Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 12 de Junio de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Junio de 2012
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

EERSTE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

ARREST

in de zaak van:

  1. de vereniging VERENIGING VAN GEPENSIONEERDEN VAN DE DELTA LLOYD GROEP,

    gevestigd te Amsterdam,

  2. [APPELLANT SUB 2],

    wonend te [woonplaats],

  3. [APPELLANT SUB 3],

    wonend te [woonplaats],

    APPELLANTEN IN HET PRINCIPAAL APPEL,

    GEÏNTIMEERDEN IN HET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL APPEL,

    advocaat: mr. E. Lutjens te Amsterdam,

    t e g e n

  4. de naamloze vennootschap DELTA LLOYD N.V.,

  5. de besloten vennootschap DELTA LLOYD SERVICES B.V.,

  6. de naamloze vennootschap DELTA LLOYD VERZEKERINGEN N.V.,

  7. de naamloze vennootschap DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,

  8. de naamloze vennootschap DELTA LLOYD LEVENSVERZEKERING N.V.,

  9. de stichting STICHTING PENSIOENFONDS DELTA LLOYD,

    alle gevestigd te Amsterdam,

    GEÏNTIMEERDEN IN HET PRINCIPAAL APPEL,

    APPELLANTEN IN HET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL APPEL,

    advocaat: mr. J.M. van Slooten te Amsterdam.

    Appellanten in het principaal appel, geïntimeerden in het voorwaardelijk incidenteel appel worden hierna afzonderlijk de Vereniging, [appellant sub 2] en [appellant sub 3] en gezamenlijk de Vereniging c.s. genoemd, terwijl geïntimeerden in het principaal appel, appellanten in het voorwaardelijk incidenteel appel hierna afzonderlijk als Delta Lloyd NV, Delta Lloyd Services, Delta Lloyd Verzekeringen, Delta Lloyd Schadeverzekering, Delta Lloyd Levensverzekering en het Pensioenfonds en gezamenlijk als Delta Lloyd c.s. worden aangeduid. Geïntimeerden in het principaal appel, appellanten in het voorwaardelijk inciden¬teel appel sub 1 tot en met 5 worden gezamenlijk als Delta Lloyd aangeduid.

  10. Het geding in hoger beroep

    Bij dagvaarding van 8 juni 2010 zijn de Vereniging c.s. in hoger beroep gekomen van de vonnissen van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam (verder: de kantonrechter) van 1 juli 2008, 27 januari 2009, 30 juni 2009, 17 november 2009 en 9 maart 2010, in deze zaak onder rolnummer CV 08-7538 gewezen tussen de Vereniging c.s. als eisers en Delta Lloyd c.s. als gedaagden.

    De Vereniging c.s. hebben bij memorie vier grieven (aangeduid met de letters E tot en met H) geformuleerd en bewijs aange¬boden, met conclusie – naar het hof begrijpt - dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de vonnissen waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw recht doende, de vorderingen van de Vereniging c.s. alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Delta Lloyd c.s. in de kosten van beide instanties.

    Delta Lloyd c.s. hebben bij memorie geantwoord, bewijs aange¬boden en producties in het geding gebracht. Tevens hebben zij daarbij voorwaardelijk incidenteel appel ingesteld, waarbij zij drie grieven hebben geformuleerd. Delta Lloyd c.s. hebben in het principaal appel geconcludeerd dat het hof de vonnissen waarvan beroep zal bekrachtigen en de Vereniging c.s. zal veroordelen in de kosten van (het hof begrijpt:) het princi¬paal hoger beroep. In het voorwaardelijk incidenteel appel hebben zij geconcludeerd dat het hof de Vereniging c.s. alsnog niet ontvankelijk zal verklaren in hun vorderingen dan wel deze zal afwijzen, met veroordeling van de Vereniging c.s. in de kosten van beide instanties.

    Bij memorie van antwoord in voorwaardelijk incidenteel appel hebben de Vereniging c.s. geantwoord en bewijs aangeboden, met conclusie dat het hof het incidenteel appel ongegrond zal verklaren, met veroordeling van Delta Lloyd c.s. in de kosten van het incidenteel appel.

    Ter zitting van het hof van 4 oktober 2011 hebben partijen de zaak doen bepleiten, beide door hun voornoemde advocaat; beide hebben daarbij pleitnotities in het geding ge¬bracht.

    Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd op de stukken van beide instanties.

  11. Feiten

    De kantonrechter heeft in het vonnis van 27 januari 2009 onder het kopje "Feiten" een aantal feiten als in deze zaak vast¬staand aange¬merkt. Omdat die feiten tussen partijen niet in geschil zijn, zal ook het hof daarvan uitgaan.

  12. Beoordeling

    3.1 Het gaat in deze zaak om het volgende.

    (i) De Vereniging behartigt de pensioenbelangen van de gepensioneerden van Delta Lloyd, van de gewezen deelnemers die vervroegd zijn uitgetreden op grond van een VUT-achtige rege¬ling alsmede van hun weduwe, weduwnaar of partner (artikel 3 en 4 Statuten van de Vereniging).

    (ii) [appellant sub 2] (verder: [appellant sub 2]) (geboorte¬datum: [geboortedatum]) is op 1 september 1963 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Delta Lloyd Verzekeringen. Met ingang van 1 juli 2004 is [appellant sub 2] uit dienst getreden op grond van de zogenoemde 57,5 regeling. Met ingang van 1 juni 2010 ontvangt [appellant sub 2] een ouderdomspensioen van het Pensioenfonds.

    (iii) [appellant sub 3] (verder: [appellant sub 3]) (geboortedatum: [geboortedatum]) is op 1 december 1970 in dienst getreden bij Delta Lloyd Schadeverzekering. Met ingang van 1 januari 1987 is [appellant sub 3] uit dienst getreden. Met ingang van 1 februari 1997 ontvangt [appellant sub 3] een ouderdomspensioen van het Pensioenfonds.

    (iv) De gepensioneerden en gewezen deelnemers waarvan de Vereniging de pensioenbelangen behartigt alsmede [appellant sub 2] en [appellant sub 3] zijn in dienst geweest bij Delta Lloyd. Delta Lloyd heeft haar pensioenregeling ondergebracht bij het Pensioen¬fonds. Het Pensioenfonds voert deze pensioenregeling uit.

    (v) Delta Lloyd heeft sinds 1970 een eigen pensioenrege¬ling. Deze is altijd (gespreks)onderwerp of onderdeel geweest van de op de arbeidsovereenkomsten tussen Delta Lloyd en haar werknemers toepasselijke cao. Voorheen was dat de bedrijfstak-cao voor het Verzekerings¬bedrijf Binnendienst. Vanaf 1 januari 2003 is dat de ondernemings-cao voor de Delta Lloyd Groep. De cao wordt standaard geïncorporeerd in de arbeids¬over¬eenkomsten die tot de Delta Lloyd Groep behorende ondernemingen als werkgever sluiten met hun personeel. Daarnaast geldt een personeels¬handboek waarin het pensioenreglement en de statuten van het Pensioenfonds zijn opgenomen. Dit personeelshandboek bevat tevens een eenzijdig wijzigings¬beding. In de arbeids¬over¬¬een¬komst is dit personeelshandboek van toepassing ver¬klaard en is tevens gewezen op het eenzijdig wijzigingsbeding dat daarin is opgenomen.

    (vi) Het Pensioenfonds is verantwoordelijk voor de inhoud van het pensioenreglement, waarin de cao-afspraken uitgeschre¬ven worden. In de diverse pensioenreglementen is (steeds in artikel 3 lid 1) op soortgelijke wijze omschreven wat het begrip pensioenaanspraken omvat. Zo zijn in het pensioen¬reglement 1991 de pensioenaan¬spraken als volgt geformuleerd:

    "Krachtens deze regeling wordt aanspraak verkregen op ouderdoms¬pensioen, nabestaandenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen. Onder nabestaandenpensioen wordt verstaan: weduwenpensioen, weduwnaarspensioen, partnerpensioen, tijdelijk partnerpensioen en wezenpensioen.",

    en luidt die omschrijving in het pensioenreglement 2000 als volgt:

    Aan de deelnemers worden pensioenaanspraken toegekend onder de voorwaarden in dit reglement omschreven. Deze pensioenaanspraken omvatten:

    - ouderdomspensioen voor alle deelnemers;

    - overbruggingspensioen voor alle deelnemers;

    - arbeidsongeschiktheidspensioen voor alle deelnemers, die behoren tot de verplicht verzekerden volgens de WAO en wier jaarsalaris meer bedraagt dan het maximum jaarloon, waarover uitkeringen ingevolge voornoemde wet worden berekend;

    - nabestaandenpensioen voor alle deelnemers;

    - wezenpensioen voor alle deelnemers.

    (vii) In verband met de pensioenregeling is tevens een financieringsovereenkomst gesloten tussen de werkgever ener¬zijds en het Pensioenfonds anderzijds. Artikel 2 lid 2 van deze overeen¬komst van 25 februari 2004, zoals die gold tussen 1 januari 2003 en 1 januari 2006 luidde als volgt:

    "De werkgever verbindt zich het pensioenfonds jaarlijks de bijdrage te verstrekken, onverminderd het recht van de werkge¬ver om gebruik te maken van het in het pensioenreglement opgenomen voorbehoud om de betaling van de benodigde gelden voor de toekomst te verminderen of geheel te beëindigen. De bijdrage van de werkgever bestaat uit:

    (a) de volgende bedragen die het pensioenfonds aan de herverzekeraar verschuldigd is:

    - de netto premie of koopsom voor de opbouw van pensioen in het jaar en de netto risicopremies;

    - de netto koopsom voor de indexaties van tot het jaar opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers in het Pensioenfonds;

    - de netto premie of koopsom voor aanspraken of pensioenen uit hoofde van overgangsregelingen;

    (b) de koopsommen voor indexatie van de aanspraken uit hoofde van de oude pensioenregeling zoals die gold voor werknemers van

    - Delta Lloyd NV die uitdienst getreden zijn vóór 1 augustus 2000 en

    - Ohra B.V. die uitdienst getreden zijn vóór 1 januari 2001".

    (viii) In artikel 10 van de statuten van het Pensioenfonds is bepaald dat het pensioenreglement niet in strijd mag zijn met de statuten van het Pensioenfonds.

    (ix) Artikel 15 van de statuten van het Pensioenfonds bevatte in ieder geval in januari 1983 de volgende mogelijk¬heid tot wijziging:

    1. Het bestuur kan besluiten tot wijziging van deze statuten en van het pensioenenreglement, na verkregen goedkeuring van de Raad van bestuur en van de Ondernemings¬raad, behoudens het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

    2. ( .. )

    3. Wijziging van het pensioenreglement zal niet kunnen leiden tot vermindering van pensioenaanspraken, welke over achterliggende dienstjaren door reeds betaalde bijdragen zijn opgebouwd, behoudens het bepaalde in lid 5.

    4. Indien het bestuur in overeenstemming met het oordeel van de actuaris constateert, dat de bezittingen van het pensioenfonds te zamen met de te verwachten inkomsten ontoe¬reikend zijn ter dekking van de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds zal het bestuur voorstellen doen tot een zodanige wijziging van het pensioenreg¬lement, dat het verstoorde evenwicht wordt hersteld. (...)

    5. Vermindering der aanspraken als in lid 4 bedoeld, zal voor alle daarbij betrokkenen zoveel mogelijk naar evenredigheid plaatsvinden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT