Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 5 de Abril de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummers gerechtshof 200.090.934 en 200.098.519

(zaaknummers rechtbank 206834 / FA RK 10-12639 en 201318 / OR RK 10-98)

beschikking van de familiekamer van 5 april 2012

in de zaak met zaaknummer 200.090.934

inzake

[appellant],

wonende op een geheim adres,

verzoekster in hoger beroep,

verder te noemen “de vrouw”,

advocaat: mr. R.T.A. Slof te Groesbeek,

en

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

verweerder in hoger beroep,

verder te noemen “de man”,

advocaat: mr. H.C.M. Schaeken te Eersel.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

mr. E.R.T. Tromp,

kantoor houdende te Nijmegen,

verder te noemen "de bijzonder curator",

in de zaak met zaaknummer 200.098.519

inzake

[appellant],

wonende te [woonplaats],

verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen “de man”,

advocaat: mr. H.C.M. Schaeken te Eersel,

en

[geïntimeerde],

wonende op een geheim adres,

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen “de vrouw”,

advocaat: mr. R.T.A. Slof te Groesbeek.

  1. Het geding in eerste aanleg

    In beide zaken

    Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van de rechtbank Arnhem 14 oktober 2010, 13 april 2011, 14 april 2011 en 30 augustus 2011, uitgesproken onder voormelde zaaknummers.

  2. Het geding in hoger beroep

    In de zaak met zaaknummer 200.090.934

    2.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 6 juli 2011, is de vrouw in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking van 13 april 2011. Zij verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende:

    - de man alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek dan wel nader onderzoek te gelasten naar de vraag of de man daadwerkelijk de vader is van na te noemen minderjarige[het kind] en of er ‘family life’ bestaat tussen de man en[het kind];

    - subsidiair: het verzoek van de man af te wijzen dan wel de Raad voor de Kinderbescherming te gelasten nader onderzoek in te stellen naar de vraag of er ‘family life’ tussen de man en[het kind] bestaat alsmede om nader te onderzoeken of de belangen van[het kind] en de vrouw door de erkenning door de man worden geschaad en tevens de man te bevelen zowel zijn Nederlandse en Belgische justitiële documentatie over te leggen dan wel een andere instantie opdracht te geven om het uittreksel justitiële documentatie van de man in het geding te brengen.

    2.2 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 31 augustus 2011, heeft de man het verzoek in hoger beroep van de vrouw bestreden. Hij verzoekt het hof de grieven van de vrouw ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking te bekrachtigen.

    In de zaak met zaaknummer 200.098.519

    2.3 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 30 november 2011, is de man in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking van 30 augustus 2011. Hij verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en bij beschikking, voor zoveel wettelijk toegelaten uitvoerbaar bij voorraad, een omgangsregeling vast te stellen, waarbij hij gedurende een periode van twee maanden vanaf de datum van de te geven beschikking tweewekelijks gedurende drie uur contact heeft met[het kind], vervolgens gedurende een periode van twee maanden gedurende vier uur, vervolgens gedurende een periode van twee maanden gedurende een dag van 9.00 uur tot 17.00 uur en aansluitend gedurende een weekend per veertien dagen van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur, eventueel onder begeleiding van de Raad voor de Kinderbescherming of een andere door het hof aan te wijzen instantie.

    2.4 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 23 januari 2012, heeft de vrouw het verzoek in hoger beroep van de man bestreden. Zij verzoekt het hof de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken in hoger beroep, althans deze verzoeken af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.

    In beide zaken

    2.5 Blijkens een ter griffie van het hof opgemaakte akte van depot, nummer 2012/6, heeft mr. Slof op 14 februari 2012 een stuk in depot gebracht, te weten een DVD.

    2.6 Ter griffie van het hof is op 27 september 2011 binnengekomen een brief van de bijzonder curator van 26 september 2011.

    2.7 De mondelinge behandeling heeft op 6 maart 2012 plaatsgevonden. De ouders zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de raad) is E. Sigmond...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT