Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 30 de Mayo de 2012

Datum uitspraak30 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201108729/1/R1.

Datum uitspraak: 30 mei 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

  1. [appellant sub 1], wonend te Amsterdam,

  2. Actiecomité Plein Allebé Ja!, gevestigd te Amsterdam, en anderen,

  3. [appellant sub 3], wonend te Amsterdam,

    en

    de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West,

    verweerder.

  4. Procesverloop

    Bij besluit van 6 juli 2011, kenmerk 2011/INT/00438, heeft de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West het bestemmingsplan "Overtoomse Veld" vastgesteld.

    Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 augustus 2011, het Actiecomité en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 september 2011, en [appellant sub 3] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 september 2011, beroep ingesteld.

    De deelraad heeft een verweerschrift ingediend.

    Het Actiecomité en anderen en [appellant sub 1] hebben nadere stukken ingediend.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 maart 2012, waar [appellant sub 1], het Actiecomité en anderen, bij monde van [gemachtigden], [appellant sub 3] en de deelraad, vertegenwoordigd door mr. N. Berg en S. Kaper, beiden werkzaam bij het stadsdeel, zijn verschenen.

  5. Overwegingen

    2.1. Met het plan beoogt de deelraad te voorzien in de uitwerking van de opgave voor stedelijke vernieuwing in de wijk Overtoomse Veld en de beeld- en verblijfskwaliteit voor het gebied te verbeteren. Het plan voorziet onder meer in bouwmogelijkheden voor meer dan 20 woningen.

    Belanghebbendheid

    2.2. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan.

    Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

    Ingevolge het derde lid worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

    2.2.1. Het beroep van het Actiecomité en anderen is onder meer ingesteld door het Actiecomité Plein Allebé Ja! en de bewonersgroep Marius80. Vast staat dat het Actiecomité Plein Allebé Ja! en Marius80 geen bij notariële akte opgerichte rechtspersonen zijn of over statuten beschikken. Niet gebleken is dat het Actiecomité Plein Allebé Ja! en Marius80 over een ledenbestand beschikken, een bestuur hebben, ledenvergaderingen houden en een samenwerking behelzen die op enige continuïteit is gericht. Het Actiecomité Plein Allebé Ja! noch Marius80 kan naar het oordeel van de Afdeling worden aangemerkt als een organisatie die als een eenheid deelneemt aan het rechtsverkeer. Hieruit volgt dat aan de cumulatieve vereisten genoemd in de uitspraak van de Afdeling van 12 maart 2008 in zaak nr. 200704378/1 niet wordt voldaan. Het Actiecomité Plein Allebé Ja! en Marius80 kunnen daarom niet als vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid, of een informele vereniging, in de zin van artikel 2:26 van het Burgerlijk Wetboek worden aangemerkt.

    De conclusie is dat het Actiecomité Plein Allebé Ja! en Marius80 geen belanghebbenden zijn bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat zij daartegen ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro geen beroep kunnen instellen. Het beroep van het Actiecomité en anderen, voor zover ingesteld door het Actiecomité Plein Allebé Ja! en Marius80, is niet-ontvankelijk.

    2.2.2. Het beroep van het Actiecomité en anderen is voorts onder meer ingesteld door [belanghebbende A]. [belanghebbende A] woont op een afstand van ongeveer 470 m van het plangebied. Vanuit zijn woning heeft hij geen zicht op de betrokken plandelen. Mede gelet op de aard en omvang van hetgeen het plan op de door [belanghebbende A] bestreden plandelen mogelijk maakt is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen. Voorts heeft [belanghebbende A] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het besluit wordt geraakt. Een louter subjectief gevoel van betrokkenheid bij een besluit, hoe sterk dat gevoel ook is, is daarvoor niet voldoende.

    De conclusie is dat [belanghebbende A] geen belanghebbende is bij het besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat hij daartegen ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wro geen beroep kan instellen. Het beroep van het Actiecomité en anderen, voor zover ingesteld door [belanghebbende A], is niet-ontvankelijk.

    2.2.3. Ter zitting is vast komen te staan dat [persoon] is verhuisd naar een woning op een afstand van ongeveer 435 m van het plangebied. Gelet op deze afstand en nu ook overigens niet is gebleken dat hij nog belang heeft bij een uitspraak, overweegt de Afdeling dat [persoon] geen belang meer heeft bij het beroep. Het beroep van het Actiecomité en anderen, voor zover ingesteld door [persoon], is niet-ontvankelijk.

    2.2.4. Het beroep van het Actiecomité Plein Allebé Ja! en Marius80 is tevens ingesteld door een groot aantal andere bewoners van het plangebied. In het navolgende zal het door hen ingestelde beroep worden aangeduid als het beroep van [belanghebbende B] en anderen.

    Crisis- en herstelwet

    2.3. [belanghebbende B] en anderen betogen dat de deelraad ten onrechte de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) op het plan van toepassing heeft verklaard, omdat de Chw niet is bedoeld voor binnenstedelijke vernieuwingsprogramma's waarin het plan voorziet.

    2.3.1. Ingevolge artikel 1.1, aanhef en onder a, van de Chw, voor zover hier van belang, is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van toepassing op alle besluiten die krachtens enig wettelijk voorschrift zijn vereist voor de ontwikkeling of verwezenlijking van de in bijlage I bij deze wet bedoelde categorieën ruimtelijke en infrastructurele projecten.

    In categorie 3, onder 3.1, van bijlage I van de Chw, voor zover hier van belang, wordt als categorie ruimtelijke en infrastructurele projecten als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, aangemerkt de ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.1 van de Wro ten behoeve van de bouw van meer dan 20 (thans: 11) woningen in een aaneengesloten gebied.

    Nu het plan voorziet in de bouw van meer dan 20 woningen en voor de ontwikkeling of verwezenlijking van deze woningen vereist is, is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Chw van toepassing op dit plan. Dat het plan ziet op een binnenstedelijke vernieuwing maakt dat niet anders.

    Algemene overweging

    2.4. De Afdeling stelt voorop dat de deelraad in beginsel beleidsvrijheid toekomt om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de deelraad vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst of de deelraad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening en of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

    Het beroep van [appellant sub 1]

    2.5. Het beroep van [appellant sub 1] is gericht tegen het plan voor zover dit met de bestemming "Gemengd-6" het zogenoemde A10-gebouw aan de Jan Voermanstraat mogelijk maakt.

    2.5.1. [appellant sub 1] betoogt dat hij als bewoner van een nabijgelegen appartementencomplex onvoldoende bij de besluitvorming is betrokken wat betreft het stuk "Uitwerkingsplan De Voerman" dat op 21 april 2010 door de deelraad van het stadsdeel Slotervaart, thans Nieuw-West, is vastgesteld (hierna: het Uitwerkingsplan De Voerman).

    2.5.2. De deelraad stelt zich op het standpunt dat het Uitwerkingsplan De Voerman niet ter toetsing voorligt en dat wat betreft de voorbereiding van het bestemmingsplan voldoende mogelijkheid is gegeven voor participatie.

    2.5.3. Het Uitwerkingsplan De Voerman betreft een bouwkundig plan op basis van een aantal randvoorwaarden en uitgangspunten voor de herontwikkeling van de omgeving van de Jan Voermanstraat. Anders dan de naamgeving suggereert is het geen uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wro. De Afdeling overweegt dat in deze procedure het bestemmingsplan ter toetsing voorligt, zodat enig gebrek in de voorbereiding van het Uitwerkingsplan De Voerman, wat daarvan ook zij, niet tot het oordeel kan leiden dat het bestemmingsplan om die reden niet in stand kan blijven.

    2.5.4. [appellant sub 1] betoogt voorts dat de uitvoerbaarheid van het plandeel met de bestemming "Gemengd-6" voor het A10-gebouw aan de Jan Voermanstraat onvoldoende is verzekerd, omdat onduidelijk is of de eigenaar van het ter plaatse thans aanwezige woongebouw het plan wat betreft het A10-gebouw binnen de planperiode zal uitvoeren. Deze informatie was volgens [appellant sub 1] al bekend ten tijde van de vaststelling van het plan.

    2.5.5. In het verweerschrift heeft de deelraad vermeld dat de eigenaar van het thans aanwezige woongebouw hem heeft medegedeeld dat hij het plan de komende vijftien jaar niet zal gaan uitvoeren. De deelraad stelt zich op het standpunt dat hij ten tijde van de vaststelling van het plan niet over deze kennis beschikte en er op dat moment van mocht uitgaan dat het plan in zoverre uitgevoerd zou worden.

    2.5.6. De Afdeling overweegt dat de planperiode onder de Wro tien jaar bedraagt, zoals is neergelegd in het tweede lid van artikel 3.1. Het is in beginsel niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening om in een bestemmingsplan bestemmingen mogelijk te maken die pas na afloop van de planperiode van tien jaar zullen worden verwezenlijkt.

    Ter zitting heeft de deelraad toegelicht dat niet aannemelijk is dat het bestemmingsplan wat betreft het plandeel met de bestemming "Gemengd-6" voor het A10-gebouw binnen de planperiode uitgevoerd zal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT