Vonnis in kort geding van 12 april 2012

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

advocaat mr. W.R. Kastelein te Utrecht,

tegen:

de Staat der Nederlanden

(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Inspectie voor de Gezondheidszorg)),

zetelende te 's-Gravenhage,

gedaagde,

advocaat mr. M.F. van der Mersch te 's-Gravenhage.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als '[eiser]' en 'de Staat'.

  1. De feiten

    Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 29 maart 2012 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

    1.1. [eiser] is van beroep medisch specialist en was tot 24 maart 2009 als algemeen chirurg werkzaam in het [ziekenhuis] te Amsterdam.

    1.2. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft als taak om toezicht te houden op de naleving van en opsporing van overtredingen van wettelijke voorschriften op het gebied van de volksgezondheid. Het toezicht richt zich onder meer op de wettelijke verplichting voor zorginstellingen en individuele beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg om verantwoorde zorg te leveren.

    1.3. Op grond van artikel 4a Kwaliteitswet zorginstellingen zijn zorginstellingen verplicht om calamiteiten te melden bij IGZ. Een calamiteit wordt gedefinieerd als elke niet beoogde of onverwachte gebeurtenis die de dood of ernstige schade voor de patiënt tot gevolg heeft.

    1.4. Bij brief van 24 maart 2009 heeft de Raad van bestuur van het [ziekenhuis] aan IGZ meegedeeld dat [eiser] op non-actief is gesteld in verband met een calamiteit die zich in het ziekenhuis heeft afgespeeld en waarbij een patiënte is komen te overlijden.

    1.5. Naar aanleiding van voormelde melding van het [ziekenhuis] heeft IGZ een onderzoek ingesteld naar de calamiteit. Het functioneren van [eiser] maakt onderdeel uit van het onderzoek.

    1.6. [eiser] heeft bij brief van 30 september 2010, aangevuld door zijn brieven van 12 april 2011 en 18 mei 2011, verzocht om een overzicht van alle documenten die bij IGZ beschikbaar zijn in het kader van het onderzoek door IGZ naar het beroepsmatig functioneren van [eiser] als medisch specialist. Daarbij heeft [eiser] verzocht deze documenten aan hem te verstrekken voor zover deze nog niet in zijn bezit zijn. [eiser] heeft zijn verzoek gebaseerd op artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), alsmede op de beginselen van hoor en wederhoor en fair trial.

    1.7. Bij e-mailbericht van 17 juni 2011 heeft IGZ een inventarislijst aan [eiser] verstrekt, waarin 43 documenten zijn genoemd en omschreven die betrekking hebben op (het onderzoek naar het functioneren van) [eiser] en waarover de Staat beschikt.

    1.8. Bij brief van 27 juni 2011 heeft [eiser] aangegeven van welke op de lijst vermelde documenten (totaal 29 stuks) hij een afschrift wenst.

    1.9. IGZ heeft bij brief van 10 augustus 2011 afwijzend beslist op voormeld verzoek van [eiser].

    1.10. [eiser] heeft vervolgens op 16 september 2011 een bezwaarschrift ingediend tegen het onder 1.9 genoemd besluit.

    1.11. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) heeft in zijn beslissing op bezwaar van 7 februari 2012 het bezwaarschrift van [eiser] ongegrond verklaard. In afwijking van het advies van de VWS-commissie bezwaarschriften heeft de minister niet per specifiek document beoordeeld of het gegevens bevat die (een) derde(n) betreffen en of deze derde(n) bij verstrekking bedenkingen zou(den) kunnen hebben. De minister heeft - kort gezegd - geoordeeld dat hij reeds aan zijn verplichtingen van artikel 35 Wbp heeft voldaan door het verstrekken van een volledig en voldoende specifiek overzicht van de bij IGZ aanwezige bescheiden die zien op het onderzoek van de calamiteit en het functioneren van [eiser].

    1.12. De voorzieningenrechter van deze rechtbank, sector bestuursrecht, heeft bij uitspraak van 19 oktober 2011...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT