Herziening van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 15 de Junio de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 15 de Junio de 2012 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Sector belastingrecht
Vierde meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 11/00622 en 11/00623
Uitspraak op de verzoeken van
de heer X, wonende te Y,
hierna: belanghebbende,
om herziening in de zin van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) van de uitspraken van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch (hierna ook: de uitspraken) op de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van het Hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Breda (hierna: de verweerder) op de bezwaarschriften betreffende de aanslagen hondenbelasting over de jaren 2003 en 2004.
-
Ontstaan en loop van het geding
1.1. Bij beschikkingen heeft de verweerder aan belanghebbende
aanslagen hondenbelasting betreffende de jaren 2003 en 2004 opgelegd. Bij uitspraken van de verweerder zijn de tegen de beschikkingen ingediende bezwaren ongegrond verklaard.
1.2. Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft de beroepen ongegrond verklaard. De uitspraken van het Hof waren ten tijde van het indienen van de onderhavige verzoeken onherroepelijk geworden.
1.3. Belanghebbende heeft het Hof verzocht de onherroepelijk geworden uitspraken van het Hof te herzien.
Ter zake van dit verzoek heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 41.
De verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.4. Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd.
1.5. Op grond van artikel 8:58 van de Awb heeft belanghebbende vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 2 mei 2012 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de verweerder.
1.7. Het Hof heeft vervolgens het onderzoek ter zitting gesloten.
-
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
2.1. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw heeft belanghebbende een geschil met de verweerder omtrent de aan hem opgelegde aanslagen hondenbelasting. Over meerdere jaren, ook over de hier aan de orde zijnde jaren 2003 en 2004, zijn procedures gevoerd voor diverse rechtscolleges.
2.2. De rechter heeft steeds de verweerder in het gelijk gesteld, de aanslagen gehandhaafd en de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard. De desbetreffende rechterlijke uitspraken zijn onherroepelijk geworden.
-
Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
3.1. Het geschil...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT