Verzet van Rechtbank Amsterdam, 21 de Marzo de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 21 de Marzo de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Amsterdam |
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 505154 / HA ZA 11-2795
Vonnis in incident van 21 maart 2012
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
ONTVANGER BELASTINGDIENST CENTRALE ADMINISTRATIE,
zetelend te Apeldoorn,
opposant in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. H.M. ten Haaft,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] SPEELAUTOMATENEXPLOITATIE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geopposeerde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer.
Partijen zullen hierna Ontvanger en [X] Speelautomatenexploitatie genoemd worden.
-
De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van 8 november 2011;
- akte overlegging producties zijdens Ontvanger;
- de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid met producties zijdens [X] Speelautomatenexploitatie;
- de incidentele conclusie van antwoord zijdens Ontvanger.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
-
De feiten in het incident
2.1. Tussen [X] Speelautomatenexploitatie als eisende partij en Ontvanger als gedaagde partij heeft de rechtbank op 25 mei 2011 een verstekvonnis (hierna verkort aangeduid als het verstekvonnis) gewezen.
2.2. [X] Speelautomatenexploitatie heeft het verstekvonnis op 17 juni 2011 betekend, blijkens het exploit aan Ontvanger op het adres Stationsplein 50 te Apeldoorn. Het exploit is door de deurwaarder gelaten aan een receptioniste die aldaar als uitzendkracht werkzaam was.
2.3. Ontvanger is bij dagvaarding van 8 november 2011 in verzet gekomen tegen het verstekvonnis.
-
De beoordeling in het incident
3.1. [X] Speelautomatenexploitatie heeft gevorderd dat Ontvanger door de rechtbank niet ontvankelijk zal worden verklaard in haar vorderingen in de hoofdzaak. Daartoe heeft [X] Speelautomatenexploitatie - kort gezegd - gesteld dat zij het verstekvonnis op 17 juni 2006 overeenkomstig de door de Ontvanger gegeven voorschriften heeft betekend op het door Ontvanger in haar dwangbevelen opgegeven adres. Door pas bij dagvaarding van 8 november 2011 in verzet te komen heeft Ontvanger de daartoe op de voet van artikel 143 lid 2 en lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gegeven termijn van 4 weken laten verstrijken en is haar de mogelijkheid ontnomen alsnog in verzet te komen van het verstekvonnis. Tot slot heeft [X] Speelautomatenexploitatie gesteld dat voor zover zich al gebreken in de betekening van het...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT