Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 27 de Abril de 2012

Datum uitspraak27 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/5179 WIA-T en 10/5180 WIA-T

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

T U S S E N U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellante], wonende te [woonplaats] (appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 27 augustus 2010, 09/2498 en 09/2499 (aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv).

Datum uitspraak: 27 april 2012

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellante heeft mr. E. Osinga, advocaat, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 maart 2012. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. S.T.C. Rebergen, advocaat. Het Uwv heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellante, laatstelijk werkzaam als schoonmaakster (18,75 uur per week) en medewerkster bij een groot winkelbedrijf (40 uur per week), is op 2 mei 1990 uitgevallen met schouder- en hoofdpijnklachten. In verband daarmee is haar met ingang van 3 mei 1991, onder meer, een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.

    1.2. In het kader van een herbeoordeling is appellante op 16 januari 2009 onderzocht door verzekeringsarts A. van Staden. Deze concludeerde bij onderzoek dat er geen schouderbeperkingen meer konden worden geobjectiveerd. Dat geldt wel voor de klachten ten aanzien van de kracht in de pols, waardoor appellante licht beperkt is voor fysiek zwaar werk. Appellante is tevens beperkt voor deadlines en hoog handelingstempo. Vanwege de door appellante aangegeven nieuwe klachten van haar hart en diabetes, is zij aangewezen op regelmatige werktijden. De psychosociale omstandigheden zijn verbeterd en zijn in remissie. De door Van Staden vastgestelde beperkingen zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkheden Lijst van 16 januari 2009. Vervolgens selecteerde de arbeidsdeskundige vier functies en berekende hij het verlies aan verdiencapaciteit van appellante op 38,4%. Tevens werd een re-integratievisie opgesteld. Bij besluit van 13 februari 2009 heeft het Uwv de WAO-uitkering van appellante per 14 april 2009 herzien naar de arbeidsongeschiktheidsklasse 35 tot 45%. Bij afzonderlijk besluit van dezelfde datum heeft het Uwv de re-integratievisie vastgesteld.

    1.3. Tegen beide besluiten heeft appellante bezwaar ingesteld en heeft zij, ter ondersteuning van haar standpunt dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT