Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, 21 de Marzo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Marzo de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

Vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 218449 / HA ZA 11-1125

Vonnis van 21 maart 2012

in de zaak van

de stichting

STICHTING KATHOLIEKE UNIVERSITEIT,

gevestigd te Nijmegen,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,

tegen

de stichting

STICHTING KINDERCARDIOLOGIE NIJMEGEN,

gevestigd te Nijmegen,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaten mrs. W.J.P. Jongepier en M. Elshof te Amsterdam.

Partijen zullen hierna UMC St Radboud en de stichting genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 14 september 2011

    - de akte wijziging van eis in reconventie

    - het proces-verbaal van comparitie van 10 januari 2012

    - de opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie van de advocaat van UMC St Radboud van 20 januari 2012

    - de opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie van de advocaten van de stichting van 20 januari 2012.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten in conventie en in reconventie

    2.1. In 1989 besloten de toenmalige kindercardiologen van het UMC St Radboud de honoraria die zij verkregen uit perifere consultverlening - het gedurende maximaal een halve dag in de week uitvoeren van consulten in andere ziekenhuizen dan het UMC St Radboud - gezamenlijk onder te brengen op een afzonderlijke rekening. Na oprichting van de stichting op 13 augustus 1993 door prof. O. [betrokkene 1], destijds hoofd van de afdeling kindercardiologie (hierna: prof. [betrokkene 1]) en de heer W.P.J. [betrokkene 2], destijds hoofd Patiënten Debiteuren Administratie (hierna: [betrokkene 2]), werden de honoraria voor perifere consultverlening ondergebracht in de stichting. De inning van declaraties van de perifere consulten verliep via UMC St Radboud. Zij betaalde de door de zorgverzekeraars vergoede honoraria na aftrek van administratiekosten door aan de stichting. Ter compensatie van de afwezigheid van de kindercardiologen als gevolg van de perifere consulten en ter bevordering van de kindercardiologie in het algemeen hebben de kindercardiologen vanaf 1989 jaarlijks een bedrag aan UMC St Radboud betaald, waarmee UMC St Radboud 0,5 fte kindercardioloog kon bekostigen.

    2.2. De artikelen 2, 4 en 8 van de statuten van de stichting, zoals die bij akte van oprichting zijn vastgesteld, luiden voor zover van belang als volgt:

    Doel

    Artikel 2

  3. De stichting heeft ten doel: het ondersteunen en bevorderen van het kinderhartcentrum van het Radboudziekenhuis te Nijmegen en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.

  4. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het opzetten en begeleiden van onderzoeksprogramma’s en het bevorderen van kennisverwerving en kennisoverdracht in relatie tot hart- en circulatiestoornissen bij het kind.

    Bestuur

    Artikel 4

  5. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie leden en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Het aantal leden wordt – met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde – door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.

    Behoudens het hierna bepaalde dienen alle bestuursleden te zijn verbonden aan de medische staf van de afdeling kindercardiologie van het kinderhartcentrum van het Radboudziekenhuis te Nijmegen.

    Eén bestuurzetel kan echter worden ingenomen door een medewerker van de Patiënten Debiteuren Administratie van het Radboudziekenhuis te Nijmegen.

    Einde bestuurslidmaatschap

    Artikel 8

    Het bestuurslidmaatschap eindigt:

    door overlijden van een bestuurslid, bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen, bij schriftelijke ontslagneming (bedanken), door zijn ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuursleden alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

    2.3. De statuten van de stichting zijn nadien gewijzigd bij akte van statutenwijziging van 29 december 2004. Het hiervoor weergegeven artikel 2 is daarbij niet gewijzigd. Artikel 4 lid 1, derde alinea, is vervangen door een nieuwe alinea, luidende:

    Eén bestuurszetel kan worden ingenomen door een persoon die geen lid is van de medische staf van de afdeling kindercardiologie van het kinderhartcentrum van het Radboudziekenhuis te Nijmegen.

    Voorts is artikel 8 vervangen door een nieuw artikel, met dien verstande dat aan het reeds bestaande artikel 8 is toegevoegd dat het bestuurslidmaatschap ook eindigt:

    bij verlies van het lidmaatschap van de medische staf van de afdeling kindercardiologie van het kinderhartcentrum van het Radboudziekenhuis te Nijmegen.

    2.4. Bij de stukken (productie 22 bij conclusie van antwoord) bevindt zich een notitie van 12 februari 2007 van de heer M. de [betrokkene 12] van de Staf Financieel Economische Zaken van UMC St Radboud, gericht aan de stichting. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:

    Bij de invoering van de honoreringsregeling medisch specialisten is met de afdeling kindercardiologie afgesproken de honorariumgelden vanwege de perifere consultverlening af te zonderen t.b.v. de stichting kindercardiologie. E.e.a. was gebaseerd op een overeenkomst van prof. O. [betrokkene 1] met de ziektekostenverzekeraars d.d. 30-6-1990. Afgesproken werd deze overeenkomst te respecteren zolang prof. [betrokkene 1] aan het UMC St Radboud verbonden is (zie getekend verslag van het overleg d.d. 23-9-1999). Inmiddels is de arbeidsrelatie met prof. [betrokkene 1] beëindigd. Voor het UMC is het continueren van de oude afspraak met de stichting kindercardiologie geen optie. Hieronder wordt in verband daarmee voorgesteld de desbetreffende middelen geoormerkt toe te voegen aan het budget van het cluster CUKZ.

    Hierover is reeds gesproken met een afvaardiging van de stichting kindercardiologie (dr. R. [betrokkene 3], dr. [ ] [betrokkene 4] en dhr. W. [betrokkene 2]), de manager bedrijfsvoering CUKZ mevr. [betrokkene 6] en ondertekende op 29 januari j.l. Daarbij werd afgesproken dat het voorstel op schrift zou worden gesteld. (…)

    Voorstel:

    - Het bedrag ad € 8315,- dat tot op heden maandelijks werd overgemaakt aan de stichting

    kindercardiologie wordt m.i.v. 2007 als structureel jaarbudget ad 12 x 8315 = € 99.780,-

    beschikbaar gesteld aan het cluster CUKZ.

    - Voor het jaar 2007 wordt het budget verminderd met de reeds in 2007 aan de stichting

    kindercardiologie overgemaakte maandelijkse betalingen.

    - Het budget wordt binnen de UMC-begroting als een geoormerkt personeelsbudget

    beschikbaar gesteld aan het cluster CUKZ onder vermelding van ‘kosten perifere

    consultverlening kindercardiologie’.

    - Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd conform de UMC-breed toegepaste indexering

    voor de personeelsbudgetten.

    - De nog niet uitgevoerde indexatie over de afgelopen jaren zal met terugwerkende kracht

    worden gecorrigeerd.

    - Binnen het cluster CUKZ wordt in goed overleg de nadere bestemming van het budget

    vastgesteld,rekening houdend met de oormerking binnen de UMC-begroting.

    2.5. In de loop der jaren zijn ten behoeve van UMC St Radboud vele tientallen stichtingen - vergelijkbaar met de stichting - en besloten vennootschappen opgericht door hoogleraren en (academisch) medisch specialisten, werkzaam in UMC St Radboud. Gelet op het grote aantal verbonden rechtspersonen, vanuit overwegingen van ‘good governance’ en ter beperking van (fiscale) risico’s heeft UMC St Radboud een zogenaamd ‘valorisatiebeleid’ ontwikkeld. In de notitie ‘Organisaties rond het UMC St Radboud’ van 20 december 2007 wordt hierover onder meer het volgende opgemerkt:

    Soorten Reguliere Organisaties

    De genoemde ontwikkelingen zorgen voor een nieuwe situatie waarin worden onderscheiden de volgende vijf juridische types van wat genoemd wordt ‘reguliere organisaties’:

  6. Afdelings BVs voor contractresearch Directie: Afdelingshoofd nwe stijl

  7. Participatie BVs idem, met aandeel van derden Directie: Diverse mogelijkheden

  8. Spinoff BVs ‘op weg naar buiten’ Directie: Ondernemer

  9. UMC Stichtingen Met eigen bestuur

  10. Steun Stichtingen (Algemeen Nut Beogende

    Instelling (ANBI) Met eigen bestuur

    Daarnaast is er het:

  11. Fonds Wetenschap Bevordering (FWB) als

    ‘rekening courant’ Verantwoordelijk: Afdelingshoofd

    In het kader van de Valorisatie acht de RvB het noodzakelijk dat commerciële/bedrijfsmatige activiteiten zoveel mogelijk via de Types 1+2+3 en het Directoraat Valorisatie / Holding lopen.

    Type 4 wordt zo min mogelijk gebruikt en alleen wanneer partners van het UMC niet met een BV zaken mogen of kúnnen doen.

    Type 5 is als ‘smeerolie’ voor de organisatie heel anders, en wordt alleen gebruikt voor gevallen die:

  12. en geen commercieel/bedrijfsmatig karakter hebben

  13. en niet groot zijn

  14. en geen personele activiteiten funden en/of personeel in dienst hebben

  15. en geen onderzoek / onderwijs / patiëntenzorg betreffen.

    Dit type is het ideale vehikel om schenkingen (ook van bedrijven) te ontvangen waar geen enkele concrete tegenprestatie tegenover staat en waar de schenker geen direct belang bij heeft.

    De gelden kunnen besteed worden als suppletie van het Afdelings Budget. Zij mogen (fiscaal) niet gekoppeld worden aan een specifiek onderzoek of onderzoeker.

    (…)

    Bestuurlijke aspecten

    De RvB stelt vast de statuten van deze 5 types reguliere organisaties, benoemt/ontslaat de bestuurders (bij stichtingen op voordracht van het bestuur van de stichting), en keurt het zakelijk plan en de jaarrekening goed. Type 1 t/m 4 heeft een lijn naar de Holding. Type 5 naar de RvB.

    De bestuurders krijgen een grote mate van vrijheid. Deze organisaties kunnen zelf bepalen waar zij hun services inkopen, welke externe kosten zij betalen, desgewenst hun eigen financiële administraties doen, en eigen rekeningen en credit cards aanhouden.

    Vanwege transparantie, kwaliteit, aansprakelijkheid en imago worden door het UMC wel een aantal randvoorwaarden en normen gesteld. Dat betreft een beperkt aantal verplichte zaken als juridisch en fiscale steun...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT