Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Dordrecht, 22 de Mayo de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 22 de Mayo de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Dordrecht |
RECHTBANK DORDRECHT
Sector Bestuursrecht
procedurenummer: AWB 11/330
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen
in het geding tussen
[naam] B.V., eiseres,
gemachtigde: [naam x],
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Cromstrijen, verweerder,
gemachtigde: mr. A. G. Hendriks, werkzaam bij het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling te Klaaswaal.
-
Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft bij beschikking, gedagtekend 28 februari 2010 (hierna: de beschikking), de waarde van de onroerende zaken, gelegen aan de [adres 1] en [adres 2] te [plaatsnaam] (hierna: de objecten), op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) op 1 januari 2009 (hierna: de waardepeildatum) voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 vastgesteld op respectievelijk € 3.676.000,-, en € 5.717.000,-. Met de beschikking zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan eiseres opgelegde aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen gebruiker voor het jaar 2010 (hierna: de aanslagen).
Eiser heeft bij brief van 2 maart 2010 tegen de beschikking bezwaar gemaakt. Gelet op artikel 30, tweede lid, van de Wet WOZ wordt dit bezwaar geacht mede te zijn gericht tegen de aanslagen.
Bij uitspraak op bezwaar van 4 februari 2011 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft eiseres bij brief 10 maart 2011 beroep ingesteld bij de rechtbank Dordrecht.
De zaak is op 27 september 2011 ter zitting van een meervoudige kamer behandeld.
Eiseres is ter zitting verschenen bij gemachtigde.
Voorts is verschenen drs. C.S. Kooijman, taxateur.
Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
Bij beslissing van 8 november 2011 heeft de rechtbank het onderzoek heropend en partijen om nadere inlichtingen verzocht. Onder meer is aan eiseres gevraagd aannemelijk te maken dat de [adres 1] is verkocht onder ontbindende voorwaarde dat woningbouw mogelijk zou worden.
De rechtbank heeft met schriftelijke toestemming van partijen na sluiting van het vooronderzoek een verdere zitting achterwege gelaten.
-
Overwegingen
2.1. Wettelijk kader
Ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Wet WOZ wordt aan een onroerende zaak een waarde toegekend. Ingevolge het tweede lid van dit artikel wordt deze waarde bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen.
Ingevolge artikel 18, eerste lid, van de Wet WOZ wordt de waarde van een onroerende zaak...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT