Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 11 de Abril de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handel en kanton

Handelskamer

zaaknummer / rolnummer: 299865 / HA ZA 11-95

Vonnis van 11 april 2012

in de zaak van

de stichting

STICHTING GEDUPEERDEN OVERWAARDECONSTRUCTIE W&P,

gevestigd te Boekel,

eiseres,

advocaat mr. H.L. van Lookeren Campagne te Den Haag,

tegen

naamloze vennootschap

SNS BANK N.V.,

gevestigd te Utrecht,

gedaagde,

advocaat dr. mr. M.R. Ruygvoorn te Utrecht.

Partijen zullen hierna de Stichting W&P en SNS Bank genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 25 mei 2011

    - het proces-verbaal van comparitie van 1 december 2011

    - de brief van de raadsman van SNS Bank van 23 december 2011

    - de brief van de raadsman van de Stichting W&P van 6 januari 2012.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. De Stichting W&P heeft blijkens haar statuten tot doel het behartigen van de gelijksoortige belangen van (voormalige) klanten van [X] & Partners ([X] en Partners Adviesgroep B.V., later [X] & Partners B.V. en weer later Quality Planning B.V. genaamd, hierna te noemen: [X]), die schade hebben ondervonden van de door [X] geadviseerde financiële constructies. De Stichting W&P heeft 288 vorderingen van gedupeerden in behandeling. Daarvan hebben 171 vorderingen betrekking op gedupeerden waaraan SNS Bank een hypothecaire geldlening heeft verstrekt. Van die 171 gedupeerden hebben er 113 een regeling getroffen met SNS Bank.

    2.2. Volgens een inschrijving in het handelsregister van 3 april 2006 hield [X] zich bezig met het verlenen van bemiddeling bij het tot stand komen van verzekerings- en financieringsovereenkomsten en het verstrekken van pensioenadviezen. [X] behoorde tot een van de grootste tussenpersonen in Nederland.

    2.3. De Stichting W&P heeft de vorderingen van de 171 onder 2.1. genoemde particulieren aan zich doen cederen.

    2.4. [X] is op 20 januari 2009 failliet verklaard.

    2.5. Bij brief van 6 mei 2009 heeft de raadsman van de Stichting W&P aan SNS Bank mededeling gedaan van de onder 2.3. bedoelde cessies. Daarnaast is SNS Bank in deze brief gesommeerd om over te gaan tot vergoeding van de door deze personen geleden schade. In dat verband heeft de raadsman van de Stichting W&P onder meer geschreven:

    “[X] heeft in het verleden op uitgebreide schaal vermogensadviesdiensten verricht voor derden, waaronder cliënten [bedoeld zijn de onder 2.1. genoemde particulieren, toevoeging rechtbank] van cliënte [bedoeld is de Stichting W&P, toevoeging rechtbank]. [X] deed dit door middel van het verstrekken van/adviseren tot financiële constructies, zogenaamde ‘financiële plannen’. Een aantal van die plannen zijn door middel van uw instelling gefinancierd; de middelen die door het aangaan van deze financiële plannen werden verkregen, werden gebruikt voor het doen van beleggingen.

    De uitkomsten van deze – als lange termijn plannen gepresenteerde – financiële constructies bleken al vrij snel desastreus, als gevolg van fouten, c.q. systeemfouten, in het plan en de aard en omvang van de beleggingen. Tengevolge van een en ander, hebben de (voormalige) cliënten van [X] schade geleden.

    Voor zover de financiële plannen werden uitgevoerd met behulp, althans medeweten, van uw instelling, c.q. gefinancierd door middel van leningen bij uw instelling, houdt cliënte uw instelling (hoofdelijk voor het geheel) aansprakelijk voor de door de desbetreffende gedupeerden geleden schade. De stichting baseert deze aansprakelijkheid onder andere, doch niet uitsluitend, op de wet op het financieel toezicht, c.q. de wet financiële dienstverlening en zijn voorgangers, alsmede de bijzondere zorgplicht die blijkens wet en jurisprudentie op financiële instellingen als de uwe rust.”

    2.6. SNS Bank heeft aansprakelijkheid afgewezen.

  3. Het geschil

    3.1. De Stichting W&P vordert, samengevat:

    Primair, voor zover het toewijzende vonnis niet is geschoeid op artikel 3:305a e.v. BW:

  4. a) te verklaren voor recht dat de financiële advisering door [X] aan alle gelaedeerden wier vordering te dezen aan de Stichting W&P is gecedeerd kwalificeert als wanprestatie, dan wel onrechtmatige daad zijdens [X]; en/of

    1. te verklaren voor recht dat SNS Bank zelf verwijtbaar is tekort is geschoten in de uitoefening van de op diverse nader genoemde gronden op haar rustende zorgplicht en/of in de op haar rustende taak van financiële advisering aan haar cliënten tevens gedupeerden van [X]; en/of

    2. te verklaren voor recht dat SNS Bank hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk is voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT