Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 23 de Mayo de 2012

Datum uitspraak23 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/2331 WW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak als bedoeld in artikelen 8:73a en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 2 maart 2010, 08/3677 (aangevallen uitspraak).

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak 23 mei 2012.

PROCESVERLOOP

De Raad heeft op 30 november 2011 een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd als LJN BU6530

Het Uwv heeft op 9 januari 2012 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen.

Bij brief van 23 januari 2012 heeft mr. Winia namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten en wettelijke rente.

Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.

Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:73a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:73 van de Awb kan worden veroordeeld tot vergoeding van de schade die de verzoeker lijdt.

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.

Appellant heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de nieuwe beslissing op bezwaar van 9 januari 2012 geheel aan zijn bezwaren is tegemoetgekomen.

De Raad wijst het verzoek van appellant toe om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering. Voor de wijze waarop het Uwv de rente dient te berekenen, verwijst de Raad naar zijn uitspraak van 25 januari 2012, LJN BV1958.

Aangezien het Uwv reeds heeft besloten tot vergoeding van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT