Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Hertogenbosch, 15 de Mayo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Hertogenbosch

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH

Sector bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 11/4144

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 mei 2012 in de zaak tussen

[eiser], te [plaats], eiser,

(gemachtigde: mr. A. van Dooren-Korenstra),

tegen

Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM), te Utrecht, verweerder,

(gemachtigde: mr. S. Bolte-Knol).

Procesverloop

Bij brief van 1 september 2011 heeft eiser verweerder op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om toezending van ‘een overzicht waaruit op duidelijke wijze blijkt hoeveel Wob verzoeken CVOM in 2009 en 2010 heeft doorgezonden ex art. 4 Wob naar een Politie organisatie terwijl in betreffend Wob verzoek uitsluitend een verzoek gedaan werd naar informatie en/of documentatie die CVOM zelf in haar bezit heeft’.

Bij brief van 1 oktober 2011 heeft eiser verweerder in gebreke gesteld omdat eiser geen reactie op zijn Wob-verzoek heeft ontvangen.

Bij besluit van 27 oktober 2011 heeft verweerder op het Wob-verzoek beslist.

Bij brief van 11 november 2011 heeft eiser verweerder meegedeeld dat verweerder niet tijdig op het Wob-verzoek heeft beslist en om die reden hem een dwangsom verbeurt voor elke dag dat verweerder in gebreke is. Hierbij heeft eiser voorts meegedeeld dat verweerder de verschuldigde dwangsom binnen twee weken diende vast te stellen en dat deze termijn inmiddels is verlopen, alsook heeft eiser verweerder hierbij in gebreke gesteld voor het niet beslissen op de hoogte van de huidige dwangsom.

Bij brief van 13 december 2011 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen.

Op 30 december 2011 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 16 januari 2012 heeft eiser gereageerd op het verweerschrift.

De zaak is behandeld op de zitting van 14 februari 2012, waar eiser is verschenen in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.

Overwegingen

  1. De rechtbank begrijpt het beroep van eiser aldus dat het zich richt tegen het niet tijdig beslissen op de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom.

  2. Allereerst is aan de orde of eiser in zijn beroep kan worden ontvangen.

  3. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank.

  4. Ingevolge artikel 7:1, eerste lid aanhef en onder e, van de Awb dient de degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een administratieve rechter in te stellen, alvorens beroep in te stellen bezwaar te maken, tenzij het beroep zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

  5. Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep met een besluit gelijkgesteld het niet tijdig nemen van een besluit.

  6. Ingevolge artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder b, van de Awb kan het beroepschrift worden ingediend zodra twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT