Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 27 de Abril de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Gerechtshof Leeuwarden

Sector strafrecht

Parketnummer: 24-001604-11

Uitspraak d.d.: 27 april 2012

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de economische kamer

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Assen van 22 juli 2011 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1946],

wonende te [woonplaats], [adres],

thans verblijvende in P.I. Noord - De Grittenborgh te Hoogeveen.

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 7 december 2011, 9 februari 2012 en 13 april 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van de hem ten laste gelegde feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorrarrest. Voorts strekt de vordering tot stillegging van de onderneming van verdachte voor de duur van één jaar na invrijheidstelling van verdachte. De advocaat-generaal heeft ten aanzien van het beslag gevorderd dat het vuurwerk wordt onttrokken aan het verkeer en dat de Citroen Jumper wordt verbeurdverklaard. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,

mr. M.G. Doornbos, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat hij:

1:

op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 juli 2010 tot en met 12 november 2010, althans op of omstreeks 12 november 2010, in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/of alleen, al dan niet opzettelijk, meermalen, althans eenmaal, hoeveelheden, althans een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:

(o.a.)

(ongeveer) 15.000 kg, althans 15.000 stuks vuurwerk, althans (een) grote hoeveelheid professioneel vuurwerk, (vanaf/vanuit een opslagbunker van [bedrijf]), o.a. bestaande uit (onder meer) een of meer partijen professioneel vuurwerk

afkomstig van [bedrijf] in Portugal, te weten 20.000 stuks, althans een groot aantal, lawinepijlen (Signal Rockets 901),

en/of

afkomstig van [bedrijf] in Duitsland, te weten ongeveer 4.000 kg, althans een (grote) hoeveelheid, als 1.3G en/of 1.4G geclassificeerd vuurwerk,

en/of

afkomstig van [bedrijf] in Polen, te weten een (grote) hoeveelheid als 1.3G en/of 1.4G geclassificeerd vuurwerk,

en/of een, op 12 november 2010 bij verdachte of bij verdachtes woon- of verblijfplaats aangetroffen, hoeveelheid professioneel vuurwerk (welke - laatstgenoemde - hoeveelheid al dan niet geheel of gedeeltelijk deel uitmaakte van voornoemde partij(en)), bestaande uit (onder meer),

- knalvuurwerk met lont (lawinepijlen) type Signal Rocket 901 en/of

- Airburst knalvuurwerk met lont en/of

- Festival brocade Crown cakeboxen en/of

- Venti di Guerra cakeboxen en/of

- Pfeiffontane

binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en /of aan een of meer anderen ter beschikking heeft gesteld;

2:

in of omstreeks de periode van 4 juli 2010 tot en met 12 november 2010, althans op of omstreeks 12 november 2010, in de gemeente [gemeente], althans in Nederland en/of buiten het Rijk in Europa, al dan niet opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis hoeveelheden of een hoeveelheid professioneel vuurwerk, te weten: (o.a.)

ongeveer 20.000 stuks, althans een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk, (lawinepijlen (Signal Rockets 901) afkomstig van [bedrijf] in Portugal,

en/of

ongeveer 4.000 kg, althans een grote hoeveelheid als 1.3G en/of 1.4G geclassificeerd vuurwerk, afkomstig van [bedrijf] in Duitsland,

en/of

een (grote) hoeveelheid als 1.3G en/of 1.4G geclassificeerd vuurwerk afkomstig van [bedrijf] in Polen,

en/of

een, op 12 november 2010 bij verdachte of bij verdachtes woon- of verblijfplaats aangetroffen, hoeveelheid professioneel vuurwerk (welke - laatstgenoemde - hoeveelheid al dan niet geheel of gedeeltelijk deel uitmaakte van voornoemde partij(en)), bestaande uit (onder meer)

- knalvuurwerk met lont (lawinepijlen) type Signal Rocket 901 en/of

- Airburst knalvuurwerk met lont en/of

- Festival brocade Crown cakeboxen en/of

- Venti di Guerra cakeboxen en/of

- Pfeiffontane

voorhanden heeft gehad;

3:

op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 12 november 2010, althans op of omstreeks 12 november 2010, in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, een hoeveelheid vuurwerk voorhanden heeft gehad buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.2.4 Vuurwerkbesluit, immers was dat vuurwerk voorhanden in een of meer (bestel)auto's;

4:

op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 12 november 2010, in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, al dan niet opzettelijk als degene die tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, vuurwerk binnen het grondgebied van Nederland bracht, (telkens) het voornemen hiertoe niet ten minste drie werkdagen voorafgaand aan het binnen Nederland brengen van het vuurwerk schriftelijk heeft gemeld bij Onze Minister.

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bevoegdheid van de rechter in eerste aanleg

In deze zaak is de vraag gerezen of de rechters die het bestreden vonnis hebben gewezen, bevoegd waren om van de in de tenlastelegging opgenomen economische delicten kennis te nemen. De raadsman heeft daartoe gesteld dat in het Bestuursreglement van de rechtbank Assen ten onrechte geen regeling is getroffen voor de vorming van een meervoudige economische kamer.

Het hof stelt voorop dat de volgende bepalingen van belang zijn.

Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie vormt het bestuur van een gerecht voor het behandelen en beslissen van zaken en het beëdigen van de daartoe bij de wet aangewezen functionarissen enkelvoudige en meervoudige kamers en bepaalt de bezetting daarvan.

Ingevolge artikel 38 van de Wet op de economische delicten is de kennisneming van economische delicten in eerste aanleg bij uitsluiting opgedragen aan de rechtbank. Economische delicten worden behandeld en beslist door de economische kamers van de rechtbank, bedoeld in artikel 52 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Artikel 52, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie luidt aldus:

Het bestuur vormt voor het behandelen en beslissen van zaken betreffende economische delicten enkelvoudige en meervoudige kamers onder de benaming van economische kamers. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamers.

Ingevolge het tweede lid van dit artikel draagt degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer als bedoeld in dit artikellid de titel van economische politierechter.

Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Wet op de economische delicten komt naar voren dat de reden waarom de wetgever de behandeling van economische delicten aan bijzondere kamers heeft opgedragen, is gelegen in de bijzondere eigenschappen van deze delicten. In de memorie van toelichting (Kamerstukken II, 1947/48, nr. 603, 3, bladzijde 12) wordt erop gewezen dat economische delicten belangen betreffen die te gecompliceerd zijn om door ieder aanstonds te worden overzien en die soms voor uiteenlopende waardering, ook door de rechter, vatbaar zijn en verder grote voordelen voor de delinquent meebrengen die hun aantrekkingskracht niet alleen in een voorbijgaand affect maar ook bij nuchtere afweging doen gelden. De wetgever acht het daarom noodzakelijk dat bij de berechting van economische zaken zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van rechters die terzake speciaal deskundig zijn. De instelling van de bijzondere kamers zal, zo vervolgt de memorie van toelichting op de bladzijden 23 en 24, plaats vinden op een functionele grondslag. Zij zal rekening houden met het feit dat voor de onderscheidene groepen van economische delicten verschillende eisen van deskundigheid gelden. Technische kennis en ervaring met betrekking tot de te beoordelen materie zullen voor de bezetting der economische kamers van doorslaggevende betekenis moeten zijn.

Hoezeer ook in de loop der tijd door de wetgever wel delicten als economische delicten zijn aangewezen, waarvan niet aanstonds kan worden vastgesteld dat deze aan de hierboven genoemde bijzondere eigenschappen voldoen, en door de wetgever ook de mogelijkheid is verruimd voor commune kamers om - in samenhang met commune delicten begane - ook economische delicten te behandelen en te beslissen, is het uitgangspunt van de wetgever, dat economische delicten worden behandeld en beslist door bijzondere kamers met een daarop afgestemde bezetting nimmer losgelaten, ook niet bij de wetgeving in het kader van de herziening van de rechterlijke organisatie.

De in deze zaak gerezen vragen roepen, in het licht van artikel 52, eerste lid, van de Wet op de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT