Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 12 de Junio de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Junio de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht

registratienummer: AWB 11/998

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 12 juni 2012.

inzake

  1. Stichting Gelderse Milieufederatie te Arnhem

  2. Vereniging Het Edelhert te Apeldoorn

  3. IVN Oost Veluwezoom te Rheden

  4. Stichting Behoud Historische Landgoederen Oostelijke Veluwezoom te Rheden

    eisers,

    tegen

    de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, verweerder,

    alsmede

    Portaal Vastgoed Ontwikkeling B.V., partij ex artikel 8:26 van de Awb,

    te Veenendaal.

  5. Aanduiding bestreden besluit

    Besluit van verweerder van 31 januari 2011.

  6. Procesverloop

    Bij besluit van 29 juni 2010 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan Portaal Vastgoed Ontwikkeling B.V. (hierna: Portaal) voor het tijdvak van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2016 ontheffing verleend van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet (hierna: Ffw) voor zover dit betreft het beschadigen, vernielen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de das. Aan de ontheffing zijn tevens voorwaarden verbonden. Bij dit besluit heeft de minister voorts het verzoek om ontheffing voor de vleermuis, huismus, gierzwaluw en de hazelworm afgewezen.

    Bij het in rubriek 1 aangeduide besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres 2 niet-ontvankelijk verklaard en de bezwaren van eisers 1, 3 en 4 ongegrond. Verweerder heeft het besluit van 29 juni 2010 gehandhaafd.

    Tegen dit besluit hebben eisers beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Bij schrijven van 16 mei 2011 heeft Portaal zich gesteld als partij in het geding. Naar deze en de overige door partijen ingebrachte stukken wordt hier kortheidshalve verwezen.

    Het beroep is behandeld ter zitting van de meervoudige kamer van de rechtbank van 26 maart 2012. Namens de Stichting Gelderse Milieufederatie is verschenen [naam] en namens de Stichting Behoud Historische Landgoederen Oostelijke Veluwezoom haar voorzitter [voorzitter] en haar secretaris/penningmeester [secretaris/penningmeester]. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. A. Ghallit en R. Reurink. Namens Portaal is verschenen M.J.R. Bakers.

  7. Overwegingen

    3.1 Portaal heeft ontheffing gevraagd ingevolge de Ffw ten behoeve van het project “Realisatie woningbouw Rhederhof” voor wat betreft de das, vleermuis, huismus, gierzwaluw en de hazelworm. De ontheffing is bij besluit van 29 juni 2010 verleend voor de das en geweigerd voor de overige dieren, onder de motivering dat deze niet is vereist.

    Bij het bestreden besluit heeft verweerder dit besluit gehandhaafd. Het bezwaar van Vereniging Het Edelhert heeft verweerder niet-ontvankelijk verklaard.

    3.2 Eisers kunnen zich met het bestreden besluit niet verenigen en hebben dit gemotiveerd aangevochten. Voor zover nodig zal de rechtbank op de door eisers aangevoerde gronden ingaan.

    3.3 Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

    Ingevolge het derde lid van dit artikel worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

    Ingevolge artikel 9 van de Ffw is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen.

    Ingevolge artikel 10 is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten.

    Ingevolge artikel 11 is het verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.

    Ingevolge artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, voor zover thans van belang, is het verboden dieren behorende tot een beschermde inheemse diersoort te vervoeren.

    Ingevolge artikel 75, derde lid, kan de minister, voor zover niet overeenkomstig artikel 68 van deze wet door gedeputeerde staten ontheffing is of kan worden verleend...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT