Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 31 de Mayo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak31 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerk 08/00135bis

31 mei 2012

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] BV, statutair gevestigd te [Y], belanghebbende,

gemachtigde prof. mr. F.P.G. Pötgens (De Brauw Blackstone Westbroek te Amsterdam),

tegen de uitspraak in de zaken met nrs. AWB 06/1645 en 06/1646 van de rechtbank Haarlem in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam,

de inspecteur.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. De inspecteur heeft met dagtekening 27 februari 2004 aan belanghebbende voor het boekjaar 1 april 2000 tot en met 31 maart 2001 een aanslag opgelegd in de vennootschapsbelasting, berekend naar een belastbaar bedrag van ƒ 28.722.839 (hierna: aanslag 1).

1.2. Met dagtekening 9 december 2004 is aan belanghebbende voor het boekjaar 16 december 2000 tot en met 31 maart 2002 een aanslag opgelegd in de vennootschapsbelasting, berekend naar een belastbaar bedrag van ƒ 22.128.160 (hierna: aanslag 2).

1.3. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur beide aanslagen bij afzonderlijke uitspraken, gedagtekend 9 december 2005, gehandhaafd. Tegen deze uitspraken is belanghebbende in beroep gegaan.

1.4. Bij uitspraak van 17 december 2007 heeft de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) het beroep betreffende aanslag 1 ongegrond verklaard, het beroep tegen aanslag 2 gegrond verklaard, alsmede de uitspraak op bezwaar betreffende aanslag 2 en aanslag 2 vernietigd.

1.5. Het door belanghebbende tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 25 januari 2008 en aangevuld bij brieven van 22 februari 2008 en 7 april 2008. Bij laatstgenoemde brief heeft belanghebbende haar hoger beroep (kenmerk van het Hof: 08/00136) tegen de uitspraak van de rechtbank inzake aanslag 2 (kenmerk van de rechtbank: 06/01646) ingetrokken. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 december 2009. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een kopie met de hierna vermelde uitspraak van 15 juli 2010 is meegezonden.

1.7. Bij tussenuitspraak van 15 juli 2010 heeft het Hof prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), elke verdere beslissing aangehouden en het geding geschorst totdat het Hof van Justitie naar aanleiding van het vorenstaande verzoek uitspraak zal hebben gedaan. Bij het HvJ is deze zaak geregistreerd als prejudiciële zaak C-371/10, [X] tegen Inspecteur van de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam.

1.8. Bij brief van 3 maart 2011 heeft de griffier van het HvJ het Hof een afschrift doen toekomen van de bij het Hof ingediende schriftelijke opmerkingen.

1.9. Bij brief van 26 mei 2011 heeft de griffier van het HvJ het Hof een kopie doen toekomen van het rapport ter terechtzitting voor de openbare zitting

1.10. Bij brief van 9 september 2011 heeft de griffier van het HvJ het Hof een kopie doen toekomen van de conclusie van de advocaat-generaal J. Kokott van 8 september 2011, C-371/10.

1.11. Bij brief van 29 november 2011 heeft de griffier van het HvJ het Hof een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doen toekomen van het arrest van het HvJ (Grote kamer) van 29 november 2011 in de zaak C-371/10.

1.12. Vervolgens heeft het Hof het onderzoek heropend en heeft de griffier bij brieven van 5 december 2011 partijen uitgenodigd zich over het arrest van het HvJ uit te laten. In verband met een onjuiste adressering van de desbetreffende brief van 5 december 2011 is de inspecteur daartoe opnieuw uitgenodigd bij brief van 19 januari 2012.

1.13. Namens belanghebbende is een reactie ingezonden bij brief van 23 december 2011 en namens de inspecteur bij brief van 8 februari 2012. Van beide brieven is over en weer een kopie aan partijen toegezonden.

1.14. Ter nadere zitting van 28 maart 2012 is het onderzoek voorgezet. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2. Feiten

2.1. De rechtbank heeft met betrekking tot de feiten het volgende in haar uitspraak vastgesteld:

“2.1. [Belanghebbende] is opgericht bij akte van 10 juni 1996. In de akte is opgenomen dat het boekjaar van [belanghebbende] loopt van 1 april tot en met 31 maart; haar aandelen werden vanaf de oprichting gehouden door [A] Ltd (de Ltd). [Belanghebbende] maakt deel uit van de [B-Group] [Group], die onder meer electriciteit- en gasnetwerken in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten bezit.

2.2. [Group] heeft zich ingeschreven voor een project van de Pakistaanse overheid, bestaande uit de bouw, het beheer en het onderhoud van onder meer hoogspanningsleidingen in Pakistan. Bij doorgang van het project zou [Group] een belang krijgen in de uitvoerende Pakistaanse joint venture vennootschap. Het project heeft uiteindelijk geen doorgang gevonden.

2.3. Op 10 juni 1996 draagt de Ltd een vordering van GBP 33.113.000 op [C] Plc (de vordering) over aan [belanghebbende], tegen uitreiking van eigen aandelen. Het bedrag van de vordering was bestemd om te worden gestort in de eerder genoemde Pakistaanse joint venture vennootschap. [C] Plc was op dat moment de grootmoedervennootschap van [belanghebbende].

2.4. Op 30 maart 1999 zijn de aandelen in [belanghebbende] ingebracht in [D] B.V.

2.5. Met ingang van 1 april 1999 is [belanghebbende] als dochtermaatschappij gevoegd in een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet VPB) met [D] B.V. als moedermaatschappij (de fiscale eenheid).

2.6. Op 7 december 2000 besluit de raad van bestuur van [D] B.V. tijdens een bijeenkomst waar het gehele geplaatste kapitaal van [belanghebbende] was vertegenwoordigd onder meer tot het volgende:

- het kantoor van [belanghebbende] te Rotterdam wordt gesloten en verplaatst naar

Londen;

- per 15 december 2000 worden [K], [L] en [M];

als directeuren van [belanghebbende] vervangen door [N], [O],

[P] en [Q];

- bij statutenwijziging zal het boekjaar van [belanghebbende] worden gewijzigd in

een dat loopt van 16 december tot en met 15 december van het opvolgende jaar;

- het lopende boekjaar zal eindigen op 15 december 2000.

2.7. Bij akte van 11 december 2000 stemt de directie van [belanghebbende] in met het hiervoor bedoelde aandeelhoudersbesluit; in het verlengde daarvan besloot zij tot opheffing van de Nederlandse bankrekeningen van [belanghebbende] per 15 december 2000 en tot opening van een nieuwe bankrekening bij Barclays bank Plc.

2.8. Op 15 december 2000 houdt [belanghebbende] haar eerste directievergadering in Londen. Het verslag van deze vergadering behoort tot de gedingstukken. Bij schrij-ven van 8 november 2002 verklaart de Engelse belastingautoriteit dat zij [belangheb-bende] met ingang van 15 december 2000 als inwoner van het Verenigd Koninkrijk aanmerkt.

2.9. Bij statutenwijziging van 15 december 2000 is bepaald dat het boekjaar van [belanghebbende], en dat van de overige onderdelen van de fiscale eenheid, voortaan loopt van 16 december tot 15 december van het opvolgende jaar, en dat het lopende boekjaar eindigt op 15 december 2000.

2.10. Op 21 februari 2001 verkoopt [D] B.V. haar aandelen in [belanghebbende] aan de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap [E] Ltd. Tegelijkertijd heeft [belanghebbende] volmacht gegeven om uitvoering van de koopovereenkomst te bewerkstelligen. Dusdoende is de fiscale eenheid tussen [belanghebbende] en [D] B.V. verbroken.

2.11. Bij akte van 26 maart 2002 zijn de statuten van [belanghebbende] gewijzigd en loopt het boekjaar als voorheen van 1 april tot en met 31 maart van het volgende jaar. De statuten van de overige in de fiscale eenheid gevoegde vennootschappen zijn op 26 maart 2002 in gelijke zin gewijzigd.

2.12. [Belanghebbende] en [de inspecteur] hebben voor het Gerechtshof ’s-Graven-hage geprocedeerd over de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting voor het boekjaar 1996/1997. In zijn uitspraak van 11 december 2001 (nr. BK-99/01680,

V-N 2002/33.21) heeft het Gerechtshof onder meer geoordeeld dat de vordering direct opeisbaar is en naar de actuele GBP-koers per balansdatum moet worden gewaardeerd. Die koers bedroeg op 31 maart 1997 NLG 3,067.

2.13. [Belanghebbende] doet aangifte vennootschapsbelasting over boekjaar van 16 december 2000 tot en met 31 maart 2002 naar een belastbaar bedrag van nihil.

2.14. [De inspecteur] kent geen betekenis toe aan de boekjaarwijziging waartoe op 7 december 2000 is besloten. In afwijking van de ingediende aangifte betrekt hij [belanghebbende] in de heffing van vennootschapsbelasting over het boekjaar van 1 april 2000 tot en met 31 maart 2001. Met dagtekening 27 februari 2004 is het belastbaar bedrag als volgt vastgesteld:

Aangegeven belastbaar bedrag NLG 0

Bij: koersresultaat ((3,647 – 3,067)*GBP 38.152.000 22.128.160

Bij: rentebaten 6.594.679

Vastgesteld belastbaar bedrag NLG 28.722.839

2.15. Voorts heeft [de inspecteur] bij schrijven van 30 november 2004 een ‘aanslag ter behoud van rechten’ aangekondigd over het boekjaar van 16 december 2000 tot en met 31 maart 2002, berekend naar een belastbaar bedrag dat gelijk is aan evenvermeld koersresultaat van NLG 22.128.160. Deze aanslag is opgelegd met dagtekening 9 december 2004.”

2.2. Nu de hiervoor vermelde feiten tussen partijen niet in geschil zijn, zal ook het Hof van die feiten uitgaan. Hieraan voegt het Hof nog het volgende toe.

2.3. Tussen partijen staat vast dat bij de totstandkoming van de fiscale eenheid tussen belang-hebbende en [D] BV per 1 april 1999 door beide vennootschappen standaardvoorwaarden zijn aanvaard die onder meer het volgende inhouden:

10. Het splitsingstijdstip wordt voor de moedermaatschappij en iedere dochtermaat-schappij afzonderlijk gesteld op de aanvang van het jaar waarin niet langer aan de in artikel 15, eerste lid, van de Wet VPB omschreven vereisten is voldaan.

2.4. In het namens belanghebbende door mr. [R] en mr. [S] (Price Waterhouse Coopers belastingadviseurs) bij brief van 7...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT